Het is intussen tien jaar geleden dat we in juli 2008 ‘The Animals and Friends’ aan het werk zagen te Heist-aan-zee op een van de Kneistival avonden.
Kneistival nog steeds een van de weinige gratis festivalletjes, waar je zomaar voor het podium een plaatsje vindt, en je vaak bands voorgeschoteld krijgt die je ergens anders niet aantreft. Al zit het de laatste paar jaar minder mee, voor wat betreft groepen van over de plas.
Maar we klagen niet want door de jaren heen kregen we op ons bord: The Bootleg Beatles, Cockney Rebel, Alan Stivell, The Hollies en Canned Heat (inclusief Snake ‘Harvey Mandel’). (*)
The New Animals Heist Kneistival 18 juli 2008
Weliswaar een reïncarnatie van wat ooit geweest is, alleen al omdat twee originele bandleden: ‘Alan Price’ en ‘Eric Burdon’ hier al jaren niets meer met te maken willen hebben. Een derde origineel lid ‘Chas Chandler’ (die ‘Jimmy Hendrix’ naar Engeland bracht, en later ‘Slade’ managede) is intussen overleden. Ook ‘Barry Jenkins’ uit een latere sixties versie van de Animals loopt niet meer rond op onze planeet.
Deze ‘Animals and Friends’ bestonden uit ‘John Steel’, drummer van het eerste uur, en ‘Micky Gallagher’, die in 1965 voor enkele weken de toetsen overnam van Alan Price tot ‘Dave Rowberry’ Price voor goed verving. John Steel mag dan een wat oudere knar geworden zijn, het is dankzij zijn drumtechniek dat elk nummer klinkt zoals het hoort te klinken. Steel stapte twee keer naar voren om als volleerd presentator zijn jongere bandleden voor te stellen. ‘Peter Barton’, die nog een blauw maandag bij de ‘Mindbenders’ zong, vertelde hij mijzelf na het concert, en ‘Johnny “Guitar” Williamson’ die nog deel uitmaakte van de Noorse band ‘Titanic’ ten tijde van hun grote hits Sultana en Santa Fé. Tegenwoordig maken noch Barton, noch Williamson nog deel uit van Steel’s Animals and Friends. Williamson houdt zich tegenwoordig bezig met zijn ‘Blue Swamp Band’, en ‘Barton’ vindt je terug in zowat elke vroegere Britse band, die nog een podium opstapt en waar gebrek is aan originele leden. Barton houdt zich overigens daarnaast bezig met het management van vele van deze bands. Zo drumde hij bij de tegenwoordige ‘Swinging Blue Jeans’, en zat hij samen met ‘Eric Haydock’ in een versie van de ‘Hollies’. Hij speelde bas bij de ‘Boomtown Rats’ in hun nadagen, zat samen met ‘Trevor Burton’ in een reïncarnatie van de ‘Move’, en verleende basondersteuning aan ‘Chris Farlowe’, ‘Zoot Money’, ‘Mick Green’, ‘Spencer Davis’ en nog een rist anderen.
De man die nog het meest succesvolle palmares kan voorleggen is uiteraard Mick Gallagher, die na zijn kort verblijf bij de Animals later terug te vinden is bij ‘Ian Dury & the Blockheads’. Hij speelde mee op twee, niet van de minste, ‘Clash’ albums (‘Sandinista’ en ‘London Calling’). Hij werkte verder samen met ‘Dave Stewart’ en ‘Annie Lennox’, zeg maar ‘Eurythmics’, en verleende verder zijn diensten aan ‘Roger Daltrey’, ‘Robby Williams’ en aan de bekendste van allen ‘Paul McCartney’. Gallagher speelt samen met Mick Green (gitarist van ‘Johnny Kidd & the Pirates’) op de ‘Choba B CCCB’ LP die McCartney in eerste instantie in 1987 enkel in Rusland uitbrengt. Een plaat met rock and roll covers die je kan vergelijken met Lennon’s Rock and Roll album uit 1975. McCartney maakt daarna met nagenoeg dezelfde muzikanten een van zijn allerbeste platen: ‘Run Devil Run’.
Dat hij bij de Blockheads terechtkwam was een gevolg van het feit dat hij samen met andere toekomstige Blockheads, John Turnbull, Charley Charles en Norman Watt-Roy, deel uitmaakte van de merkwaardige band ‘Loving Awareness’. Loving Awareness maakte een album, met Beatle-achtige songs, en werd voornamelijk gepromoot door ‘Radio Caroline’ en zijn baas ‘Ronan O’Rahilly’. Op de binnenkant van de dubbelhoes stond een volgeschreven bord afgebeeld, waar op de koop toe ook nog eens het woord ‘Beatles’ op voorkwam. Onnodig te zeggen dat in het begin nogal wat geruchten de ronde deden als zou dit een heuse plaat van, de Beatles geweest zijn, die ze uitbrachten onder een schuilnaam.
Groepen die zich ‘Animals’, ‘New Animals’, ‘Animals and Friends’ of ‘Animals II of zelfs III’ noemen hebben er altijd bestaan. Soms met leden van de oerversie, soms met leden uit de ‘Eric Burdon and the Animals’ tijd in 1967. De oer-Animals slaagden er zelfs enkele keren in om een een reünie op poten te zetten, wat in 1976 zelfs tot een prachtige, helaas geflopte LP, leidde, met de prachtige titel: ‘Before we were so rudely interrupted’.
