Blog Image

Sadeler's blog

If I were a miller at a mill wheel grinding, would you miss your color box, and your soft shoe shining? (c) Tim Hardin

Link naar:  windmolens, Facebook   Meer weten? contacteer mij. 

Opgelet: Alle artikels en foto's zijn beschermd door copyright. Alle overeenkomsten tussen bestaande personen en personages berusten op louter toeval. Topfoto (c) Michel Verdoodt.

Neil Young – Antwerpen 9 juli 2019

Recensies in rock Posted on 11 jul, 2019 16:51

Het was niet voor het eerst dat gisteren Nelis De Jongere (Neil Young zeggen de Canadezen), Antwerpen aandeed. In juni 2016, nu drie jaar geleden, kwam hij al aanzetten met Promise of the Real (POTR), een band waartoe enkele kinderen van countryzanger Willy Nelson behoren. Persoonlijk vond ik het toen een wat rare combinatie, al is de akoestische Young nooit vies geweest van landelijke liederen. Ik heb het toen niet kunnen checken, omdat een tocht naar Oekraïne roet in het eten strooide. Een concert dat ik maar beter snel wou vergeten, vanwege mijn niet deelname. Sinds zijn recente doortochten in Lokeren en Vorst met Crazy Horse, waar hij er behoorlijk hard en ook wat routineus tegen aanging, en hij het uitspinnen van zijn nummers nog niet had verleerd, waren de verwachtingen om heel eerlijk te zijn niet zo heel hoog gespannen. Ik heb ook niet de gewoonte om op voorhand uit te vissen wat hij tijdens de huidige tournee al afwerkte, in de buurlanden.

Neil op zijn best.

Besluit: dit concert in Antwerpen behoort tot de drie beste Young verschijningen die ik ooit meemaakte. De andere twee dateren van 1976 (25 maart) en 1987 (28 mei). Dat wil dus best wat zeggen. Na wat speurwerk via Youtube, kom ik er snel achter, dat ik niet de enige ben die er vandaag zo over denkt.

Wat een verademing om Neil Young zijn songs opnieuw te horen brengen zoals hij ze vele jaren geleden schreef, zij het nu nog voller, dynamischer en muzikaler dan toen. Best verassend dat in zijn setlist een heel pak Crazy Horse nummers zitten, en quasi niets wat hij de laatste 30 jaar aan vinyl of CD toevertrouwde. Blijkbaar put hij uit een lijst van 50 songs, en selecteert er voor elke stad een twintigtal, om er een twee en een half uur durende set met te vullen. Dit in tegenstelling tot wat Teleticketservice ons een paar dagen geleden nog trachtte wijs te maken. Namelijk, dat het concert zou duren van 21 tot 22:30. Mis poes. In vergelijking met Nederland, een dag later, kregen zij ‘amper’ zeventien songs, gedurende een slechts twee uur durende set, en geen enkele verassing.

Het concert, voert je in een roes door een viertal stadia: binnenkomen via enkel snoeiharde nummers, gevolgd door een akoestische set, volgt de tocht naar het hoogtepunt en uiteraard nog een toegift.

Met zes man bezetten ze het podium, waarbij de naast de drummer opgestelde congaspeler nog het minst opvalt. De pet dragende bassist, weet van wanten, en Neil’s vingeroefeningen op de gitaar worden mooi ondersteund door de twee overige jonge gitaristen. Dat ze niet aan hun proefstuk toe zijn was duidelijk te horen. De nummers volgden elkaar op in een snel tempo, en we waren drie kwartier ver in het concert vooraleer Neil voor het eerst deze avond zijn legendarische woorden ‘How are you doin’ tot het publiek richtte. Halverwege de set trok hij zijn openhangend ruitjeshemd helemaal uit, en werd pas goed zichtbaar wat er zijn t-shirt stond. Een tekening van de Rocking Chair die we kennen van de hoes van een legendarisch Howlin’ Wolf album uit Wolf’s Chess tijd. Het doet deugd te zien dat ook sterren van wie wij zelf T-shirts dragen zelf heel gewoon door het leven gaan, en ook eenvoudigweg een T-shirt van een van hun idolen dragen.

Bon, laten we stilstaan bij wat onze oren aan geluidsvoedsel kregen voorgeschoteld. Zelfs de wat langere songs, Love to Burn nog aan het begin en Danger Bird, op weg naar het einde bleven binnen het originele formaat, en dus onder de 6 a 7 minuten grens, en dat is behoorlijk kort naar Young normen.

Neil naar het strand.
Een verrassing mag wel On The Beach genoemd worden. Het was geleden van 1974 dat hij het nummer nog met een band speelde. Titeltrack van een lp waar ik toch altijd behoorlijk sceptisch heb tegenover gestaan, en nooit heb begrepen, waarom die in diverse overzichtslijsten zo hoog scoort, terwijl de man zoveel betere platen uitbracht. Misschien toch morgen nog eens uit de kast halen, je weet maar nooit. Tijden veranderen en geesten rijpen, probeert men mij nog regelmatig Diets te maken. Een eerste hoogtepunt kwam er snel aan toen hij Mr Soul inzette. Een nummer dat nog regelmatig op de setlist voorkomt, ook al dateert het uit zijn Buffalo Springfield dagen. De versie hier ondersteund met twee extra gitaren, en een naar Satisfaction riekende riff ging er in als koek. Het werd nu wel meer dan duidelijk, dat POTR niet enkel countrysongs leerden toen ze in de voetsporen van papa traden.

