Dinsdagmorgen rondgekeken in Kopenhagen, in de buurt van Tivoli. In het Toerist Center nuttig ik enkele koffiekoeken, met koffie, neem een foto van een ‘stunning Deense’, en trek een veel te drukke stad in. Politiewagens scheuren af en aan. Alom getoeter, om hoorndol van te worden. En nog steeds een eerder bewolkte lucht. Ik check uit rond 11 uur, in het Nebo hotel, en via het vlakbij gelegen station spoor ik naar de luchthaven, vanwaar de trip echt start, omstreeks 2 uur. Meer dan tijd genoeg om wat te schrijven, bij alweer koffie in een hoekje bij Starbucks, waar een niet zo stunning lady mij een tijd gade slaat. De dubbeldekker neemt gelijk de snelweg naar Zweden via de recente tunnel/brug combinatie. We rijden pal naar het zuiden van Zweden, waar we in Ystad (Wallander), de ferry oprijden voor anderhalf uur zwalpen naar Bornholm. Net zo lang als het duurt om van Calais naar Dover te varen. Dus ook dit eiland zal zowat 30 km van de kust afliggen, veronderstel ik. De snelwegborden gaven aan dat dit ook de weg naar Polen is. Bornholm is zeker een eigenaardigheid in de zin dat het een heel eind van Denemarken af ligt. De taal is een oude vorm van het Deens, uit de tijd dat de Denen ook nog heersten over Noorwegen en Zuid-Zweden. Dit zou moeten de mooiste en warmste plek van het Noorden zijn, geliefd bij vakantiegangers. Voor ons echt interessant omdat er heel wat windmolens staan. Morgen een eerste molentocht.