Blog Image

Sadeler's blog

If I were a miller at a mill wheel grinding, would you miss your color box, and your soft shoe shining? (c) Tim Hardin

Link naar:  windmolens, Facebook   Meer weten? contacteer mij. 

Opgelet: Alle artikels en foto's zijn beschermd door copyright. Alle overeenkomsten tussen bestaande personen en personages berusten op louter toeval. Topfoto (c) Michel Verdoodt.

Sint-Antelinks molenfeest: inhuldiging Buysesmolen

Molens Posted on 17 aug, 2009 22:01

Het afgelopen weekend van 15 augustus was het precies 40 jaar geleden dat er in Woodstock een festival werd gehouden. Drie dagen van vrede en muziek. En zo leek het nu ook in het vredige Sint-Antelinks, in het hart van Vlaanderen. Een eeuwenoude molenplek werd er na jaren in ere hersteld.

Fotoreportage te bekijken op de fotosite.

Toegegeven, het heeft wat geduurd. In 1976, stoof Lucien Van Impe uit het naburige Mere de Franse bergen op met zijn fietsje onder een verzengende zon, en tegelijkertijd op een windstille zomerdag,14 juli, storte Buysesmolen onder luid gekraak ten gronde. Buren zagen hoe jaar na jaar, houtzwam en onkruid de molensite overwoekerden, tot er finaal niets meer overbleef. De staak was het laatste wat er enigszins verweesd achterbleef. Was dit een teken? Wou Buysesmolen als het ware uitschreeuwen: “Mij krijgen ze niet klein!” Distels groeien niet enkel op Gods akkers, maar evenzeer tussen afblakerende metalen kruisplaten, en opgestapelde eiken balken. Het bleef langt wachten op betere tijden. Zelfs het beschermende afdak tegen hagel, regen en wind begaf het op de duur. 33 Jaar is een hele tijd, een mensenleven in lang vervlogen tijden. Toch heeft ook hier uiteindelijk recht gezegevierd. Al zullen een aantal “molendeskundigen” vinden dat het geen zin heeft om nu nog verdwenen molens terug op te richten. Waarom niet? Vroeger kwam het toch ook voor dat een molen door hevig onweer, of oproer, in een brand volledig verwoest werd. Die molens werden heropgericht, en vermoedelijk zelfs niet steeds in hun oorspronkelijke staat. De Vlaamse staakmolen mag niet verdwijnen uit het landschap. Deze oorspronkelijke computers uit de eerste industriële revolutie moeten blijven om te getuigen voor onze jeugd tot wat hun voorouders in staat waren. Stel dat we 20 jaar lang geen staakmolens meer oprichten, wat denk je dat er zal gebeuren met het molenmakersambacht? Er ligt een zware taak op de schouders van onze regeringsleiders, regionaal, nationaal en Europees om er zorg voor te dragen dat er een toekomst gegarandeerd blijft voor de molen.

Dit deel van de Westerse wereld is gedoemd om te evolueren naar een wereld waarbinnen erfgoed en toerisme een meer dan belangrijke plaats zullen innemen. Gelukkig hebben ze dit in Oost-Vlaanderen goed begrepen, getuige de zeer inspirerende speech van gedeputeerde Dauwe, tijdens de plechtige openstelling van dit meesterwerk. Herzele, met cultuurschepen Hoorens voorop mag terecht trots zijn op Buysesmolen. Deze molen samen met de twee andere molens Te Rullegem en Ter Rijst zet Herzele opnieuw als molengemeente nummer een op de molenkaart. In Erpe-Mere mogen ze dan in aantal molens hun buur sterk overtreffen, op toeristisch vlak valt er nog heelwat achterstand in te halen. Misschien is het verwerven van de volledige oude molensite een kans om dit goed te maken.

De pastoor van het naburige Aspelare zegende de molen en de notabelen hanteerden de schaar om het lint te knippen. De verenigde molenaars, inclusief cultuurschepen Hoorens, die trouwens recent het diploma van Meester Molenaar(*) behaalde, assisteerden gedeputeerde Dauwe bij het lichten van de vang. Dit onder het toeziende oog van Hilbrand De Vuyst, destijds ambtenaar bij Monumenten en Landschappen, en er als eerste bij om in Herzele aan de kar te duwen. Sabine Okkerse architecte keek mee toe. Op een veilige afstand zagen we ook molenbouwer Peter Thomaes voldaan toekijken. De wieken zouden immers direct tegen een gezapige snelheid door de lucht klieven. Boven in de molen op de steenzolder wachte vrijwillig molenaar Johnny De Pelseneer reeds op zijn eerste nieuwsgierige bezoekers.

Of ze in Sint-Antelinks nog eieren hebben, en of ze de Arme-Klaren nog kennen weten we niet, maar het weer was alvast uitstekend. Veel zon, een weinig wind (molens moeten draaien), en vele vele blije gezichten.

De molentrap leidt je langs een zakkenezel naar de meelzolder, waar je recht tegen de meelgoot en meelbak van de voormolen aankijkt. De meelbak van het achterste steenkoppel, aangedreven door het vangwiel bevindt zich rechts achterin de meelzolder. De bediening van dit steenkoppel, tijdens het malen wordt geregeld via een bollenregulator links achter. Rond het vangwiel bevindt zich een houten plankvang. De vang is van een zeer oud type waarbij een het vangtouw over een wipstok loopt. De molen oogt uiteraard zeer nieuw, en dat is het enige minpuntje dat we kunnen bedenken. Dat echt doorleefde hout van pakweg 200 à 300 jaar geleden daar zullen we nog wat moeten op wachten. De molen beschikt over een gevlucht van 23 meter, uitgerust met traditionele windborden, en bruine zeilen.

