It’s over.
De Brug is opgeruimd. 500 bezoekers op de Amber Reünie. Een succes van het begin tot het einde. Beter kon echt niet. Nog voor het aanvangsuur stonden ze er al. Enkele tientallen, bij wie het al enkele uren moet gekriebeld hebben.
Halfacht, bij een aangepast en sfeervol Flamingo van Earl Bostic stroomde de zaal langzaam vol. Nog voor 22:00 uur waren alle 500 tickets de deur uit.
Voor het Amber Reünie Team, een organisatie die zijn eerste stappen zet in de entertainmentwereld een onverhoopt succes. Uiteraard mede dankzij het collectief geheugen en het feit dat Den Amber toch wel “iets speciaal” moet zijn geweest. Een modern groot hotel, dat op dezelfde plaats kwam in de Korte Nieuwstraat heeft dan toch niet alle sporen van Den Amber kunnen uitwissen, en zal dat in de toekomst ook niet kunnen.
Op de achtergrond werd een zeldzame foto van Den Amber geprojecteerd. Het spetterend feestje kon los barsten. En dat met een programma om u tegen te zeggen.
DJ Sets.
Klokslag acht uur werd er afgetrapt met de DJ set van de Ferre. Ferdinand Tolleneer hield de Amber open als cafébaas van 27 augustus 1975 tot 31 december 1981. Hij was het die komaf maakte met de jukebox uit de dagen van zijn voorganger (De Soef). Een discobar en een set progressieve platen deden hun intrede. En het waren nu net exact die zelfde platen die onze Ferre, samen met zijn bevallige assistente, onder zijn arm mee binnen bracht. Het krakje hier en daar namen we er graag bij. Overigens zelfs de draaitafels waren puur vintage. Een meer dan 30 jaar oude DJ Console uit Engeland die de tand des tijds mooi had doorstaan. Net als het publiek trouwens.
De Ferre deed er, uiterst professioneel, zelfs enkele weken over om uit zijn verzameld vinyl erfgoed, een mooie playlist te puren.
Dit was gevonden vreten voor de echte, al wat oudere, muziekliefhebber. Via een streepje klassiek, wat elektronische geluiden, de symfonische geluiden van Yes werd er naar het betere rockwerk uit de jaren 70 toe gewerkt. Enkele nummers uit de Amber’s Onderd passeerden de revue. Faith Healer van The Sensational Alex Harvey Band (nummertje 4) deed menig oogje glinsteren bij het publiek. Helemaal te gek werd het bij het nummer een, Lynyrd Skynyrd’s Free Bird.
De naalden ploegden zich een weg door het vinyl. Voor het podium was het genieten van “De benje van de Kloin Gitarkes”, die voor de gelegenheid hun luchtgitaren hadden omgegespt. Enkele fotografen smulden er van. Ferre eindigde zijn set op een aller intiemste wijze op de tonen van de Pretty Things’ Loneliest Person . Wie het aandurfde om net als zoveel jaren geleden te vragen: “Ferre van wie is dei ploat”, kreeg nog altijd hetzelfde antwoord: “Va moa”. (Van mij)
Het applaus was dan ook terecht verdiend.
Verzoekjes werden genoteerd, en uit de PC getoverd door DJ Dirk. Hij beschikte over de meest ruime selectie muziek die nog in ons collectief geheugen zit. Je kon zo van zijn gezicht aflezen dat dit hem uitermate beviel.
Live muziek.
Dit werd een avond om van te snoepen, en het mooiste moest nog komen. Reikhalzend werd uitgekeken naar het betere live werk dat er aankwam.Een band, door de Soef speciaal samengesteld, voor deze gelegenheid.
De Soef, (William Souffreau) was de eerste eigenaar van Den Amber, na Vader en Gilbert, die het café tot een place to be voor de echte rockliefhebber liet uitgroeien. Een jongerencafé waar de betere muziek te horen viel, en waar de jongeren al dan niet alternatief of niet hun tweede thuis vonden. Daar waar de jeansvest, het lang haar en andere hippie achtige toestanden doodnormaal werden gevonden, ook al dachten de ouders daar vaak ten onrechte anders over. Vanavond kon gemerkt worden dat het met de meesten dus toch nog allemaal goed is gekomen.
De kern van de band bestond uit de huidige Irish Coffeeleden William, De Cammen en Franky Cooreman. Er werd afgetrapt met het toepasselijke The Show en deze opener liet al direct aanvoelen waar het zou heen gaan deze avond. My Generation was een goede tweede.
Tijd voor enkele gastzangers en gastgitaristen. Johnny Melkenbeeck beet de spits af met Water of Love, Ain’t got no money en het van de Steve Miller Bang gekende Rockin’ Me. Arnold De Schepper, zonder Isopoda versterking bracht wat Beatlemuziek, I saw her standing there, om dan helemaal los te gaan op de gitaar tijdens Sunshine of your love van Cream en Hey Joe van Hendrix. Graag meer van dat. Maar John Woolley stond al te trappelen in de coulissen. En wie Woolley zegt denk aan Fogerty en de zijnen. Green River, Suzy Q. Helemaal rock and roll werd het met All shook Up van Elvis.
