In het boek “Ouder worden is een kunst’ schrijft auteur en zelf gepensioneerde Miel Dekeyser over mensen, met name kunstenaars, die niet echt verplicht worden om met pensioen te gaan het volgende: “Musici die een dagje ouder worden doen eventueel een podium minder aan. Ze houden hun optreden korter, ze omringen zich met andere topartiesten. Maar zij blijven het middelpunt.” Dit kan niet toepasselijker zijn dan op de concerten in Peer dit jaar van John Mayall en Jeff Beck. Al moet gezegd dat de beide heren zelf, moeiteloos hun begeleiders van het podium speelden. Mayall mag dan al zo: goed als zesenzeventig zijn, of daaromtrent, hij beweegt nog vlot over het podium en de klanken uit zijn mondharmonica zijn nogsteeds de meest herkenbare parels geborduurd op het blueskleed dat hij voor ons spreidde. Mayall opteerde voor een staalkaart van toch voornamelijk het eerste deel van zijn cariiere. Nummers uit zijn eerste LP: ‘Chicago line’, enkele nummers uit het beano album (*), zoals hij zelf ook zijn lp met Clapton noemde. Een knappe versie van ‘Parchment Farm’… Zef nam hij de gitaar niet ter hand, daarvoor had hij toch alweer een schitterende gitarist in Rocky Athas gevonden. Waar blijft Mayall deze knappe gitaristen vandaan halen om zich met te omringen? Alhoewel, deze Rocky Athas uit Texas speelde ooit met Stevie Ray Vaughan, en viel byzonder in de smaak bij o.a. Thin Lizzy die zelfs een song aan hem weidden: Cocky Rocky. Wij gunnen Mayall nog ettelijke optredens want zo te zien geniet hij er zelf nogsteeds enorm van, getuige zijn oproep aan het einde van het concert, om zijn webstek www.johnmayall.com te bezoeken, en er jouw waardering van het optreden achter te laten. Jeff Beck voor het eerst sedert eeuwen weer in Belgie. Wie kent Jeff nog? Deze ex-Yardbird, onlangs nog op het ere schavot van de Rock and Roll Hall of Fame, geïntroduceerd door Jimmy Page, schrikt er niet voor terug om Tal Wilkenfeld de knapste, letterlijk en figuurlijk, bassiste van amper 23 jaar mee op deze tournee te nemen. Jeff putte voornamelijk uit de nummers die hij vorig jaar live opnam in Londen in de Club van Ronnie Scott, waar ook Eric Clapton heel eventjes binnenliep (zie de recent verschenen CD en DVD). Deze ex-Yardbird, en dus een van de grote drie (Clapton, Beck en Page) weet als geen ander hoe hij zijn gitaar kan laten zingen. Van bij de eerste noten van Beck’s Bolero tot het magistraal gecoverde Beatlesnummer ‘A day in the Life’. Dit laatste verscheen ooit origineel, op een tribute album waarop diverse artiesten George Martin eerden. ‘Led boots’ en ‘Blue Wind’, uit ‘Wired’, geproduced door deze zelfde Martin, waren enkele andere hoogtepunten uit dit concert. De professionaliteit liet zich ook merken toen Beck in nog geen drie seconden een snaar verving, zomaar eventjes tussendoor. Hij had zijn zelfde spacy outfit aan als tijdens het Ronnie Scott’s concert. Spacy boots, een zwartleren broek, en een wit gestreept ondervest over de blote torso. Een stille link naar het ook al gestreepte kostuum van Hendrix in de sixties? Wie zal het zeggen? Beck is zeker geen prater, en zeker geen zanger. Wie dus stil hoopte op een ‘Hiho Silverlining’ kwam bedrogen uit. En al houdt Beck blijkbaar zelf niet van het nummer, dat hem in zijn maag werd gespietst door toenalig manager en producer Micky Most duikt dit toch af en toe op, zoals nu ook weer in de Royal Albert Hall waar het werd gezongen door David Gilmour van jawel… Wie dit toch wil horen kan best op zoek gaan naar het Arms concert uit 1983, uitgegeven als een album van Clapton. De slideklanken en de ongelofelijke tremelo vibraties maken de nummers zo genietbaar. En ook voor deze “oude knar” geldt dat hij zich heeft omringd met ander, al dan niet jong, talent. De toekijkende meute zal zich nog lang de prachtige baspartijen van Tal Wilckenfeld herinneren. Beck speelde op een bepaald moment zelfs mee op de basgitaar. Zeg maar een quatre-mains op de basgitaar. Het bijna twee uur durende aanbod aan gitaarklanken zweefde de ene keer de reggae richting van een 10CC uit, maar dan veel beter, om de ander keer naar het verre verleden van ene Hank Marvin te refereren, maar dan wel gekruist met een vleugje Peter Green. Beck deed recentelijk ook de Royal Albert Hall in Londen aan. Een eerste echt groot concert in de city sedert de doortocht in 2007 van die andere gitaargod met zijn Zeppelin. Niet toevallig dat beide events gedragen worden door Harvey Goldsmith. Nu Paul Rodgers zijn job bij Queen heeft opgezegd, zou een tournee van ‘The Firm’ mogelijks niet missstaan. Een suggestie voor de naam van de tournee: ‘A Firm Zeppelin on Tour’, en neem als voorprogramma ‘Terry Reid’ mee en iedereen zal tevreden zijn. Plant kan dan rustig met Krauss aan een opvolger werken voor het onvolprezen ‘Raising sand’. In Peer mochten we in de vroege namiddag genieten van Roger, ooit nog Jim, McGuinn, ex opper byrd en tegenwoordig solo op de baan. Alle licks moeten dus uit zijn gitaar komen, want een echte Byrds reunie zal er wel nooit komen. Dit is dus het dichtste dat we kunnen komen bij de goddelijke klanken van de 12 string Rickenbacker die oorspronkelijk het Byrds geluid uitmaakte. Ook McGuinn struinde gretig door de muziek uit de eerte glorieperiode va de Byrds. ‘Chimes of Freedom’ uit het eerste album werd gretig meegezongen net als klasbakken als ‘Tambourine Man’ en ‘Turn turn’.. Waarom Southside Johnny zo hoog op deze affiche stond geprogrammeerd is ons een raadsel. Niet direct de meest aangewezen band voor een bluesfestival als dit. We zijn dan ook maar de inwendige mens wat gaan versterken tijdens dat concert. Sorry Southside. Tot slot, wij blijven de overgebleven Yardbirds steunen in hun hoop, dat ooit op een dag Eric, Jeff en Jimmy bij hen binnenwandelen om elk hun deel van pakweg een tribute aan Sonny Boy Williamson te vervullen. John Mayall mag dan best de te vroeg vertrokken Dreja vervangen op mondharmonica. Steunbetuigingen en golden wishes mag u sturen naar ons alomgekend emailares. Wij maken ze wel over aan Harvey Goldsmith voor een volgend project.
(*)Beano album zo genoemd omdat Clapton een Beano stripboekje in zijn handen heeft. De LP heet overigens officieel The Bluesbreakers with Eric Clapton.