Net als enkele andere molens in de Denderstreek zijn de kruisplaten vervaardigd uit metalen I-profielen, waarop zich zeer stevige voeten bevinden om de oksel- en meesterbanden op hun plaats te houden.

Ook al dateren de oudste vermeldingen van deze molen uit de vijftiende eeuw, toch gaat deze construvtie terug op een versie van de molen van enige tijd voor 1750, zoals trouwens de meeste nog bestaande staakmolens in Oost-Vlaanderen.

Vanop de zakkenezel bovenaan de trap zag je in de verte de Kruiskoutermolen lustig draaien. Het zonlicht weerkaatste fel op de Verbusselde wieken. Met vier maalvaardige staakmolens links van de Dender is dit stukje Vlaanderen tussen Ninove, Aalst en Zottegem een uitglezen fietsstreek aan het worden. Molens die je via een fietstochtje van amper 50 kilometer zo aan elkaar knoopt.

(*) cursus georganiseerd in 2007/2008 door vzw Werkgroep West-Vlaamse Molens en vzw Levende Oost-Vlaamse Molens.



Bethel, Drie dagen van vrede en muziek in 1969

Classic rock Posted on 17 aug, 2009 00:47

Vandaag, gisteren en eergisteren , 15 augustus, was het precies 40 jaar geleden dat het festival aller festivals plaatsgreep. Niet in Woodstock maar in Bethel.

Een rustig boerendorp van amper 2500 zielen waar ene Max Yasgur zijn gronden ter beschikking stelde, nadat het gemeentebestuur van Woodstock dit had geweigerd. Bethel ligt wel zo’n slordige 100 km verwijderd van Woodstock. We werden deze ochtend aardig verrast door Radio 21, die twee verslaggevers ter plaatse had gestuurd om van daaruit verslag te doen. Marc Ysaye (foto) en Walter de Paduwa kweten zich voortreffelijk van hun opdracht. Helemaal anders dan in 1969 toen we over het festival hoegenaamd niets vernamen. Guy Mortier de ex-humo snor herinnerde zich nog wel een kort berichtje ergens in het Nieuwsblad, naar hij gisteren vertelde op Radio 1 in ook alweer een special over deze veertigste verjaardag. Dit kan wel kloppen, want ook onze herinneringen gaan slechts terug naar 1070, toen bij ons de driedubbele LP uitkwam en naar oktober toen de film in het Aalsterse Feestpaleis speelde.

Een film die trouwens niet door alle klasgenoten even goed gesmaakt werd. Het merendeel van de studenten in het Aalsterse, in die tijd, knapten nog af op de losbandige jeugd die ze te zien kregen, en ook wel op de veel te luide “ketelmuziek”. Wij waren uitzonderingen, die uit de bol gingen op de tonen van Goin’ Home van Ten Years After (28 november 2009 in Chenee, wel zonder Alvin Lee), of The Star spangled Banner van Hendrix. De filmversie die een paar jaar geleden verscheen pronkt in onze DVD kast; gekregen voor vaderdag of was het verjaardag? De LP schaften wij nooit aan vanwege veel te duur in die tijd, en later kwam het er niet meer van. 585 frank was in 70 een kapitaal. De gemiddelde jonge bankbediende vertiende toen nog geen 10.000 frank in de maand, om maar iets te zeggen. Trouwens wie beweert dat CD’s nu duur zijn, zit er toch wel even naast.

Wij worden dit jaar overspoeld met Woodstock uitgaven. Een 6-delige CD box, een 4-delige box, tal van cd’s van artiesten waarvan nu het gehele concert wordt uitgebracht. Iets wat we nooit zullen zien van Ten Years After. De opnameapparatuur was tijdens hun concert even naar de haaien. Goin’ Home dat Alvin Lee onsterfelijk maakte is het enige document. Tip: schaf je maar beter de dubbelaar van hun passage in de Filmore East aan. We krijgen ook enkele artiesten voorgeschoteld die tot nog toe van alle plaat en filmwerk waren verstoken gebleven. Keef Hartley bijvoorbeeld en Bert Sommer om er maar enkele te noemen. Ook Stillwater, Mountain en Quill behoren tot deze categorie. Een ander fenomeen waar nu wel rekening werd mee gehouden is de volgorde van de optredens. Op de lp’s en de film uit 1970 was hier een echt zootje van gemaakt. Ook had men wanneer de opname niet zo gelukt was, op de soundtrack gewoonweg een andere opname in de plaats gezet. Zo horen we nu voor het eerst hoe Going up the Country van Canned Heat echt klonk. Wat vals moeten we toegeven.

Creedence Clearwater Revival, een van de eerst getekende acts haalde ook de openbaarheid niet, omdat John Foggerty dit niet wilde. Ook Neil Young wou achteraf niets met Woodstock te maken hebben, en werd dan ook vakkundig weggemonteerd in de film, uit de CSN&Y opgenomen beelden.

Al bij al was dit voor ons in 1970 een eerste kennismaking met Santana, Paul Butterfield, Country Joe en Ritchie Havens. Niet mis.