Tijd voor alweer een verrassing. Een optreden van de voor de gelegenheid weer bij elkaar gesprokkelde Blues Bronders, annex Night Time Heroes. Met onder andere een schitterende Karel Meganck, de master of ceremonie die de smoelschuiver handig bespeelde. Bijgestaan door Herwig Bomon op drums (hij had er een rit van meer dan 4500 km vanuit het verre Portugal voor over), legende Eddie Piens, en natuurlijk de broers Peter en Johan Bronder. Zij brachten een, en dat mag onderstreept worden, zeer sterke set. Te beginnen met Route 66, Red House, Miss You, Cocaine, Why get up, en eindigend met Hootchie Cootchie Man. Stomende bluesrock, waar wij wel pap van lusten.
Er werd geëindigd met Irish Coffee die ons een door William voor de gelegenheid gecomponeerd nummer over de vergane glorie van Den Amber brachten. They’ve torn the playhouse down. De tekst is nu al op Facebook te vinden. Een opname digitaal of CD zit er aan te komen.
Zoals te verwachten kregen we er een uitmuntend Whole lotta love bovenop. Worden stemmen beter met de jaren? Je zou denken van wel. Achtenzestig, en toch nog een schitterend keelgat. Een duet met Plant staat op ons verlanglijstje. Wie weet ooit.
Geëindigd werd er met alle muikanten samen die het toch wel toepasselijke It’s all over now brachten.
Een programma opgebouwd rond nostalgie, dat mag je wel zeggen, maar toch, op deze muzikanten zit nog geen sleet.
We kregen enkele door Aalst.TV gemonteerde filmpjes waarin oud-Ambergangers werden geïnterviewd.
DJ Florre kreeg de zware taak toegemeten om het publiek na de stomende set van de liveband verder te plezieren. En dat lukte aardig, met muziek die: dan weer teruggreep naar de tijd van de eerste Amber jaren. De tijd van Vader en Gilbert De Meester. Voorwaar geen makkelijke opdracht, maar de overheerlijke rockabilly, rock and roll, en de betere rock uit de eerste dagen van de Amber gingen er in als koek. Er werd al eens een been los gegooid, wat zelfs niet geprogrammeerd was, want de Amber was toch vooral een luister en praatcafé.
De Florre schoof de zilveren schijfjes als waren het vers gebakken broodjes in de cd-laders. Korte maar krachtige vooral dansbare muziek. Enkele hoogtepunten uit de set van de Florre: I know the bride, van Rockpile en Dave Edmunds, … het publiek kon dit zeer goed smaken. Aandacht voor de bluesrock van onze noorderburen.Je zag menig keeltje opengaan om mee te brullen op deze veel te weinig gehoorde pareltjes uit het muzikale erfgoed.
Ondergetekende mocht de nachtshift voor zijn rekening nemen, onder het motto: we zullen doorgaan tot het vat af zal zijn. Iets waar we op een haar na nog in slaagden ook.
Een memorabel eerste halfuur met een setje dansbare krakers, gaande van Chic tot James Brown, over de ode van de Hollies aan de Long cool woman in a black dress. John Fogerty ging er nu ook weer in als koek. Muziek uit de nadagen van de Amber.
Het merendeel van de verzoeknummers ging de richting uit van wat we tegenwoordig Classic Rock noemen: Led Zeppelin, Iron Butterfly, Bad Company, Rolling Stones.
Het zomeruur deed zijn intrede, tijd om af te ronden met zachter werk van Moody Blues, Terry Reid en the Firm, waarbij we trapsgewijs zakten naar een lager geluidsniveau. De gasten mochten nog enen paar uur nagenieten, eeuwige vriendschappen sluiten, en hun weg naar de uitgangen zoeken. Het was mooi geweest.
Het werd nog een hele klus voor de organisatie om ook de laatste gasten naar buiten te begeleiden.
Het leek er even op of dit weekend heel even of de seventies terug waren. Niemand wou het magische moment laten ophouden. Toch nog even vasthouden, nog heel even afscheid nemen van een lange niet meer geziene of gehoorde kennis. Genieten van de zwoele lentenacht buiten. De avondlucht opsnuiven, of was het al ochtend gloren dat daarginds werd geboren. Het was mooi. This magic moment, past hier toch wel bij.
Enkele hoogtepunten:
Een publieksopkomst van 500 personen. Dit zijn geen cijfers van de politie.
De reünie van de Blues Bronders.
Steengoede muzikaal erfgoed van pakweg 40 jaar geleden.
Een smetteloze organisatie, en vooral voldoende drank, en tijd en mensen om te bedienen.
Vier gelijkgestemde dj’s die maar wat graag in hun oude collecties doken.
En vooral Gizelle De Schepper die het boeltje ingang trok, het levend hield, het stuurde, en het vlekkeloos tot een goed einde liet lopen.
Technisch af, zonder problemen. Misschien dus toch iets dat niet echt Seventies was.
Een liveband die er stond, en er vooral zin in had.
Tot slot:
En vooral, u publiek, dat er van genoten heeft en dat hier vast en zeker nog lang zal over napraten.
In de toekomst volgt er nog een nagebeuren, waarbij de gemaakte winst aan een goed doel zal worden geschonken.
Meer van dat….
Uw reporter ter plekke….