Akoestisch kregen we Old Man, From Hank to Hendrix, Are you ready for the Country en Long May you Run van de Stills-Young band periode.

Dat Neil nog steeds een boodschap met zich voert, zal niemand ontgaan zijn. De lichtgevende LOVE balk op een van de versterkers. Het standbeeld van de Indiaan dat Neil steeds meevoert, de gebroken pijl (broken arrow) in het testbeeld op de twee grote schermen links en rechts hoog naast het overigens behoorlijk lage podium. Het is geleden van 2007, in de O2, waar Zeppelin aantrad dat ik nog een dergelijke eenvoudige podium opstelling mocht aanschouwen.

Wie indiaan zegt, zegt uiteraard ook Cortez The Killer, een nummer van het album Zuma uit 1975, dat niets aan actuele waarde heeft ingeboet. Het blijft boeien ook zonder de begeleiding van Crazy Horse. He came dancing across the water, with his galleons and guns. Een beetje geschiedenis kan er wel bij.

Overigens kregen we na het rustpunt van de akoestische set, een loeiharde versie van F*!#in’ Up. Niet dat we iemand in slaap zagen, maar iedereen was opnieuw klaarwakker. Terug naar 1979 voor een Hey Hey, My My (Into the Black), het achtste Crazy Horse nummer van de avond, waarin Neil tijdens de woorden ‘It’s better to burn out than to…’ een stap achteruitzette, en het onhoorbaar werd wat hij echt zong. Ik meen mij te herinneren dat na de dood van Cobain hij ooit zei, van dit nooit meer te zingen.

Volgde onmiddellijk Throw Your Hatred Down, waarin we aangemaand worden de wapens neer te leggen.

Hoe beter een show eindigen dan met de koorzang Keep on Rocking in the Free world. Dik acht minuten lang, met een paar reprises aan het einde, waarbij de temperatuur in de zaal steeg tot kookpunt. Het was mooi.

Als toegift kregen we nog Roll Another Number (For the Road).

Wat kregen de Duitsers, enkele dagen eerder, wat wij niet kregen?

Powderfinger, Everybody knows this is Nowhere en Like a Hurricane, zei het dan wel verspreid over drie steden. Men kan niet overal tegelijk zijn.

Zelf had ik niet te klagen over mijn zitplaats in het publiek. Blok 115 rij 17, dat is het eerste blok rechts van het podium. Schitterende kijk op het gebeuren, maar toch verdient de cameraman die regelmatig op de vingers van Neil zat met zijn rechtstreekse beelden naar de twee grote schermen een grote pluim. Wat daarbij opviel was het gemak waarmee Young zijn gitaren beroerde, de Tremelo hanteerde, en af en toe wisselde van fingerpicking naar een plectrum dat voor hem bij de microfoon standaard op zijn Ipad lag. De handen vertonen de klasse, maar ook de leeftijd, 73 reeds, van deze uitgeweken Canadese boer. ‘Old man look at my life….’ Het wat uitgedunde haar handig verscholen onder een traditionele zwarte hoed, torent boven een nog redelijk rimpelloos gezicht. Op zijn wat ijle stem lijkt de tijd weinig vat te hebben. Voorlopig kan hij er nog , naar ons gevoel, dik tien jaar met doorgaan. Tot de volgende passage in ons landje.

Naschrift: nog nooit ben ik zo snel van, de Slachthuislaan naar de E17 gereden als gisteravond. Tegen de stroom in, via de konijnenpijp, de ring vermijdend. Wie zei daar dat er in Antwerpen file problemen zijn? Onthouden voor later.

———————————————————————————————

Sadelers Concertlist (extract NY tussen 1976 en 2019 – 10 concerten)

1976-03-25, Vorst Nationaal, Brussels, Belgium (solo en met Crazy Horse)

acoustic solo

Tell Me Why

Mellow My Mind

After The Gold Rush

Too Far Gone

The Needle And The Damage Done

A Man Needs A Maid

No One Seems To Know

Heart Of Gold

w/ Crazy Horse

Country Home

Don’t Cry No Tears

Down By The River

The Losing End

Like A Hurricane

Lotta Love

Drive Back

Southern Man

Encore

Cortez The Killer

Cinnamon Girl

1987-05-28, Vorst Nationaal, Brussels, Belgium met Crazy Horse

Mr. Soul

Cinnamon Girl

The Loner

Down By The River

Name Of Love

Heart Of Gold

See The Sky About To Rain

When Your Lonely Heart Breaks

Too Lonely

Opera Star

Cortez The Killer

Sugar Mountain

Comes A Time

Mideast Vacation

American Dream

Long Walk Home

Powderfinger

Like A Hurricane

Encore

Hey Hey, My My (Into The Black)

