Blog Image

Sadeler's blog

If I were a miller at a mill wheel grinding, would you miss your color box, and your soft shoe shining? (c) Tim Hardin

Link naar:  windmolens, Facebook   Meer weten? contacteer mij. 

Opgelet: Alle artikels en foto's zijn beschermd door copyright. Alle overeenkomsten tussen bestaande personen en personages berusten op louter toeval. Topfoto (c) Michel Verdoodt.

11 december 2007 – De dag na het concert.

Recensies in rock Posted on 11 dec, 2010 23:03

Wat vooraf ging….

12:20 De dag na het Concert.

Na een laatste uitgebreid ontbijt check ik uit in het hotel, en zoek de Thames op. De zon schijnt, het is heerlijk warm weer. Ik wil op wolken lopen en nagenieten van gisteravond.

Was dit nu het concert van de eeuw? Tot nochtoe zeker. Ik zie ook niet direct concurrentie opdagen. En zoals Harrison ooit zei: “Zolang Lennon niet aanwezig is zal er geen Beatlesreunie plaatsvinden.”

Was dit het beste concert van Led Zeppelin. Ik zou het niet onmiddellijk kunnen zeggen. In vergelijking met wat we in 1975 in Vorst (Brussel) te zien kregen was het toen voornamelijk een samenvatting van ‘Physical Graffitti’ aangevuld met ouder materiaal, als voorbereiding op een Amerikaanse tournee.

Een betere vraag zou kunnen zijn: “Was dit Led Zeppelin?”

Het waren sublieme songs van Led Zeppelin gebracht door een band die voor drie vierde bestond uit Led Zeppelin leden, die hun uiterste best deden om hun muziek professioneel te brengen. Vooral bij Page valt het moeilijk om geen directe link met het verleden te zien. Wat niet kan gezegd worden van Plant en de nogsteeds magnifieke Jones, die er toch wel iets ‘gewoner’ uitzien vandaag. We kregen Robert vooral als zanger te zien, en niet meer als Keltische God, met breed uitwaaierende manen en veel te strakke jeans. Squeeze my lemon, until…is lang geleden….en het zal wel nooit meer terugkeren.

Dit waren mooie sublieme ogenblikken, maar ik zou ze zeker geen tournee aanbevelen. Daarentegen mag Page zeker nog een paar keer met wat ‘bevriende’ muzikanten toeren. Zoals in de dagen van ‘The Firm’, maar dan met wat meer Zeppelin songs op het repertoire. John-Paul Jones mag zeker mee, en ze kunnen zich geen betere drummer toewensen dan Jason Bonham. Als suggestie voor een zanger zou Paul Rodgers eerste keus zijn, maar mocht dit echt niet kunnen dan zou ik best tevreden zijn met Chris Farlowe, of helemaal te gek Terry Reid. A Led Company zou een mooie naam voor dergelijk project kunnen zijn.

Zal Led Zeppelin nog ooit optreden. Als ik er iets mag op inzetten dan zou het kunnen zijn tijdens de openings- of de slotceremonie van de Olympische spelen in Londen. Keep on dreaming….

Ik schiet tussendoor wat plaatsjes, bij London Bridge, aan het beeld met de Engelse vlag. Robert Plant liet zich ook daar fotograferen enkele uren ervoor of was het erna? Dat weet ik niet met zekerheid. En zo beland ik opnieuw in een Starbucks. Deze keer in een oud fabriekspand. Zie foto.

Het is voorbij. Ik las net het verdict over het concert van de eeuw van Led Zeppelin in de Independant. Groots.

Net als bij al hun vorige concerten trouwens voornamelijk een rits van hoogtepunten, heel soms iets minder. Alhoewel! Voor de echte fans was het zeker en vast een avond waarop het ene hoogtepunt na het andere werd geserveerd.

Effe tussendoor. Het is niet te geloven maar op deze dinsdag, half december zitten er mensen op het terras buiten van hun koffie te genieten.

12:50 En er was een voorprograma.