Enkel Alan Price is nooit de hort opgetrokken met een of andere versie van de Animals, meer dan waarschijnlijk omdat hij dat niet nodig achtte, want zijn de Animals niet ontstaan uit het ‘Alan Price Rhythm and Blues Combo’?
Zanger ‘Eric Burdon’, oogstte het meeste succes met de follow-up groep ‘Eric Burdon and the Animals’. De naar Amerika verkaste zanger genoot er in 1967 van de Summer of Love en schonk ons nog enkele hits via singels als ‘San Fransiscan Nights’, ‘Sky Pilot’ en zijn ode aan een van de eerste popfestivals: ‘Monterey’.
In 2008 trachtte hij te voorkomen dat John Steel, die we dus op Kneistival aan het werk zagen, en die de naam Animals geregistreerd had, het alleenrecht op de naam zou verkrijgen. De rechter vond dat Burdon, al in 1967 afstand had genomen van de naam door er zijn eigen naam aan toe te voegen. Maar Burdon liet het daar niet bij en ging in beroep. Sedert 2013 mag hij voortaan ook de naam Animals gebruiken.
Het concert.
Je kan dit viertal met John Steel beschouwen als de ‘echte’ Animals, of integendeel als een tribute band ‘met originele leden’ of zelfs als een goede coverband van de originele Animals.
Wat maakt het uit? Geen enkele andere band heeft al deze songs op zijn repertoire staan. Zelfs Eric Burdon beperkt zich tot enkele nummers die hij vermengd met songs uit zijn latere (toch vaak minder goede) soloplaten. Bovendien brengt Burdon zijn nummers doorgaans ‘à la Dylan’ voorzien van aangepaste arrangementen. De band van Steel poogt het origineel zo dicht als mogelijk te benaderen, en dat lukt deze doorgewinterde muzikanten vrij goed. Bovendien is het gevonden vreten voor een publiek, dat hier gratis komt genieten van een avondje aan zee. Dat kon je merken aan enkele fans die op een omgekeerde pizzadoos de titel van het haast niet aan te ontkomen verzoeknummer hadden neergepend: ‘The House of the Rising Sun’. En het kwam er aan, zij het als een bisnummer. Alle bekende nummers uit de eerste periode van de band passeerden de revue: ‘We gotta get out of this place’, ‘It’s my life’, ‘CC Rider’, ‘Boom Boom’, ‘I put a spell on you’ met een toch wel meesterlijke Gallagher, ‘Suzy Q’, ‘Don’t Let me be misunderstood’, ‘Bring it on home to me’ en het zeer mooi gezongen ‘Don’t bring me down’. Het mag gezegd Peter Barton heeft de ideale stem om heel even Eric Burdon te doen vergeten.
Tussendoor kregen we nog een schitterende cover van een ‘Rory Gallagher’ nummer, waarbij Williamson excelleerde. De man trad ooit nog samen met Rory op, dus hij zal hem wel bestudeerd hebben in die dagen.
Na het concert volgde nog een signeersessie, waarbij je voor een tientje een live opgenomen CD (rechtstreeks van de mixing desk) van een eerder concert in Copenhagen kon op de kop tikken. Uiteraard een mooi souveniertje want gesigneerd door de vier muzikanten. En een eerste luisterbeurt via de autoradio leerde ons dat het best meevalt.
Veel tijd voor een babbel was er niet gezien de al te drukke fans, maar ik kreeg toch los van Peter Barton dat hij ooit een Mindbender was in de band van Wayne Fontana, uiteraard ook weer in de nadagen van die band.
Niet te vergeten, maar in het voorprogramma trad ‘De Mens’ aan. Zou Frank Vanderlinden zich de moeite getroost hebben om nog even te blijven en een blik te werpen op de Animals? Om nog even te genieten van Johnny ‘Guitar’ Williamson die een paar mooie slides uit zijn snarenplank toverde. Om stil te staan bij het feit dat het toch voornamelijk Steel is die samen met Gallagher die ‘originele’ Animals sound weet te brengen.
Gallagher mag zich een waardige opvolger van Alan Price noemen. Hij zou het vast en zeker anders nooit tot in de studio bij Paul McCartney geschopt hebben.
Einde van een mooie avond, en alweer dikke tien jaar voorbij. Worden we oud?
——————
(*) Wij waren er voor:
1995 – Clement Peerens Explosition
1997 – The Bootleg Beatles
1997 – Steve Harley & Cockney Rebel.
1998 – The Stranglers
2002 – The Levellers.
2003 – Alan Stivell
2003 – Fairport Convention
2008 – The Animals and Friends
2010 – Canned Heat (met Harvey Mandel). Bezetting die ook op Blues Peer speelde dat jaar.
2013 – The Hollies (met Tony Hicks en Bobby Elliott)
De voorprogramma’s niet te vergeten want vaak goed voor Belgische bands zoals: De Kreuners of De Mens
Wij waren er niet voor:
2005 – Suzy Quatro. (gemist verdomme)
Zoals steeds prettig en informatief leesvoer, oud, wat is oud?