1993-07-04, Werchter Festival, Werchter, Belgium met Booker T. & The MGs

Mr. Soul

The Loner

Southern Man

Helpless

Like A Hurricane

Love To Burn

Motorcycle Mama

Separate Ways

Powderfinger

Only Love Can Break Your Heart

Harvest Moon

The Needle And The Damage Done

Live To Ride

Down By The River

Encore

All Along The Watchtower

1995-08-25, Pukkelpop Festival, Hasselt, Belgium met Pearl Jam

Big Green Country

Song X

Act Of Love

Downtown

Mr. Soul

Scenery

Comes A Time

The Needle And The Damage Done

Don’t Let It Bring You Down

Mother Earth (Natural Anthem)

Throw Your Hatred Down

Cortez The Killer

Powderfinger

Encore

Rockin’ In The Free World

1996-07-07, Werchter Festival, Werchter, Belgium met Crazy Horse

Hey Hey, My My (Into The Black)

Down By The River

Powderfinger

Big Time

Slip Away

The Needle And The Damage Done

Sugar Mountain

Cinnamon Girl

F*!#in’ Up

Encore

Cortez The Killer

Music Arcade

Like A Hurricane

Encore 2

Sedan Delivery

Rockin’ In The Free World

2001-06-18, Flanders Expo, Ghent, Belgium met Crazy Horse

Don’t Cry No Tears

I’ve Been Waiting For You

Love And Only Love

Piece Of Crap

Goin’ Home

When I Hold You In My Arms

From Hank To Hendrix

Don’t Let It Bring You Down

Pocahontas

After The Gold Rush

Standing In The Light Of Love

Gateway Of Love

Hey Hey, My My (Into The Black)

Like A Hurricane

Encore

F*!#in’ Up

Cortez The Killer

2008-02-12, Stadschouwburg, Antwerpen, Belgium met Ben Keith, Rick Rosas, Ralph Molina, Anthony Crawford and Pegi Young

From Hank To Hendrix

Ambulance Blues

Sad Movies

A Man Needs A Maid

No One Seems To Know

Try / Harvest

After The Gold Rush

Mellow My Mind

Love/Art Blues

Don’t Let It Bring You Down

Cowgirl In The Sand

Old Man

Encore

Mr. Soul

Don’t Cry No Tears

Dirty Old Man

Spirit Road

Bad Fog Of Loneliness

Winterlong

Oh, Lonesome Me

The Believer

No Hidden Path

Encore

Cinnamon Girl

Encore 2
Rockin’ In The Free World

Encore 3

The Sultan

2013-06-08, Vorst Nationaal, Brussels, Belgium met Crazy Horse

Love And Only Love

Powderfinger

Psychedelic Pill

Walk Like A Giant

Hole In The Sky

Comes A Time

Blowin’ In The Wind

Singer Without A Song

Ramada Inn

Cinnamon Girl

F*!#in’ Up

Surfer Joe And Moe The Sleaze

Welfare Mothers

Mr. Soul

Hey Hey, My My (Into The Black)

Encore

Roll Another Number

Everybody Knows This Is Nowhere

2014-08-05, Lokerse Feesten, Lokeren, Belgium met Crazy Horse

Down By The River

Powderfinger

Standing In The Light Of Love

Days That Used To Be

Living With War

Love To Burn

Name Of Love

Blowin’ In The Wind

Heart Of Gold

Barstool Blues

Psychedelic Pill

Cortez The Killer

Rockin’ In The Free World

Encore

Be The Rain

Who’s Gonna Stand Up?

2019-07-09 Antwerp Sportpaleis

Mansion on the Hill – (Neil Young & Crazy Horse cover)

Over and Over – (Neil Young & Crazy Horse cover)

Mr. Soul – (Buffalo Springfield cover)

Love to Burn – (Neil Young & Crazy Horse cover)

The Loner – (Neil Young cover) (tour debut)

When You Dance, I Can Really Love – (Neil Young cover)

On the Beach – (Neil Young cover) (live debut by NY+PotR; first since 2003)

Unknown Legend – (Neil Young cover)

From Hank to Hendrix – (Neil Young cover)

Old Man – (Neil Young cover) –

Are You Ready for the Country? – (Neil Young cover)

Long May You Run – (The Stills–Young Band cover)

Fuckin’ Up – (Neil Young & Crazy Horse cover)

Cortez the Killer – (Neil Young & Crazy Horse cover)

Cinnamon Girl – (Neil Young & Crazy Horse cover)

Danger Bird – (Neil Young & Crazy Horse cover)

Hey Hey, My My (Into the Black) – (Neil Young & Crazy Horse cover)

Throw Your Hatred Down – (Neil Young cover)

Rockin’ in the Free World – (Neil Young cover)

Encore:

Roll Another Number (For the Road) – (Neil Young cover)

20 nummers



Mei 2019 – dag 5,6 – Hay-Abergavenny-Cheltenham-Woodstock

Zes dagen onderweg Posted on 03 jul, 2019 14:05

Six days in May: dag 5

Wie naar Hay komt doet dit, of om er in de omgeving te wandelen, of om er naar boeken te zoeken, of om er aan het jaarlijkse literaire festival deel te nemen. Een gebeurtenis, die jaarlijks eind mei of begin juni, tienduizenden naar dit bergdorpje lokt, om er de crème de la crème van de literatuur te ontmoeten.

