Zondag 27 juni, molendag in Limburg. ttz In ons eigenste Belgisch Limburg. Maar wat stelt dat nog voor? Nee dan liever snel de grens overgewipt naar het Land van Cuyck.

Fotoreportage.

Het werd heet die zondag. We haalden met gemak dertig graden in het binnenland, en Frank beloofde ons een teveel aan ozon. Niet te veel bewegen, geen zware inspanningen. Behoort fotografie en in het byzonder molenfotografie, daarbij, of kan dit nog net? Bescherming zoeken in zon’n molenkast kan ook altijd nog wat helpen. Hout beschermt en isoleert namelijk behoorlijk goed. Afkoelen onder het voorbijgaande gezoef van de molenwieken was er nouwelijks bij. Op de grens van Limburg en Noord-Brabant hingen de bladeren aan de bomen er verweesd bij. De rook zou met zekerheid recht naar de hemel opstijgen, mocht iemand het in zijn verwarde hoofd halen om net nu de kachel aan te steken. Gelukkig waren verwarde geesten net als vuurgestookte kachels zeldzaam op dat ogenblik.

De Molenvrienden van het Land van Cuyck vierden hun 25 jarig jubeleum. Verschillende molens werden opengesteld. De molenvereniging van het Land Van Cuyck vind je terug in het oostelijke deel van Noord-Brabant. Sedert 2000 hebben ze hun werkterein verruimt met een stukje aangrenzend Limburg en Gelderland. Een mooie streek langs de Maas. Hier kan je op een korte afstand van elkaar een viertal standerdmolens bekijken.

Vooraf reed ik nog even langs Brecht, waar de molen recent afbrandde, om nog wat foto’s te nemen van de nu gedemonteerde kap, of van wat er van overblijft. Meer fotos. Het valt op, dat al bij al de dakspanten, behoorlijk stevig moeten geweest zijn, want de kap die nu op de grond staat heeft nogsteeds haar normale vorm. Alleen is alles helemaal zwartgeblakerd en deels verkoold. Enkel nog goed om er artistieke foto’s of architecturale foto’s van te nemen, die kunnen helpen bij toekomstige restauraties. Dit zal nodig zijn, wil deze kettingreus als een feniks verrijzen uit zijn as.

Alles ligt uitgestald in de belendende speeltuin. Wat op zich de ruimte biedt voor alle verkoolde onderdelen (spoorwiel, vangwiel, molenas, kap), maar anderzijds biedt dit een vrij lugubere aanblik.

Volgende stop in de buurt van Den Bosch, in Noord-Brabant, werd Oud Heusden. Heusden met zijn drie standerdmolens, en zijn stemmige Vismarkt bij het haventje. Hier werd ooit een uit België overgebrachte staakmolen gerestaureerd (Molen 1). Naderhand werden dan twee replica’s bijgebouwd (Molens 2 en 3) op de stadswallen van dit vestingstadje. Heusden is een dorpsnaam die vaak voorkomt. Zie bij ons alleen al in de buurt van Gent, Antwerpen en ergens bij Zolder in Limburg. Overigens Hesdin in Noord-Frankrijk werd ooit bewoond door vlaamssprekenden en heette toen, juist ja, Heusden.

Geen van de drie molens was open voor bezoek. Op zondag werkt de Noord-Brabander duidelijk niet. Koffie dan maar op het terras van Het Centraal, bij de halte van de Paardentram, die in geen velden of wegen te bespeuren viel. Aan de overkant van het pleintje, de Vismarkt, tref je nog ‘Bloemsierkunst in Den Prince’ aan, naast twee eetgelegenheden, het ‘Eetcafé Havenzicht’ en pal ernaast het, de Nederlandse taal trotserende, ‘De Pannekoekenbakker’ zonder tussen-n. Het Centraal blijkt een drukbezochte afstapplaats voor zondagse wielertoeristen te zijn, die zich laven aan koffie en thee. Toch wel even anders dan wat je bij ons doorgaans ziet, waar de wielerterrorist zich meer richt tot abdijvocht, of zelfs duvels in eigen nat.

Van hieruit wordt het nog zo’n 50 km karren naar Nederasselt en Overasselt, voor de eerste echte stops op deze molendag. Ik bedenk nog snel dat die Nederlanders best wel slim zijn. Zij zeggen Nederasselt en schrijven dat dan ook, wij daarentegen zeggen Nederasselt en schrijven …iets anders.

