Daar is de lente, daar is de Amber Reünie.
Het laatste weekend van maart, waarbinnen nog steeds, de overgang van winteruur naar zomeruur op het programma staat, begint in Aalst stilaan ook het weekend te worden waarop de vroegere bezoekers van cafe Den Amber afzakken richting Buurthuis De Brug om er, hoe kan het ook anders elkaar te ontmoeten.
2014 zijn ze er nog, de oud-klanten van café Den Amber?
Ter gelegenheid van een eerste reünie, mochten twee van de toenmalige en intussen legendarische barhouders muziek presenteren uit de tijd waarin zij er de jeugd verwelkomden. De Ferre haalde zijn nu al mythische lp’s van zijn zolder, stofte ze af, en legde ze voorzichtig op de vintage draaitafels van discobar Den Amber, net zoals hij dat placht te doen tussen 1976 en 1980. Stuk voor stuk, met zeer veel zorg geselecteerde, goudklompjes uit ons rijke muzikale verleden. Uit een tijd dat de rockmuziek nog progressief werd genoemd. Een tijd waarin niet enkel aandacht werd besteed aan het muzikale gegeven, maar waarin net zoveel aandacht ging naar het ontwerpen van veelgeprezen artistieke hoezen. Een tijd waarin gespecialiseerde bedrijfjes zich toespitsten op dit onderdeel van de muziekbusiness, wat men nu een nichemarkt zou noemen. Denk maar aan het uiterst eenvoudige concept van Hipgnosis waarbij ze op de hoes van een Pink Floyd album een eenvoudige foto van een koebeest plaatsten, of aan de ‘It’s only rock and Roll’ plaat van de ‘Stones’ waarvoor de Belgische ‘Guy Peelaert’ de hoes mocht ontwerpen. Iets wat hij trouwens ook deed voor ‘Diamond Dogs’ van ‘David Bowie’. Een vol uur sfeermuziek uit een tijd die helaas nooit meer terugkeert. Jongeren van vandaag vragen zich vaak af waarom het toen allemaal zo speciaal en zo fantastisch was. In een confrontatie met een jeugdig vragen stellend publiek gaf ‘Rod Stewart’ noch onlangs het volgend antwoord:”Omdat het toen allemaal voor het eerst gebeurde. Je stond zelf bij het begin van alles. ”
Op de playlist van De Ferre stonden die avond heerlijke muziekstukken die moeiteloos de tand des tijds doorstonden.
William Souffreau, in den Amber, de legendarische voorganger van Ferdinand, zelf muzikant, stelde voor de gelegenheid een “all star band” samen en gaf er, live, een ferme lap op. Twee drumstellen sierden het podium, waarvan eentje bestoeld werd door een eveneens Aalsterse ex-horecabaas, die intussen uitweek naar warmere oorden. Het leverde een schitterende reünie op van de vroegere ‘Blues Bronders’. William zorgde voor de nodige ‘Irish Coffee’ om het geheel smaakvol af te ronden. Niet minder dan drie disc jockeys vulden elk leeg moment met aangepaste seventies en betere eighties rock. De kranten schreven over de reünie die maar liefst 700 man/vrouw op de been bracht, verdeeld over de twee belendende zalen in het Ontmoetingshuis. De Daens- en de Boonzaal, genoemd naar twee grote Aalsterse figuren.
We weten nu dat wat begon, in de hoofden, als een eenmalige reünie van “enkele” oude cafébezoekers, in gang gezet door Gizelle De Schepper, uitgegroeid is tot een weerkerend fenomeen, waar naar uitgekeken wordt.
En omdat in onze huidige wereld alles nogal thematisch gebeurd, werden de vervolg reunies telkens gekoppeld aan een thema. Om de tweede reünie, die reeds twee jaar achter ons ligt, even professioneel te laten verlopen werd verder gebouwd op de financiële fundamenten van een druk bijgewoonde tussentijdse Amber-dansparty. Alweer een succes en een gelegenheid om elkaar te ontmoeten en te palaveren over “de good old days” van de legendarische Korte Nieuwstraat. Een straat die nu nog enkel plaats biedt aan een hotel en een grootbank, daar waar ooit bars, cafés en dancings tegen elkaar aanleunden.
2016 het team zet door.