Ik ken intussen in het dorp enkele plaatsen die ik zeker wil aandoen. Ik mag zeggen dat ik er blindelings mijn weg kan vinden tussen de honderduizenden boeken, mocht dat nodig zijn. Overal staan ze, netjes gerangschikt per onderwerp of auteur. Op die manier kan ik jaarlijks een aantal shops skippen, omdat literatuur voor kinderen, poëzie en religieuze onderwerpen, mij niet onmiddellijk interesseren. Want geloof mij vrij, binnen een dag raak je nooit rond. Iets wat ik al herhaaldelijk heb mogen ondervinden.

Maar first things first, en dus rep ik mij naar Haystacks (what’s in a name?), want muziek prefereert nog steeds, en ik wil de nieuwe shop wal eens van binnenuit zien. Meer vinyl, en nog wat rekken met gewone literatuur, die hij overhield van de vorige eigenaar, en die hij nu probeert te slijten aan halve prijs. Uiteraard om de rekken nadien te kunnen opvullen met meer stapels muziek die nu nog liggen te wachten in een belendend achterkamertje. Ik browse door zijn wall of sound die helemaal opgevuld is met muziek cd’s. Wat ik er deze keer vind, zijn vooral luxe heruitgaven met extra bonus discs. ‘461 Ocean Boulevard’, ‘Band on the Run’, net als ‘McCartney 2’ behoren tot deze categorie. En uiteraard ook zeldzame dingen zoals de opnamen van Alexis Korner waarop Duffy Power zingt, daterend uit het begin van de jaren zestig. Een ‘net wat meer’ technisch boekje waarin de muziek van de Beatles wordt ontleed.

Mijn vondst van de dag, waardoor nu al deze dag niet meer stuk te krijgen is, wordt ‘The Old Hyde’ van ‘Deborah Bonham’, en dat zelfs nadat ik vaststel dat ik de cd reeds thuis heb. Deze versie, want het is wel degelijk een andere versie, heeft een veel mooiere hoes, beter tekstboekje, en als bonus een extra live CD, waarop ik onder andere de Zeppelin cover The battle of Evermore aantref.

Uit de ‘cheap section’ neem ik verder nog drie ‘Katherine Jenkins’ expanded cd’s. Zoals gewoonlijk krijg ik de hele handel aan een afgerond prijsje. Die gast weet hoe hij aan klantenbinding moet doen. We babbelen nog wat. ‘Klopt het?’ vraag hij, ‘dat je in Holland geen cd’s meer vind?’ Nu dat lijkt er mij toch wat over, al is alles uiteraard mogelijk. Bon ze hebben het hoofdzakelijk aan zichzelf te danken door Free Record Shop massaal te omarmen. Een keten die op enkele jaren tijd de, zogenaamde detailhandel heeft kapot geconcurreerd. Lees er het boek ‘Free’ maar op na van de intussen overleden van ‘marktkramer tot tycoon’ geworden eigenaar.

Op naar ‘Addyman’s’, een zaak die binnenin zou verfraaid zijn met het interieur van een Transcarpathisch kerkje. Ik merk het niet echt. Het boek over ‘Page’ merk ik daarentegen wel onmiddellijk op, net als een ander boekje waarin elke song van ‘Zeppelin’ wordt uitgelegd. Voor de rest zie ik er voornamelijk stuff die ik er ook al eerder zag. In een paar andere shops is dit net zo. Krijgen ze te weinig aanvoer? Zijn gedrukte boeken op de terugweg? Wie zal het zeggen.

Neem nu in ‘Hay Cinema’ waar een boek staat dat handelt over ‘Guns and Roses’, ‘The band that time Forgot’. Het ironische is dat uitgerekend dit boek er al enkele jaren staat. Geen hond die er in is geinteresseerd. Browsen door de honderden cd’s levert mij enkel een in een luxedoosje verpakte jazzcollectie op die door Jazz FM werd uitgebracht ter ere van de Beat Generation. ‘Kerouac’ declameert zelf in een vijftal stukken, tussen de nummers door van Coltrane, Davis en ander kort-na-oorlogse tijdgenoten.

Wie in Hay een beetje zoekt vindt er minstens wat over watermolens, of windmolens, of over de wolindustrie in Pembroke, waar Vlamingen ooit thuis waren rond 1330.

Tussendoor wip ik binnen bij ‘Shepherds’ voor ‘a pot of tea’ en een rozijnenbroodje uit de oven.

Mijn avondwandeling is een herhaling van de avondwandeling van een jaar geleden, maar dan wel in omgekeerde richting. Het weer is precies hetzelfde als toen. ‘Mijn bank’ staat er nog steeds, en de inspiratie om te schrijven vind ik er eveneens opnieuw.

In de ‘Blue Boar’ serveren ze nog altijd de beste vegetarische ‘Glamorgan Sausages’, en smaakt een ‘pint of bitter’ nog atijd even goed.

Voor de tweede avond op rij sluit ik af, dankzij VRT.nu met de ‘oergezellige heren Zinzen en Van Cauwelaert’ die de politieke avond evalueren samen met ‘Ivan De Vadder’.

Persoonlijk ben ik hier nog niet over Brexit begonnen. Ik geef ze liever zelf de kans om er eventueel wat rond te zeggen. En dat gebeurt amper. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen, dat ze er intussen wat beschaamd over zijn geworden.