Bill Wyman’s Rhytm Kings omkaderden dit gedeelte van het programma, dat er mocht zijn. Het begon al meteen goed toen enkele extra muzikanten werden voorgesteld als supergroep. Want wat denk je zelf van ELP (Nice), Yes en Bad Company. Chris Squire, Keith Emerson, Alan White (ooit nog bij Plastic ono Band) en Simon Kirk. Emerson speelde tijdens een nummer nog eens gewoon ‘averechts’ staand aan zijn klavieren om toch maar zijn virtuositeit te benadrukken. Zij zagen er nog behoorlijk goed geconserveerd uit. Allemaal trouwens. Vervolgens kregen we enkele minder bekende artiesten uit de Atlantic stal. Mike Sanchez en Paolo Nuttini. Ik was vooral verbaasd door het prachtige stemgeluid van deze laatste, in combinatie met zijn songkeuze. Don’t Mess Around en het van Cher en Terry Reid bekende Bang Bang. Onbegrijpelijk dat dergelijk talent niet meer bekend is. (Intussen is dit goedgemaakt). Het ging verder met ‘That’s Rock and Roll’ gebracht door de Rythm Kings met de al evenzeer onvolprezen Albert Lee op gitaar. Een magistrale Maggie Bell (intussen is ze ook al een zestiger) met een grootse versie van ‘Do Right Woman, Do Right Man’. Dat we dit nog mogen meebeleven. Paul Rodgers was al even grandioos tijdens ‘All Right Now’ en daarna zelfs nog beter in het akoestisch gebrachte ‘Seagull’. Voor dit laatste nummer gebruikte hij een wel erg vreemd uitziende gitaar. Het leek een beetje op een gitaar waar je enkel de contoeren van zag. Zowel Bell als Rodgers waren artiesten van het Swansong huislabel van Led Zeppelin. Rodgers en Bad Company blijven naar uit te kijken artiesten voor wanneer we nog eens zin hebben in een goed concert.

Mick Jones met Foreigner mocht losbarsten in ‘I Wanna Know What Love Is’. Dit had niet echt gehoefd voor ons, ook al zong het extra schoolkoor zeer mooi .

14:00 Als volleerde toerist naar Covent garden.

Ik verricht mijn laatste shopping. Loop nog wat boekenwinkels in en uit. Bij Covent Garden lag nog een Zepboek waarin al hun optredens werden opgelijst. Het is druk buiten op het plein, en ik zie er heel wat straatartiesten die om ter best proberen een standbeeld na te bootsen. Mijn prijs voor originaliteit gaat naar de jongeman in het hondehok, al was de man in de zetel zonder hoofd ook wel spectaculair. Beneden in het marktgebouw speelt een groepje jongelui klassieke muziek.

Via de theaterwijk wandel ik richting Victoria Station.

15:10 Met een Stella in de Marquee.

Op de lokatie waar ik nu zit, de laatste dit weekend, is de lokatie pas geopend in september 2007, vertelde het meisje mij, die de toog bediende. Een nieuw uitziend, witgeverfd café, waar regelmatig optredens doorgaan. Mocht je erheen willen dan moet je even uitkijken in de buurt van de Saint-Martin In The Fields kerk vlakbij de Londense theaterwijk. Ik zit pal tegenover een muur waarop een affiche hangt waarop te lezen staat: Julian Jones presents ‘A tribute to Brian Jones’. Dit moet ooit plaats gehad hebben in de Marquee, toen nog op zijn oude lokatie, op 7 juli 1994, precies 25 jaar na….

De enkele andere aanwezigen in het café ,op dit uur, dragen net zo’n bandje als ik. Ze drukken zich uit in de taal van Molière.

Ik moet nog even glimlachen wanneer ik denk aan de Big Issue (daklozenkrant) verkoper die mij probeerde warm te krijgen voor een exemplaar door mij er op te wijzen dat ik toch wel reeds heel wat gespaard moest hebben: “Think about it man, so much savings on razorblades”. Is het de baard die het hem doet? Ik weet het niet, maar gisteren ook al met dat Canadees TV station. Ik zal nog beroemd worden (grin, grin), zeker na mijn optreden deze zomer in de Rode Loper, waar ik Sean Lennon’s concert op de Gentse Feesten mocht becommentariëren.

Aan de andere muur hangen enkele knappe op A3 formaat ingelijste foto’s van onder meer The Who. Een mooie zwart witte van Entwistle.

In de kelder waar zich benevens de toiletten ook een concertruimte bevindt staat een prachtig drumstel opgesteld.

Ik maak een laatste keer gebruik van mijn 3-day travelcard en spoor naar Saint-Pancras, waar ik na wat wachten inchek op de Eurostar die mij tussen tal van commuters veilig naar Brussel brengt. Het is tien uur wanneer ik in Lede uit de trein stap, en neuriend naar huis loop.

Stilaan begint het mij te dagen dat Led Zeppelin nooit meer zo bereikbaar zal worden, als gisteren.

Om het wat leesbaarder te houden, hierbij enkele verduidelijkingen bij de drie artikels over het tweede december weekend in 2007.

O2: Concert zaal in Londen (vroegere Millenium Dome), gelegen vlakbij de nulmeridiaan van Greenwich. Een metrostation ligt er vlakbij en brengt naar de City via de Docklands in no time.