William Souffreau bereikte de gezegende leeftijd van 70 jaar en als dat geen gelegenheid was om te vieren, wat dan wel? Deze keer mocht William het muzikale programma niet samenstellen. Sterker nog hij werd er angstvallig van weggehouden om de verrassing nog groter te maken. Het vernieuwde Amber team worstelde zich via een aantal vergaderingen doorheen een jungle van ook voor hen steeds weer nieuwe uitdagingen. Want geloof het of niet: organiseren is een kunst. Duidelijk een kolfje naar de hand van het Amber Reünie Team, kortweg ART.
En of ook die avond geslaagd was? Uiteraard, want vandaag merken we dat dit toen niet enkel een viering voor William was, of een reünie van Blommenkinders uit een ver verleden, maar net zo goed een weerzien was voor sommige muzikanten, die nadien prompt nieuwe plannen smeedden voor nieuwe bands. Een opsteker voor alle medewerkers, en…. het vergemakkelijkte het programmeren voor de “voor de Overlevenden reünie” van 2018.
2018 Voor de Overlevenden.
Blues Border, stevige gitaarrock.
Blues Border mocht als eerste aantreden. Een geliefde en gekende Aalsterse drie mans formatie die doorgaans de bruine kroegen onveilig maakt met hun harde bluesrock. Wij vernamen in de wandelgangen dat zij voor deze gelegenheid, het onderste uit de kan wensten te schenken, en dat zij de laatste tijd meer in het repetitiekot dan er buiten waren te vinden. Chapeau om die inspanning voor het Amber publiek te willen doen. Enkele fel bejubelde live-opnamen van het optreden circuleren reeds op youtube. Poor boy van Chicken Shack mocht niet ontbreken net als bis nummer Voodoo Chile waarop de letterlijk grote Guido (gitaar) zelfs Hendrix navolgend de gitaar met zijn tanden bespeelde. Hoe effectiever kan je terugkeren naar de hoogdagen van de seventies? De avond was nog jong.
Rockmasjien verbaast en verrast.
Een technisch, uiterst goed geolied team, zorgde voor een snelle podium wissel, terwijl de aanwezige discotheek enkele goed gekozen nummers de zaal in katapulteerde ter voorbereiding van een nog vrij nieuwe formatie: ‘Rockmasjien’. De band mag dan nog jong zijn, de leden zijn stuk voor stuk doorgewinterde muzikanten die voor het overgrote deel actief zijn in vaak nog vier of vijf andere groepen. Pittig detail is natuurlijk het feit dat zij elkaar vonden op dit eigenste zelfde podium precies twee jaar geleden toen zij deel uitmaakten van de gelegenheidsformatie die William Souffreau de avond van zijn leven gaf. In die dagen kon niemand voorspellen dat Franky en de ‘Cammen’ een ander pad zouden kiezen en dat Irish Coffee in die bezetting voorlopig opgeborgen zou worden. Gelukkig voelde Eddy Piens (ooit bij de Blues Bronders) een en ander kriebelen en wou hij vooral tijd vrijmaken om bij wijze van spreken dat “jonge grut” van Wiliam rond zich te scharen. Van bij het eerste nummer mochten we noteren: dit is er “bosj op”. Doorgewinterde muzikanten, die zich waagden aan een setlist, die niemand verwachtte.Het ligt echt niet voor de hand om Tom Petty, John Hyatt, Bob Marley, de Stones en hoera, ook T.Rex, vlekkeloos te coveren. De Cammen zorgde als volleerd entertainer voor de schaarse maar goedgeformuleerde bindteksten. De vingers van Franky dansten over de bas, en de met hoed getooide Gunther versmolt alles tot een degelijk geheel gekruid met de nodige orgeltonen. ‘Miss You’ en vooral het tragere ‘You Can’t Always get what you want’ van de ‘Stones’ werd uit vele kelen meegebruld. ‘You can’t always get what you want’ staat nog regelmatig op de setlist van de ‘Rolling Stones’. Overigens een klasse nummer dat ons steeds weer herinnert aan de begin scenes van de steengoede film ‘The Big Chill’ waar een cast van jonge honden samenkomt in een kerk tijdens een iets minder aangename reünie.
‘Piens’ voelde zich duidelijk in zijn sas, supergitarist, waarbij je nooit denkt aan de zoveelste versie van alweer een Beck, Page of Clapton cloon. Nee hij produceert zijn eigen stijl; een zeldzaamheid. Het toont nog maar eens aan dat ervaring en een zeer uitgebreide muziekkennis broodnodig zijn.
