Meer foto’s van de eerste lesdag zijn te vinden op: de cursus

Wat hebben we vandaag geleerd?

Een nieuwe molenaarscursus is van start gegaan. Onder het toeziend oog van de overkoepelende vereniging, Molenforum Vlaanderen, startten de Koepelvereniging Molens Vlaams-Brabant en Windmolen Hertboom vzw, op drie oktober, bij de Hertboom windmolen (vaak bekender als de Zepposmolen) een molenaarscursus. De Oost- en West-Vlamingen steken een handje toe.

Tweeëntwintig entoesiaste liefhebbers hopen er over twee jaar hun diploma van meester-molenaar op zak te steken. De weg is lang, de leerstof is niet van de poes, en de stagetijd is meer dan nodig. Je moet er immers in slagen om in je eentje een gevaarte van 50 ton naar de wind te zetten, of enekel duizenden kubieke meter water feilloos naar jouw waterrad te leiden, om op die manier het koren om te zetten in mooi gelijkmatig gemalen meel, waarvoor geen enkele bakker zijn neus zou ophalen. Voorwaar geen eenvoudige opdracht. Wij zijn echt verheugd dat wij tussen de deelnemers ook vier rokjes opmerkten, bij wijze van spreken want op die rokjes wordt het vermoedelijk wachten tot de diploma uitreiking in 2011.

Een tiental verschillende lesgevers, elke specialist in hun eigen discipline, zulen verspreid over een periode van zes maanden de studenten onderwijzen in de diverse aspecten van hetmolenaarsambt en tal van zaken waar een molenaar met wordt geconfronteerd. Geschiedenis, bouw en structuur van houten en stenen molens, techniek van het draaiende werk in zowel wind als watermolens, weer en wolkenkunde, een studie over granen (boekwijtpannekoeken?), en tenslotte recht, administratie, restauratie- en onderhoudspremies. Dit alles in voorbereiding op het presteren van 100 praktijkstage-uren. Nodeloos te stellen dat over al deze disciplines examenproeven dienen afgelegd te worden.

Wij hebben zelden een dergelijk entoesiaste groep gezien tijdens een eerste ledag. Het lijkt alsof de een de ander nog meer aansteekt in zijn of haar entoesiasme. De laatsten verlieten de site pas rond halfzes op de laatste van de twee te bezoeken molens. Dat voorspelt nu al veel goeds.

We werden vrendelijk ontvangen op de watermolen van Sint-Gertrudis Pede door de aanwezige molenaars. Robert Staquet is zelfs naast zijn originele taal van Molière, de taal van Gezelle machtig geworden, en geef toe het molenaarsjargon is echt geen kattepis. Een watermolen en een staakmolen op een eerste lesdag. Een hele opdracht om alle opgedane indrukken rustig te verwerken. Menig cursist zal vermoedelijk ’s nachts gedroomd hebben over vangwielen, pegels, pasbruggen, ja tot zelfs van ezels toe. Zaak is het nu om tijdens de volgende cursusdagen alle onderdelen op de juiste plaats in de puzzel te passen, en alle kaf en koren op de correcte wijze te scheiden. De eerste ledag was een uitgelezen winderige dag om reeds wat theorie in praktijk om te zetten. Iedereen weet alvast wat windplanken zijn, want die moesten er uit, vanwege een stevige Zuidwestenwind. Zeilen voorleggen werd verschoven naar een latere datum. En omdat er voldoende wind aanwezig was werd de kaar snel gevuld met graan. Het viel ons overigens op hoe zacht, gelijkmatig en rustig deze molen maalt. Pas enkele jaren geleden nog gerestaureerd door molenmakersbedrijf Wieme. Het wiel van de voormolen loopt perfect op steek, met zijn bonkelaar.

Maar ik loop vooruit . Teveel terminologie voor een eerste molendag? Meer uitleg volgt wanneer de meer praktisch gerichte lesgevers, de schitterende inleiding van molenhistorius Denewet zullen aanvullen.

An innocent bystander