Led Zeppelin: Jimmy Page, John-Paul Jones, Robert Plant + Jason Bonham die zijn vader John vervangt.

Het concert van de eeuw: eigenlijk was de originele naam: The Ahmet Ertegun Tribute Concert. In de titel komt dus nergens de naam Led Zeppelin voor.

Serpentine: vijver met eendjes in een Londens Park (Hyde Park)

Hard Rock Café: ligt vlak bij Hide Park. Typisch Amerikaanse gerechten geserveerd bij een portie Classic Rock. Aan de muren hangen gitaren, jasjes van Jimy Hendrix, gouden platen, originele platencontracten.

Lille = Rijssel

A20: De snelweg tussen Rijssel en Duinkerken.

TIC: Tourist Information Center

Harvey Goldsmith: Concertpromotor, die de laatste jaren ook enkele bands managed. (o.a. Jeff Beck). Organisator van het evenement.

Dartford Crossing: vroeger Dartford Tunnel, nu is er ook een brug.

Starbucks: Amerikaanse koffiehuis. Zeg maar de McDonalds onder de koffie. Bij ons enkel te vinden op de luchthaven.

Ahmet Ertegun: De vroegere ‘baas’ van Atlantic Records. Een Turkse migrant in Amerika die het beste platenlabel ooit beheerde. Hij haalde ook de Stones naar het label in een latere periode. De namen in het voorprogramma (Yes, Emerson, Lake & Palmer, Bad Company, Led Zeppelin, Polo Nuttini, enz…) zaten allen op Atlantic naast bijv. ook Crosby, Stills, Nash & Young, Vanilla Fudge, enz…

Ross Halfin: Britse rockfotograaf (met eigen blog waar heel wat foto’s van het concert te vinden zijn). Persoonlijke vriend van Jimmy Page, die hem vaak vergezelt zoals recent nog in China.

The Firm: De eerste band na Led Zeppelin waarin Page speelt (periode 84/85). Zanger is Paul Rodgers. Zij brachten twee LP’s uit.

Chris Farlowe: Britse R&B zanger die onder meer zingt op het eerste solowerk van Page na Zeppelin (soundtrack voor Deathwish II)

Terry Reid: De ‘origineel’ aangezochte zanger voor Led Zeppelin die ‘het niet zag zitten’ om met Page in The New Yardbirds te zingen. Beschikt over een stemgeluid, genre Steve Mariott en inderdaad ook Robert Plant. What if?…..

Julian Jones: zoon van Brian Jones (ex-Rolling Stone), die werd opgevoed in de States door de ex-vrouw van Brian, die intussen gehuwd was met Donovan.



10 december 2007 – Het concert

Recensies in rock Posted on 11 dec, 2010 14:55

Wat vooraf ging…

15:35 Led Zeppelin, het concert.

Het bandje houdt stand en zit veilig om mijn pols heen zoals het hoort. Deze ochtend zaten nog twee andere mensen aan het ontbijt met een dergelijk bandje om. Deze dag wordt er een van wachten en reikhalzend uitkijken. Ook al is het hier best aangenaam in het cafeetje bij de Serpentine in Hyde Park, ik hou de klok in het oog.

Meer fotos zijn te vinden op: link

Ik wil nog wat spullen afleveren in het hotel, eer ik naar de O2 spoor. En je mag toch algouw op twintig minuten rekenen, heen en terug, tussen Victoria Station en het hotel. Ik wil nog snel wisselen van T-shirt, met datgene dat ik net nog kocht bij HMV. Er staat een gevleugelde figuur met een tekst over 1977 op. Een mooier Zep-shirt dan datgene wat ze in de O2 officieel verkopen met de Ahmet Ertegun Concert vermelding erop.

Gisterenavond na het avondeten in het Hardrock Café terug gespoord en wat TV gekeken, tot ik er bij in slaap viel. Nog wat gelezen in de Sunday Times, of beter er wat in gebladerd. Mijn zoektocht naar het huis van McCartney in de buurt van Abbey Road, deze namiddag, heb ik op de duur gestaakt. Ik was even vergeten in welke straat het staat. Vervolgens met de bus naar Oxford Street gebold om er wat te shoppen. Vier cd’s rijker. En alweer gelinked aan Zeppelin. O.a. Live at The Greek met Page en The Black Crowes, een obscure plaat van Keith De Groot, alweer met Page en een collectie songs van Lord Sutch & His Heavy Friends. De collectie breidt uit. Neem daar nog het T-shirt bij voor in totaal net geen 50 pond en we kunnen tevreden terugkijken op onze inkopen. Daarnet een veggy pizzahap lekker weg gehapt en hier nog een buttered scone + jam aan toegevoegd. Dit zal moeten volstaan om de rest avn de dag door te komen. Gelukkig zijn ook tijdens deze trip de gekende Britse ontbijten rijkelijk uitgebreid en voedzaam. Ik probeer nog wat te genieten van de koffie en op die manier wat tijd te doden. Het werd insmiddels kwart voor vier, en ik zou toch graag tegen zessen ter plekke zijn. We weet welke rij er staat?