Laat ons hopen dat ‘Rockmasjien’, nog een heel lang tijdje blijft doorgaan op dit pad. Overigens hadden zowel ‘Rockmasjien’ als de twee bands die volgden de top of the bill verdient. Maar er moet nu eenmaal een programma worden samengesteld en daarvoor moeten knopen worden doorgehakt.
Night Time Heroes stomende blues.
Net als bij vorige gelegenheden had het team de master of ceremonies micro doorgeschoven naar Karel Meganck die zich gewoontegetrouw schitterend van zijn taak kweet. Al moest hij nu toch even een heksentoer uithalen om zichzelf en de Night Time Heroes aan te kondigen.
We zouden kunnen lyrisch schrijven over alweer een optreden van de Night Time Heroes, maar misschien vindt u dat wat kort door de bocht. We zouden eveneens kort kunnen zijn over het optreden en schrijven dat het gewoon goed was maar ook dit is net weer iets te kort door dan weer een andere bocht. Laat er ons geen doekjes omwinden: de energie spatte er van af, en de NTH band liet de zaal stomend achter. ‘Karel’, ‘Nighttime Charly’ en zijn doorgewinterde kompanen, met op gitaar ook deze keer, een al te bescheiden schitterend werk leverende ‘Peter Bronder’, wisten uit welk vaatje zij moesten tappen. Zij kennen ondertussen het Amber publiek maar al te goed, en weten wat de al wat oudere Aalsterse blues liefhebber verwacht. Ambiance, goede herkenbare songs en de NTH klassiekers zoals o.a. Steamy Windows. Brandt hun setlist op een cd en ga er avond aan avond mee uit de bol. Je zal voorjaren gebeiteld zitten.
John’ Sons, of John Woolley anders bekeken.
Terwijl John Woolley en zijn Sons zich podiumwaarts begaven werd het publiek aan de waggel gehouden met ouderwetse goodtime geluiden van John Fogerty, Status Quo en aanverwante boogie-ende hits uit een ver verleden.
John Woolley heeft er een lange carrière opzitten, maar blijft zichzelf vernieuwen. Weg zijn de Just Born hitjes. Wie daarvoor kwam, was onderweg op een kale reis. Ook zijn ontelbare odes aan Creedence Clearwater Revival waren er deze keer niet bij.
John’s Sons, die reeds een eerste CD afscheidden laten een andere John Woolley horen, waarbij gitarist Herman Kiekens en niet te onderschatten plaats inneemt. Ook John en Herman vielen twee jaar geleden opnieuw in elkaars armen op dit eigenste podium. Het was zoals John aankondigde: een avondje met nummers uit hun John’s Sons Cd en een vooruitblik op de nog te verschijnen opvolger John’s Sons 2, aangevuld met enkele herkenbare covers zoals we die van hem gewend zijn.
Het moet gezegd, de set paste in het geheel en werd door veel Amberianen degelijk gesmaakt. De tijden waarop de Ambergangers meewarig neerkeken op popmuziek ligt gelukkig al lang achter ons. Muziek is immers universeel, en de tijden waarin oudere jongeren hun street credibility moeten vrijwaren is al even achterhaald.
En zullen we drinken, zeven dagen lang? Of zullen we liever doorgaan?
Overigens in recensies zoals deze worden vaak zangers en gitaristen bejubeld, en al te vaak worden organisten, en zeker drummers, vergeten. Daarom bij deze hulde aan al deze muzikanten.
En dat zij even belangrijk zijn mag nog maar eens blijken uit het feit dat zeer recent Richard Starkey, bij u en ons vooral bekend als Ringo Starr, geridderd werd, want geef toe, zonder Ringo, waren de Beatles nooit geweest wat ze geweest zijn en nog zijn, en dat geldt bij uitbreiding voor alle muzikanten die deze avond aantraden.
Om te besluiten deze gedachte: wordt het niet tijd dat iemand een degelijk boek schrijft over de Aalsterse muziekscene? Laat ons wel wezen in een dergelijk opzet mag Den Amber niet ontbreken.
John Woolley was een waardige en mooie afsluiter van alweer een geslaagde reünie. Alle muzikanten werden een laatste keer het podium opgeroepen voor een spectaculaire versie van de door de Rolling Stones grootgemaakte hit van Bobby Womack (ere wie ere toekomt): ‘It’s all over now’.
Misschien klopte dit voor deze avond, maar toch…… hoorden wij daar al niet iemand plannen maken voor een volgende Amber Reünie? Vraag er naar…….
Uw reporter ter plaatse.