De Maasmolen te Nederasselt komen we als eerste tegen op ons molenpad. Een snelle hap onder een veel te hete, verzengende zon kan nog net. Even na enen liggen de traditionele buitenshots van de molen vast op de gevoelige dataschijf. Een gezellige babbel met de twee aanwezige molenaars dringt zich op, en brandt zo de tijd weg. We wisselden wat info uit. Ooit heb ik deze twee molenaars ontmoet tijdens een van de Brabants-Vlaamse contactdagen van een gekende molenvereniging. (*) Mogelijks kan een korte contactname met een naburig wonende molenbouwer licht scheppen in de duisternis die nogsteeds heerst rond de kennis betreffende gasdempers, nodig bij Van Bussel wieksystemen. Ik werd nog gewezen op enkele merkwaardigheden in deze molen. Zo werd voor de baansteen van deze molen gebruik gemaakt van een oude grafsteen. De tekst ‘Rust in Vrede’ is er nog duidelijk op te lezen.

Deze molen heeft een geschiedenis achter de rug. Bijna vergelijkbaar met de geschiedenis van onze eigenste Kruiskoutermolen in Vlaanderen. Bijna verkwanseld voor nop; bijna verplaatst; gered door de gemeente. De molen beschikt over een groot steenkoppel, een sleepkruiwerk (met autobandje), wat toch zeldzaam is op een standerdmolen. De vroeger aanwezige achtermolen werd aangedreven door een extra wiel, met kammen, achter het vangwiel. De extra ijzerbalk is eveneens nog aanwezig. Een opstelling die ook bij onze molen aanwezig is, zij het dan wel compleet. Recent werd een en ander gerestaureerd: het balkon, de trap, het dak. Het lijkt sterk op wat ook met de Huisemolen recentelijk is gebeurd. En als we dan toch een verschilpunt met onze molen willen beklemtonen, dan is het wel dat het biotoop van deze molen, vlak buiten het dorp nog enigszins ongerept is. Open veld, weliswaar hier en daar nog kleine bomen, en de gebouwen nog op veilige afstand. De volledig opgezeilde molen draaide echter omzeggens niet. Dat zal vast en zeker aan het teveel aan hitte en de te weinig aanwezige wind gelegen hebben.

Wat verderop in Overasselt was de molen gesloten, maar werden we toch verwelkomd door enkele aanwezige levende grasmaaiers. De gemeente is duidelijk de ecologische toer op gegaan en houdt bij middel van een bende mooie zwarte schapen het gras kort.

Wanroij werd de volgende halte op onze tocht. Deze grote ruime driezolder (De Hamse Molen) mag zich gelukkig prijzen dat hij de geschiednis heeft overleefd. Ooit gekocht door een maalderij ‘voor de grond’ en gelukkig op tijd gered door de gemeente en verplaatst naar de overkant van de weg op een open terrein. Toch blijkt er nieuwe dreiging te zijn vanwege de oprukkende industrie. De molen met oud Hollands gevlucht wacht nog op verbusselde wieken, teneinde hem er terug te laten uitzien zoals in 1959 toen hij voor het laatst proffesioneel maalde.

Je herkent de molen van ver aan de grote geverfde ster op de zijkant. Overigens hebben al deze staakmolens hier in de omgeving een behoorlijk smalle trap. Het balkon wordt niet geschoord tegen de kast, maar steunt op een lange spruit, die met twee zwepen is vastgemaakt anderaan de trap. Ook het kruiwerk is op al deze molens zwaar uitgewerkt en quasi gelijkend. Zeg maar ‘gestandaardiseerd’.

Op weg naar de molen in Affenden, waar ze een oude film vertoonden, namen we een verkeerde afslag en belanden zo in Heyen op de Gerarda molen. Een verplaatste poldermolen uit Friesland die hier als korenmolen werd heropgebouwd op de restanten van een door den Duits opgeblazen molen. We zitten hier trouwens vlakbij de grens. In het magazine van de Molenvrienden van Cuyck lezen we nog…’molenaar Kessels zijn bedrijf wou voortzetten met een ruwoliemotor onder in de molenberg. Het besluit om toch weer een windmolen te bouwen heeft te maken met het feit dat ‘de omgeving Heyen na de oorlog nog niet is aangesloten op het electriciteitsnet….’

Inderdaad de vooruitgang is pas begonnen beseffen we maar al te goed, al gaat hij tegenwoordig met veel te rasse schreden vooruit.

De laatste nog op de lijst af te werken molens lag in Oploo, maar bleek (reeds) gesloten te zijn. Ook op de vlakbij gelegen watermolen was geen teken van: leven (meer) aan te treffen. Het liep tegen vijven.

Bij het afzakken via Valkenswaard naar de Wedelse molen in Overpelt voor een uitsmijter, komen we nog langs de molen van Milheeze, die opnieuw in het stro wordt gezet.

Land van Cuyck, een molenbezoek meer dan waard.

(*) Een van deze twee entoesiaste molenaars is de broer van de pas overleden molenaar Hans Snel. Bij deze gecondoleerd.