18:00 Terug bij de O2.

Waar stond ik? Even denken…welke Zepfan zal dit later nog gelovcen? Plant nam op een gegeven ogenblik een kopje thee, wandelde daar rustig mee naar de microfoon. Je zag zo in het tegenlicht de warme rookwolkjes naar boven krengelen. Ik bedoel maar, dat ik dus als het ware in de keuken van die mannen stond. Kan je nog dichter geraken dan rij uno? De afsluiting van de frontstage, amper iets meer dan een meter hoog. En de frontstage ruimte zelf was net breed genoeg om er een onbemande camera op een automatisch spoor te laten heen en weer rijden. Goed weg gedoken zaten enkele mannen die het ding digitaal stuurden. Later liep op het podium zelf, nog een andere cameraman, met zo’n draagbaar aan een mechanische arm, bevestigd toestel. Last van opdringerige persmensen die ons het zicht blemmerden hadden we niet. Er liep amper af en toe een fotograaf even op en neer. Was dit Ross Halfin? Slechts enkele securitymannen die overigens niets om handen hadden. Een van hen zou na het concert, de net voor ons liggende playlist nog aan iemand geven die een paar meter verder stond, en daar blijkbaar van bij het begin naar gevraagd had. Het verhaal over waar die perslui dan wel gebleven waren zou de wereld pas enkele dagen na het concert bereiken.

Ik weet het, het is en blijft, en het zal vermoedelijk wel altijd een droom blijven. Misschien wordt ik ooit wel wakker, maar dat zal toch nog even duren.

Hoe was ik in Godsnaam daar op die plek geraakt?

Nou gewoon. Na mijn koffietje in Hyde Park, de tube ingedoken richting Victoria Station, wat spullen afgelegd in het hotel, waaronder mijn camera. Lichtere kleding aangetrokken, opnieuw de tube in naar het walhalla: Greenwich, en aanschuiven in de rij. De O2 is een rond gebouwzoals de meeste arena’s. Er loopt een zeer brede gang helemaal rond deze arena. Dit werd wandelen langs de dranghekken heen naar een eerste checkpoint waar de de bandjes werden gecontroleerd. En dat was het. Enkel nog de dranghekken volgen om achteraan ergens, God weet waar, in de rij aan te sluiten. Ik stelde vast dat een paar mannen op een gegeven ogenblik de dranghekken openden om daar ter plekke in de rij aan te sluiten. De rij wachtenden oogde meer dan vredelievend, dus ondernam ik, een tiental meter verderop, hetzelfde, en belande zo tussen enkele fans uit Wales en Schotland. Eentje had ze nog gezien in ‘69. Deze keer had hij zijn zoon meegenomen, “Want je weet maar nooit of dit niet toch het allerlaatste optreden wordt” merkte hij nog op. We schuiven traag maar zeker richting deuren. Er is zelfs nog tijd voor een intervieuwtje dat ik weggeef aan een Canadees TV station. Het zal wel weer mijn ‘markante’ kop geweest zijn zeker die hun aandacht trok. Of het ooit uitgezonden werd ben ik nooit te weten gekomen. Op vraag of er nu maar een toernee moet volgen heb ik met een resoluut neen geantwoord. Magie kan per slot van rekening maar een keer gebeuren, en bovendien heeft Zeppelin nooit een goede relatie met de pers gehad, waardoor de kans op negatieve commentaren alleen maar zou kunnen toenemen. Zeven uur en we bereiken de deuren van de echte arena. Het wordt plots snel doorlopen, om darna met verstomming geslagen te worden want de immense arena ziet er nog zo verdomd leeg uit. Quasi niemand op de balkons en het gehele midenveld omzeggens leeg. Enkel in de verte voor het podium hadden zich reeds wat fans genesteld. Dit maak je nooit meer mee. Ik spoed mij naar een plekje net voor het podium. Pal tegenover de stek waar het orgeltje staat van John-Paul Jones. Page zou zich aan de andere zijde nestelen, en Plant die had dus zijn thermos thee langs onze kant staan.

21:00 the Concert of the Century.

