1967, de zomer van…. ‘radio 227’, ‘All you Need is Love’, ‘San Francisco’, en wat verderop in de wereld, de ‘Summer of Love’.  Nederland trachtte er wat van mee te pikken en plaatste een foto van een naakte ‘Phil Bloom’ in een tienerblad. Dit naar aanleiding van het programma ‘Hoopla’, gepresenteerd door ‘Joost den Draaier’, waar het al na een aflevering met gedaan was.  De tijd was er nog niet rijp voor.  Het zou nog twee jaar duren eer ze naakt rondliepen op het Woodstock festival, of eer er toneelstukken à la ‘Och! Calcutta!’ op de wereld werden losgelaten.

Bardot en Gainsbourg

Onze vakantie speelde zich af op en rond de ‘Kleine Steenweg’, waar men net een wat vieze kleine putenvijver (vol met kikkerdril)  omvormde tot een in ons ogen waar openlucht zwembad.  In het huis er pal voor woonde een gezin dat in Duitsland verhakkelde Mercedessen opkocht, die compleet restaureerde en er op die manier een broodwinning aan over hield.  De dochter van hun Duitse leverancier bracht er dat jaar de zomer door.  Ze was wat ouder, en paradeerde af en toe in bikini aan de vijver.  Sybille, onbereikbaar, was voor ons het levend geworden onbereikbare playboy model uit boekjes die toen nog in de winkels lagen voorzien van witte of zwarte stickers op de cover. 

De vakantie was spannend begonnen.  Vijftien en veertien waren we, en tuk op het bijverdienen van een zakcentje.  Bijna iedere jongen van die leeftijd vond het nuttig vakantiewerk te doen. Het hoorde zo. Werken op het veld, gebukt staan onder een hete zon, om rozen te oculeren vonden we niet goed genoeg.  Voornamelijk, omdat daar amper 8 of 9 frank per uur werd betaald.  Een oudere gast in de buurt, Marcel, vertelde dat er bij ‘Meubelfabriek Paul De Neef’ op de Gentse Steenweg, altijd werkstudenten aan de slag waren, en nu was er nog niemand begonnen.  Als vijftienjarige kreeg je zelfs 20 frank per uur; een jaar jonger moest zich tevreden stellen met 15 frank. Daar lag onze kans. Om het verhaal kort te houden, we hielden het amper drie en een halve dag vol.  Ongezonde werkruimte, afstompend werk, een hele dag kastjes afschuren, en buiten scheen bovenal de zon. PDN snapte het niet echt toen we die donderdagmiddag stelden dat we het wel gezien hadden.  Hij dacht nog even dat het voor die dag was, bekeek ons en zei dat we op het einde van de “quinzaine” om ons “pree” mochten komen.

De rest van de maand fietsten we enkele keren naar ‘Hofstade Bad’ bij Mechelen, waar we de dag doorbrachten op het ligstrand, dromend van de lokale grieten die daar paradeerden, en waar Marcel en André, als volleerde achttienjarigen hun kansen bij waagden.

In de Brusselse Nieuwstraat brandde in 1967 de Innovation uit. Het enkele maanden eerder opgerichte ‘Radio 227’, op het schip van ‘Radio England’, waar de latere ‘Veronica’ deejays ‘Lex Harding’ en ‘Tom Collins’ hun eerste stappen zetten, stopte met zijn uitzendingen op 14 augustus.  De aanleiding was de Britse ‘Marine Offences Bill’ die uitzendingen vanop radioschepen verbood.  Dus het schip, van ‘Radio England’, ‘Radio Londen’, ‘Radio City’ en nog wat andere werd naar de havens gesleept.  Alleen ‘Radio Caroline’ hield vol, tot op de dag van vandaag.

Tijdens de vakantie van 1967 regende het regelmatig.  Tijd om in huis bijeen te kruipen rond een bandopnemer en er muziek te beluisteren die de vader van R. op zondagvoormiddag opnam in radioprogramma’s als ‘Harbalorifa’, waar ze continu plaatjes draaiden zonder getater tussenin.  ‘The Pied Piper’ van Chrispian Sint Peeters’, ‘I love my dog’ van ‘Cat Stevens’ en ‘David Garrick’s Dear Mrs. Applebee’ werden vaak de ether ingestuurd. 

Maar je bent jong, en rond een bandopnemer zitten gaat snel vervelen. Ideeën borrelden op in het gezelschap dat bestond uit drie jongens en twee meisjes. Vader en moeder van R. waren naar de naburige stad inkopen doen. En R. die al een hele zomer achter Magda, de oudste van het gezelschap, aanzat kwam met het idee, een luisterspel op te nemen.  Luisterspelen waren in die tijd nog wekelijkse kost op de Belgische radio.  

R. vond een kleine tape, die niet veel meer werd gebruikt, en dus geschikt werd bevonden voor het experiment.  Een uitgeschreven scenario of tekst was er niet, was ook niet nodig, want R. kende de woorden maar al te goed die hij tot Magda richtte. Het werd een verleidingspel eerste klas, waarbij Olga W. en ikzelf eerder toehoorders en genieters waren. Magda speelde haar rol van niet te vermurwen uitdagende prooi ten volle. R. bleef aandringen. 

Gedurende dezelfde zomer namen ‘Serge Gainsbourg’ en ‘Brigitte Bardot’ hijgend en steunend ‘Je t’aime, moi non plus’ op, waarbij ze zich op “veilige” afstand van elkaar bevonden, althans toch volgens BB.  Wij waren niet op de hoogte van wat Serge en Brigitte opnamen. Toch liep het in ons luisterspel niet anders. Magda zat aan de kop van de tafel en R. zat aan het andere uiteinde van de tafel. Wij er tussenin, genietend.  Het geheel nam nog geen tien minuten in beslag, maar er werd plots heftig op de deur geklopt door, dat herinner ik mij niet meer, en de kreet: “a moeder” sprak boekdelen.  R. verstopte nog snel het bandje in een of andere kast waar vader Felix het al na enkele minuten vond, en terstond ging luisteren om te horen wat er was weggeveegd.  Het hielp geen zier om uit te leggen wat het opzet van de opname was.  Voor pa en, ma was het duidelijk wat er gaande was, en wat er gebeurd was. Diezelfde vakantie mocht R. geen stap meer op straat zetten, toch voor een tijdje. 

Twee jaar later toen ik zelf een bandopnemer kocht, na alweer een vakantiejob, maar dat is een ander verhaal, kopieerden we het “luisterspel”.  Ik vraag mij af of dit bandje, of mogelijks het origineel noch kan gedigitaliseerd worden, ter nagedachtenis van de aanwezige meisjes, die toch wel de hoofdrol speelden in dit onuitgegeven luisterspel.

Zomer ‘67, ook wel Summer of Love.