Six days in May: dag 6, woensdag, 15 mei

Een toffe babbel met Sally terwijl ik afreken. Mijn bedenking van, vorig jaar lijkt min of meer correct. ‘Ze moeten als nieuwelingen nog een en ander leren’. En dat hebben ze gedaan. De man werd naar het achterplan verbannen, en Sally, is gegroeid in de job, en het valt zelfs niet meer op dat ze amper een jaar bezig zijn in deze B&B. Ze beloofde mij dat ze de volgende keer een single room voor mij zou bewaren. En ook hier kreeg ik hetzelfde identieke ontbijt als gisteren, maar bon hier kies je de ‘onderdelen’ wel zelf. Toch waren er ooit andere tijden, toen B&B’s nog niet zo gereglementeerd waren, en veel minder op mini hotelletjes leken.

We babbelen verder over honden, links rijden, woelige baren op zee, en nog wat dingen.

Het is bij tienen wanneer ik nog even Hay inrij, naar de shop met de ijzeren varkentjes, maar die ‘bietekwiet’ ziet het blijkbaar niet zitten om al om tien uur open te maken, of misschien maakt hij zelfs niet eens open op woensdag. Wie zal het zeggen?

Te ‘Abergavenny’, parkeer ik de auto op de parking van ‘Morrisons’, de supermarkt. Mag je twee uur gratis staan. Maar opgelet, ze filmen bij het in- en uitrijden je nummerplaten, en ze beloven je een aangepaste rekening bij de minste overtreding. Ik probeer toch maar niet of ze ook toegang hebben tot de Belgische nummerplaten. Tegenwoordig kan alles via het internet, en privacy zal in deze ook wel niet gelden.

Bij de markt koop ik enkele cd’s. Eentje waarop nummers staan van o.a. de ‘Four Rockets met een jonge William Souffreau’ en ‘John Woolley en Just Born’. Moet ik daarvoor helemaal naar Abergavenny reizen?

Staat die man er toch wel opnieuw zeker, hij die bij een vorig bezoek, een rist Beatlesprentjes aanbood. Heb ik er 59 van de 60, maar miljaar, welk ontbrak er nu ook alweer? Ik bel de ‘lady of the house’, en hoop dat ze er is, en dat ze de moeite wil nemen om uit te zoeken welk nummer ik nodig heb. Ik heb geluk. Na drie keer checken blijkt het om nr 45 te gaan. Lap zit er niet bij…

‘Wacht’ zegt de man, ‘dit zal je interesseren’, en hij toont mij een origineel verzamelmapje met Beatlesprentjes. ‘75 pond, maar het is niet volledig.’

‘Luister, ik ga geen onvolledige reeks kopen, omdat ik er amper eentje nodig heb. En mogelijks zit dat er zelfs niet eens bij’.

‘Mijn probleem is dat in mijn reeks echt maar een nummer ontbreekt.’

‘Fair enough’ kucht hij, en opent het plastiek omhulsel. Hij toont mij effectief nr 45. Ik bekijk het, ook langs de achterkant, en dan spreekt hij de magische woorden: ‘you can have it for a fiver’. Het is duidelijk dat hij mij in de tang heeft, maar wat kan ik doen?

Of ik koop alles voor 75 pond, en verkoop nadien alle dubbele door voor een prijs. Maar heb ik daar echt wel de tijd voor?

Ik betaal de vijf pond. Ik gelukkig, en hij gelukkig, want 100 procent winst voor hem. De prijs van 75 zal hij wel niet verlagen, omdat er nu een prentje minder in het pakket zit.

Buiten op een bank waar ik mijn net gekocht broodje eet, wordt ik besprongen door een hondje van een wat oudere man, die naast mij heeft plaats genomen en die spontaan een en ander begint te vertellen.

Wanneer je in je eentje een stadje als Abergavenny inloopt, en je wil enige conversatie, dan volstaat het een wat opvallende t-shirt aan te trekken, zoals deze waarop enkel te lezen staat: ‘To do list’, met een streep er onder en dan ‘Nothing’ er bij. Nogal wat vrouwen en ook mannen vinden dat best leuk, en wensten vooral dat zij dat ook konden zeggen. ‘Zitten die hier dan niet voor de fun in deze overdekte markthal?’, vraag ik mij daar bij af.

Zitten zij hier echt om het zout op hun patatten te verdienen? Dat lijkt mij er toch wat over. Is dit het echte Wales, waar ook ‘Odin Copper’ toe behoort, die elke dag Keltische logo’s op t-shirts strijkt in ‘Llanberis’ bij het ‘Slatemuseum’. Iets waar de toeristen enkel het mooie van zien. Ik denk hierbij ook aan ‘mijn goede vriend’ in zijn Haystack platenwinkeltje, dat elke dag van de week open is. That’s Welsh life.

Iets wat je je kan afvragen over de meeste winkeltjes in Hay, want je mag er komen wanneer je wil, ze zijn altijd open, behalve dan die Pipo met zijn ijzeren varkentjes.

Zeven dagen op zeven in een kleine ruimte zitten met je muziek, vinylplaten mechanisch opkuisen, Af en toe een cd’tje opleggen, en wat babbelen met de bezoekers. Vooral dat laatste moet wat zin geven aan zijn bestaan, bedenk ik dan.