De setlist bleek een aaneenschakeling van overbekende nummers. Na het voorprogramma, maar dat is voor morgen, werd een inleidend filmpje getoond over de aankomst van de band in de jaren 70 in de Amerikaanse stad Tampa. Het was daar dat ze met dat concert, wat opkomst betreft, het record van de Beatles braken. Einde filmpje en de eerste tonen van ‘Good Times, Bad Times’ knallen uit de PA. We waren met zijn allen even te druk bezig met het volgen van het filmpje op het grote scherm, om te merken dat de band ongezien was opgekomen, de instrumenten had ingeplugd , en als het ware de zaal liet ontploffen. Er raasde even een trein door de O2, Good Times werd ogenblikelijk gevolgd door ‘Ramble On’ en ‘Black dog’. Niets kon nog stuk. Dit was veelbelovend. Page in een pak. Bonham en Jones iets meer casual, en Robert Plant in een hemdje en gewone pantalon. Dit zou dus voornamelijk rond de muziek draaien. Weg jonge God met ontblote torso. Geen afleidingsmaneuvers, geen extravagante show, enkel een groot scherm om iedereen toe te laten om de poppetjes op het podium te volgen.

‘In My Time of Dying’ werd gevolgd door ‘For your Life’. De allereerste keer dat dit nummer op een live publiek werd losgelaten.

Plant betuigde eer aan enkele bluesgroten, waar ze indertijd serieus leentjebuur bij hebben gespeeld. Robert Johnson’s ‘Terraplane Blues’ kregen wij als ‘Trampled Underfoot’, met een wel zeer grootse Jason Bonham aan het slagwerk. Een nummer uit 1935 van Robert Johnson, waarvan Plant ter goedkeuring zegt: “Wie zegt dat ook Johnson zich niet heeft gebaseerd op nog oudere ritmes terwijl hij dit nummer componeerde?” “Iedereen doet dit toch.” Everybody nicks some licks. Volgt Blind Willy Johnson’s ‘Nobody’s Fault but Mine’, onmiddellijk gekoppeld aan ‘Since I’ve been Loving You’. Het langere ‘Dazed and Confused’ in een normale versie. Geen 25 minuten deze keer. Page wordt omsloten door een piramide van laserlight wanneer hij de strijkstok hanteert om er zijn gitaar als nooit tevoren mee te lijf te gaan.

Tussenin zat nog ‘No Quarter’. Het krantenverslag hier voor mij had de nummers even dooreen gehaspeld(!) Wat kon Page nog doen na ‘Dazed’? De doubleneck gitaar omgorden voor ‘Stairway To Heaven’. Dit werd op een grandioze wijze ingezet door John-Paul Jones. Plant wandelde net evoor naar Jones toe en vroeg ‘off micro’: “Are you allright? Is everything fine?” waarna hemelse klanken volgden. Bonham viel op het gepaste moment in en drumde op zijn Ludwig, zijn vader waardig. Later zou hij zijn schouder nog ontbloten, er een kus op geven (vermoedelijk op een tattoo), blik naar de hemel gericht. Jawel ook Jason kan het, en hij heeft het zeker van geen vreemden meegekregen.

Volgden nog twee knappe nummers:’ The Song Remains the Same’ en ‘Misty Mountain Hop’. Afsluiter van de set werd het grandioze ‘Kashmir’, “De 51e staat”, lachte Robert de massa toe. Er bleken zich namelijk in het publiek mensen uit 50 verschillende landen te bevinden.

Bisnummers brachten ze in twee passages. Het waren ‘Whole Lotta Love’ en ‘Rock and Roll’ die het publiek echt uit de bol lieten gaan. Whole Lotta Love, inclusief theramin gedeelte bewees nog maar eens de onsterfelijkheid van de blues.

Was dit een goed concert? Wees daar maar zeker van, en dan vooral bekeken en beluisterd vanuit de spot waar wij ons bevonden. Met wij bedoel ik in eerste plaats mijzelf, en twee andere Vlamingen die net naast mij stonden. Ik ontdekte ‘toevallig’ dat dit landgenoten waren toen ik de ene tegen de ander hoorde zeggen: “Ze hebben hier begot stella.” Een van hen, de jongste, was zelfs meer geintresseerd in de Rythm Kings uit het voorprogramma dan in Zeppelin zelf. De man had al quasi alle Stones concerten gezien sinds de jaren negentig maar nog nooit een optreden van Bill Wyman bijgewoond. Iedereen heeft zo wel ergens een gat in zijn cultuur zeker. Hij liet zelfs een vrouw uit Argentinië of zo zijn plaats helemaal vooraan innemen tijdens het concert. Zo zie je maar alles is relatief.

Vervolg: the day after.