Juni 1968, de eerste week.

Mei 68 is de geschiedenis in gegaan als een van die ankerpunten waar historici, de overjaarse linkerkant, en zij die maar wat graag geloven dat “wij” toen alles hebben veranderd, naar teruggrijpen, om er rond een nieuw kampvuur over te discussiëren.

Wanneer ik weer eens een jonge gast ontmoet die met tranen in de ogen naar ons opkijkt omdat wij “de golden sixties” echt meemaakten, dan kan ik het toch niet nalaten om hem er op te wijzen, dat het inderdaad de moeite was om dat te beleven: dagelijks op TV beelden uit Vietnam van uitgemoorde dorpen, zesdaagse oorlogen in het midden-oosten, betogingen in Parijs, de Tsjechen die plots Russische tanks door hun straten zien rijden, en beelden uit Amerika waar de ene dag de zwarten betogen voor meer burgerrechten en de volgende dag opnieuw een Kennedy wordt neergelegd.

Op zes juni noteer ik dan ook het volgende:

Senator Bobby Kennedy werd gisteren neergeschoten. Ik ben er diep van onder de indruk. Hij is ten eerste al vader van 11 kinderen, en tweede een mens die streed voor de vrede. Hij werd gisteren neergeknald. Even later kwam het bericht dat Bobby overleden is. Het was een schok voor de gehele wereld dat deze 42-jarige vredesmens van de aardbodem is verdwenen. Hij volgde zijn broer in de dood. Nu blijft er enkel nog Edward Kennedy.
‘s Avonds bij R. nog naar een film gekeken over het leven van Robert Francis Kennedy.

Het is bijna niet te geloven: eerst John Kennedy, later Martin Luther King, en nu Robert Kennedy.

Dat dit gebeurde precies aan de vooravond van de eerste verjaardag van de zesdaagse oorlog uit 1967, zal later genoeg vragen opwerpen.

In het najaar van 68 opent in Lede een nieuw jeugdhuis zijn deuren: De Leeuwerik. Een herinnering aan die tijd blijven de foto’s van deze drie mannen aan de wand, waar je langs moest op weg naar de wc. Tussenin hing een tekst:

‘There are those that look at things the way they are, and ask why? I dream of things that never were, and ask why not?’ Robert Kennedy.

Sirhan_Sirhan, de moordenaar, leeft nog, zit een levenslange gevangenisstraf uit, maar verschijnt om de vijf jaar opnieuw voor paroolrechters, in functie van vrijlating. In 82 verklaarde hij zelf dat zijn motieven ingegeven waren door de Palestijns-Israëlische kwestie. Tegenwoordig houdt hij vol dat hij zich van de periode 68/69 niets meer herinnert omdat zijn hersenen in die tijd “geprogrammeerd waren” en dat de gebeurtenissen naderhand gewist werden…..

Wie er meer over wil lezen kan terecht op: https://en.m.wikipedia.org/wiki/Sirhan_Sirhan