Vandaag al meerdere keren bedacht dat we uiteindelijk maar een leven hebben om doorheen te fietsen. En dat wil je toch niet opsouperen aan eender welke dagelijkse zich steeds maar herhalende bezigheid? Kun je in dergelijk geval thuis, want hij woont elders, nog genieten van muziek? Een eigen collectie uitbouwen? I doubt it.

Bij WHSmith’ rits ik wat tijdschriften mee, die bij ons of moeilijk te vinden zijn, of er het dubbele kosten. ‘Mojo’, ‘Blues Matters’ en ‘Shindig’ mogen mee naar huis.

Ik laat het zonnige Abergavenny, ooit bezongen door ‘Marty Wilde’, de vader van ‘Kim’, achter mij. Wat is er trouwens van die hele familie Wilde, die niet eens zo heten, geworden? De jongste ‘Ricky’, ooit een kindsterretje, die zong over zijn ‘Longhaired Lover from Liverpool’, is naar verluidt producer geworden. Is Kim getrouwd, en heeft ze nu zeven kinderen, en zestien achterkleinkinderen, en breidt ze daar kousen voor? Het was leuker in de dagen dat ze zong over ‘Cambodja’, ‘Checkered Love’ en meer.

Bijna twee uur zet ik er op, langs heerlijke binnenwegen door bosrijke en bergachtige omgevingen, eer ik ‘Cheltenham’ binnenrijd, op zoek naar het derde kerkhof tijdens deze tocht.

Onderweg tijdens de rit door het ‘Forest of Dean’ luister ik naar de in de markthal gekochte CD met Belgische garagebandjes. Al zal ‘den John’ dat mogelijks niet zo graag horen. CD’tje met de b-kant ‘The place where she lives’ van de enige Four Rockets single. Een echte ‘Kinks’ doorslag, maar wel goed. John Woolley en Just Born staan er met twee nummers op: ‘Look and you will find’, en ‘You’re Lying’, beide nummers waarop de gitaar voortreffelijk werd gehanteerd, door een bierbrouwer uit Mere, die we toen kenden als ‘Jeff Stone’.

Recht toe recht aan langs one track roads rij ik van Abergavenny richting ‘Monmouth’, de poort van Wales, en kom ik ook langs ‘Rockfield’. De naam heeft origineel niets vandoen met rock muziek. Dat kwam pas veel later, toen er in dat landelijke stukje van de wereld studio’s werden geopend, waar o.a. ‘Queen’ neerstreek om er ‘Bohemian Rhapsody’ op te nemen. Ook ‘Bad Company’ verbleef er. En de alom gekende band ‘Tal Van Anderen’.

Brian Jones 3 juli 1969

Het ‘Cheltenham Cemetery’ zat nog niet bij mijn favoriete opgeslagen plaatsen in de GPS, en dus wordt het toch wat rondrijden, al herinner ik mij van enkele jaren geleden, dat het in de buurt van ‘Oxford Road’ lag, en dat treft, want al snel verschijnen er borden langs de weg, waar nu ook het crematorium op staat aangeduid. Ik rij het kerkhof op, met de auto, dat mag hier, en parkeer mij waar ik altijd al parkeerde op amper enkele meters van diegene over wie ‘Don McLean’ in 1972 zong: ‘and moss grows fat on a rolling stone’. De rechtopstaande steen ziet er nog even onderhouden uit als vroeger. Nieuw is dat er tegenover het graf een zitbank staat, die geschonken werd door: ‘members of golden stone’. Voor de steen staan bloemen, en achter de steen ligt nog altijd de plastieken doos, met memorablilia, en een agenda, waarin ook enkele komende gebeurtenissen staan, naast hier en daar een aantekening van een bezoeker. Niet zo veel, eigenlijk, en dat zal er allicht met te maken hebben, dat jongere fans, vermoedelijk niet zo bekend zijn met waar Jones vandaan kwam. In de agenda wordt een wandeling aangekondigd einde mei, maar er staat nagenoeg niets in over 3 juli, wanneer het precies vijftig jaar geleden zal zijn dat Brian Jones zijn tranendal verliet.

Alle drie de graven die ik bezocht, herbergen mensen die het gemaakt hadden, maar uiteindelijk toch niet van het geluk proefden dat daar bij hoort. Brian Jones, de enige oprichter van de ‘Rolling Stones’, zag ‘zijn’ groep uit zijn handen glippen, wanneer ‘Jagger’ en ‘Richards’, zo nodig in de voetsporen van ‘Lennon en McCartney’ wouden treden, om songs te produceren die ‘echt’ verkochten. Iets wat Blues en Rhythm en Blues in feite nooit deed. ‘Eric Clapton’ stapte om dezelfde reden uit de ‘Yardbirds’, om het commerciële te ontvluchten, en blijven op zoek te gaan naar de pure blues. Dat had Jones ook moeten doen, maar in plaats daarvan koos hij er voor, om het dan maar ‘op zijn manier’ te beleven, en de drank en drugs er maar bij te nemen, en dat tot op het ogenblik waarop ze niet alleen zijn band, maar ook nog eens zijn lief afpakten.

Jones moet zich al afgevraagd hebben wat al die auto’s die achter hem doorrijden te betekenen hebben. Zij volgen de wegwijzers naar de nieuwe kapel en het ernaast gelegen crematorium. Het kerkje waar ooit een ceremonie voor Brian werd gehouden, wordt niet meer gebruikt. Ik liep er ooit binnen tijdens een begrafenis, meer om er naar de wc te gaan, dan om de begrafenis bij te wonen. In die wc ruimte hingen vrij grote spiegels. Het was nog in de tijd van de eerste digitale fototoestelletjes, en ik bedacht dat het wel leuk zou zijn om een foto van mijzelf te maken via die spiegels. Het woord selfie was toen nog bijlange na niet uitgevonden.

Ik moet verder langs het van mijn jeugd. Boten wachten niet. ‘Jimi Hendrix’, ‘Alvin Lee’, ‘Joe Cocker’, ‘Al Wilson’, ‘Keith Moon’, allemaal hebben ze twee dingen gemeen. Ten eerste, spelen ze nu in het grote orkest, ergens in de hemel, op gouden gitaren, en eten rijstpap met gouden lepeltjes, en ten tweede speelden ze met zijn allen op het Woodstock festival. Een festival gehouden te Bethal, omdat het niet mocht in Woodstock, en de affiches waren al gedrukt, dat helemaal uit de hand liep, en dat dankzij de film toch wereldvermaard werd. In die mate zelfs dat men nu vijftig jaar later, een nieuw festival wilde organiseren ter herinnering. Maar zie dat loopt ook al goed fout en gaat dus meer dan waarschijnlijk niet door.

Voor mij vormt het een mooie link tussen Cheltenham en dat dorpje in de buurt van ‘Oxford’, waar zich het allereerste verhaal van detective ‘Morse’ afspeelde, langs ‘Woodstock Road’. ‘Churchill’ werd er geboren op ‘Blenheim Palace’. Een doeninkske van zowaar een vierkante mijl, dat ik ooit bezocht met zoon Bram.

Vandaag stop ik in het enige echte originele Woodstock voor mijn afternoon koffie. De vermoedelijk laat open zijnde tearoom eigenaar keert niet het bordje van Open naar Closed, wanneer ik er voor de deur parkeer. Dan maar naar cafe ‘The Starr Inn’, waar een vlammende rosse mij een grote Americano serveert voor 2.50. Ik werk mijn dagboek bij.

Met lichte vertraging cirkel ik rond Oxford, voorbij het Wolvercote Cemetery. Wolvercote dat via de ‘Wolvercote tongue’ figureert in een Morse verhaal trekt mijn aandacht.

Het is intussen zes uur geworden, en tot Dover heb ik nog 150 mijl te karren. Nog een korte stop langs de M25 bij de Cobham services, waar Starbucks mij een laatste koffie schenkt, en ik een laatste maal mijn mails check.

Net op tijd, rij ik het laatste stuk A20 tussen Folkestone en Dover, waar borden mij om de haverklap vertellen dat de A20 na de M2 gesloten is. In het kielzog van een grote truck negeer ik alle borden, en rij precies op tijd, alweer als laatste de boot op. Eenzaam en alleen wordt het ‘fish en chips’ in de foodcourt, waar de kok mij vraagt, of ik toch niet tot de freight drivers behoor. Dat zou voor hem net iets makkelijker geweest zijn, want dan hoefde hij zijn potten en pannen niet eens op te warmen. Freight drivers beschikken over een eigen restaurant. Later net buiten Calais rijdt de ene na de andere vracht voerder mij voorbij. Snelle jongens zijn het, en allemaal rijden ze in witte bestelwagens uit Roemenië en Polen. Ik vraag mij af of die ook moeten voldoen aan de rust en wachttijden waaraan de ‘grote’ truckchauffeurs’ gebonden zijn.

Het is half twee, UK time, wanneer ik na 1700,3 km mijn bed opzoek. Goodnight.



Mei 2019 – dag 4 – naar Stratford en Hay

Zes dagen onderweg Posted on 02 jul, 2019 01:22

Brian meldt dat Hilary gisteren nog naar mij vroeg. Ze ligt al van bij Pasen in Cambridge in het ziekenhuis, met een longontsteking, maar zou nu eindelijk naar huis mogen.

Ik wens haar goed herstel, betaal, en start een twee-en-een-half uur lange tocht naar Stratford-Upon-Avon voor een pitstop, inclusief koffie en ‘scone met jam’ bij Bensons. Ik kan er in de buurt van B&B The Hollies twee uur gratis parkeren. Dat moet volstaan, om al kringwinkelend, een paar mij vertrouwde ‘second hand’ shops in te duiken. De scone is vers, en naar mijn gevoel met volkoren meel gemaakt. Is het om die reden dat ze bij het teruglopen nogal zwaar op mijn maag ligt? Ik merk nog net dat een mannelijke ‘lovely Rita metermaid’, in een geelgroen hesje de zijstraat inloopt waar ik de auto heb achtergelaten. Een kwartier te laat zijnde zit dit precies niet echt goed. Oef, hij controleert eerst de andere kant van deze straat, waar je langs beide kanten mag parkeren. Die enkele foto’s die ik maakte bij het Shakespeare theater zorgden voor mijn vertraging.

Een dik half uur heb ik nodig om naar Tanworth-in-Arden te rijden. In de praktijk iets langer, omdat ik even een stuk snelweg niet oprijdt, vanwege een aanschuivende file, daarbij een ‘wegen-onderhoud-camion’ volg, met de redenering: die zal het wel weten. En dat lukte nog ook. De maag is wat tot rust gekomen, na wat zonnen op de bank tegenover café de Bell, bij de kerk in Tanworth. Dit is een plaats waar ik enkele jaren geleden nooit raakte, vanwege mijn toenmalige Mio gps die mij daar echt niet wou heen sturen.

Elke rechtgeaarde muziekliefhebber snapt al lang wat ik hier te zoeken heb. Onder een weelderige boom ligt de veel te vroeg gestorven Nick Drake, en intussen ook zijn moeder. Er staat een bord bij het graf waarop gevraagd wordt om dit niet te ontsieren door er allerhande prullaria achter te laten. Toch ligt er voor de vrij eenvoudige rechtopstaande steen, een briefje en wat beschilderde keien. De man heeft amper drie platen gemaakt, heeft tijdens zijn leven nooit echt succes gekend, en is toch wat vreemd aan zijn einde gekomen. De enige reden dat zijn platen blijven verkopen is uiteraard omdat ze nog verkrijgbaar blijven, en daar heeft zijn toenmalige manager voor gezorgd. Uiteindelijk was het zowat het enige wat hij nog kon doen. Drake was een gevoelsmens, die het niet kon verkroppen, dat wanneer hij speelde er mensen achter in de zaal pinten stonden te drinken, en niet luisterden. Hij was een muzikant, en geen entertainer, maar dat hoorde er nu eenmaal bij. Zijn laatste rustplaats is een aanrader voor wie in een rustig dorp, zich wat zen wil voelen, op een zeer aangenaam en vooral groen bomenrijk kerkhof.

Maar ik moet verder, wil ik ook in Rushock nog het kerkhof halen, waar alles nog duizend keer stiller en rustiger is. John Henry ligt daar onder een grote spar. In het kerkje kan je er je eer betuigen en je naam in een boek schrijven. Iets wat nog wekelijks meerdere mensen ook doen. Ze komen naar dit kerkje op de heuvel, gereden langs ‘one track roads’ smalle met hagen afgezoomde wegen. En ze komen uit Japan, Zweden, Amerika, België. Ze komen echt van overal ter wereld, om er de beste drummer die de wereld ooit kende te groeten.

Ik loop het hekje door, samen met nog een gast met een fototoestel, die duidelijk ook direct weet welke richting hij uit moet stappen. Ik laat hem maar eerst een positie in nemen, maar dat zit niet goed, want op dit uur zit de zon compleet verkeerd. Ik vraag terloops of hij hier wel meer is geweest. Blijkt dat hij fotografie studeert, en elke maand krijgen ze daar een opdracht. Deze keer is het thema songtitels van Queen. Ik kijk waarschijnlijk net verbaasd genoeg, want hij gaat verder: ‘ik koos als titel: Only the good die young’. Dus toch een fan. Op mijn vraag of hij ook weet waar John Bonhams broer ligt begraven moet hij ontkennend antwoorden, al denkt hij dat het ergens in Redditch moet zijn, want daar woonden ze ooit. In Redditch bezochten we in 2017 tijdens de TIMS Midtour nog de naaldenfabriek waar ooit quasi alle kopspelden van de wereld werden gemaakt. Wie er een job had kon er van op aan dat hij of zij niet al te oud werd.

Aan de achterkant van de grafsteen staan opnieuw massa’s drumsticks opgesteld. Het lijkt wel alsof nogal wat bezoekers drumsticks meebrengen wanneer ze naar hier komen. Vooraan deze keer geen cd’tjes en dergelijke maar drie heuse grote cymbalen, waarop je onder andere Zoso en Coda kan lezen.

Ik loop, het kerkje binnen, waar de klink van de binnendeur is verdween, maar je de deur toch openkrijgt, mits je wat morrelt aan het slot. Het memoriam boekje ligt er nog steeds. Al is het sinds ik de laatste keer langskwam een nieuw exemplaar. Iemand houdt dat vermoedelijk bij. Deborah?

Bijna twee uur later kom ik aan te Hay. Ik wordt er hartelijk ontvangen en heb zelfs nog de keuze uit twee kamers. Tijdens mijn avondwandelingetje door Hay stel ik vast dat het kasteel compleet in de stijgers staat. Eindelijk wordt er dus gerestaureerd. Haystack Records is inderdaad verhuisd naar een net wat grotere ruimte twee ‘sheds’ verderop. De eigenaar heeft in dit nieuwe pand nog amper een uitstalraam. Enkel een klein venstertje. De toegang bevindt zich achter een grote poort, die overdag vermoedelijk openstaat. Ik wandel langs Addyman’s, waar ze altijd over een grote voorraad muziekboeken beschikken. Er ligt een Jimmy Page voor het venster. Hopelijk vind ik dat hier morgen nog terug. Kortom ik heb alweer een doel om voor te leven. Ik sluit af in de Blue Boar bij een koffie.