Day 1 TIMS Pretour. Going back to my roots.
Ik mag niet klagen. De nacht verliep vlekkeloos, en het ontbijt kon je beschouwen als een mengeling van continentaal en Brits. Wat niet begrijpelijke is voor een hotel van dergelijke omvang, met enkele honderden kamers, is dat ze in de ontbijttafel twee koffiemachines hebben staan, die om de haverklap foutboodschappen geven en waar je vier minuten op een koffie moet wachten. Gelukkig staan er op een belendende tafel, niet aangeduid, enkele kannen met gewone koffie, waarbij eenvoudig schenken kees zo klaar is.
Na de checkout, even na negen, zetten we aan voor een tocht van vijf uur richting Saxon. Onderweg een stop voor een bezoek aan een molen, waarbij je in feite drie molens in een aantreft. De molen wordt aangekondigd op een welkombord als Europees Erfgoed, en ook als de enige molen in Europa met drie functies: Historische Mahl-, Oel- und Sägemühle.
Buiten , wat achteraf, staat er nog een ijzeren kruis gered van een kerkhof in de buurt van watermolenaar Wilhelm Bärow.
Een uit de kluiten gewassen korenmolen van het ‘Holländer type’ waarnaast in een aantal bijgebouwen zich nog een zaagmolen en een olieslagerij bevindt. Bij die laatste bedrijvigheid die gedemonstreerd wordt staat de oven heet, en wordt er van het lijnzaad van vlas olie geslagen. Rijk aan omega-3 vertellen ze er graag bij. Weet je wel, het middel om je cholesterol naar beneden te krijgen. Ik hoor de gids vertellen hoeveel zijn cholesterolgehalte bedraagt, als staving van zijn pleidooi om meer lijnzaadolie te verbruiken, en te kopen. Zijn we dan toch met zijn allen gelijk?
In dit molencomplex is het makkelijk een paar uur vertoeven, ook al is de uitleg van de gidsen voornamelijk in het Duits, maart Gerald, organisator van deze toer, vertaalt vlekkeloos naar het engels. Enkele oud TIMS gedienden worden regelmatig aangesproken om toch maar uitleg te verschaffen bij alweer een of ander wiel, of tuig, waar elk ander normaal mens kop noch staart an krijgt. Prachtig om zien, hoe land- en taalgrenzen ook nu weer wegvallen en Holland en Frankrijk steun verlenen aan de Britten en Amerikanen. Ik kan zo nog even doorgaan.
Het aantal foto’s dat in deze digitale tijden wordt geschoten tijdens een dergelijk bezoek, loopt waarschijnlijk in de duizenden. Laat ons hopen dat er een tiental spraakmakende tussenzitten. En ik wil het in deze niet eens hebben over over de talrijke ‘copies’ die werden genomen in het tussenliggende gebouwtje een tentoonstelling loopt van fotograaf Andreas Funke onder de noemer ‘Kontraste Erotische fotografie in der Hollanderwindmühle Straupitz ’. Mij leek het eerder: ‘Naakte schoonheid in een industrieel complex’. U kan er nog heen tot en met 8 september.
Maar we bezochten molens, dacht ik toch? In de romp van de molen konden we kennis maken met een heuse maalderij. Helaas was de korenmolen niet in werking. De wieken, van het type, uitgerust met jaloeziën, uitgevoerd in blinkend aluminium, zullen er hoogstwaarschijnlijk ooit anders hebben uitgezien. Werd hier bij een restauratie voor duurzaamheid en een lagere prijs gekozen? Wie weet? Per slot van rekening bevinden we ons op weg naar Saxen in het vroegere Oost-Duitsland.
Meer bepaald in Spreewald en bredere omgeving. Reizen mag dan ook steeds weer een beetje leren zijn, en daar kregen we vandaag de kans toe. In Spreewald woont een bevolkingsgroep die nog tot de oorspronkelijke Ariërs zou behoren (*), met een eigen taal, waardoor dit gebied een Duits tweetalige regio is. En dat valt hier en daar op te merken in straatnaambordjes, waarop ik onder andere merk dat ‘wasser’ vertaalt wordt als ‘woda’. Navraag bij Gerald levert mij voorlopig op dat deze tweede taal geen Tsjechisch is nog Hongaars of zo. Kan dit Keltisch zijn? Dit dient verder uitgezocht te worden, tenzij Wikipedia raad weet.
Vier jaar geleden kwam ik als bij toeval tot de ontdekking in het vroegere Siebenburgen, Sibiu, dat de naam Saedeler en afgeleiden vaak voorkwamen bij de Saksische bevolking, die dat gebied ooit ‘koloniseerde’. Ben ik op weg naar mijn roots?
Ik moet toegeven dat ik meer geniet van de aanblik vanuit de bus van de vroegere Oost-Duitse dorpen, waar de tijd wat stilstond, dan van het Duitsland dat de meesten onder ons beter kennen. In Mein grünes tal van Roland W zou als soundtrack bij onze tocht door een bosrijke omgeving zeker niet misstaan.
Uiteindelijk rijden we langzaam maar zeker naar ons doel: de meest zuid-oostelijke hoek van de vroegere DDR. Een streek waar nog heel wat moet gered uit de tijd eer de muur viel. De West-Duitsers dragen naar verluid nog steeds 10 procent van hun belastinggeld af voor de herbouw van Oost-Duitsland. En dit nadat er heel wat Europees geld, waaronder ook Britse ponden werden geïnvesteerd. Maar hou dit vooral stil bij onze Britse collega’s, want er zijn al genoeg Brexitvoters. De streek hier kende zelfs na de val van de muur weinig heropleving. Wat hoge werkloosheid tot gevolg heeft. Toerisme bestaat er haast niet. De vroegere industrie is teloorgegaan. Hier werd vooral linnen, en ander tafeltextiel geproduceerd. Vaak zie je nog te renoveren kasten van huizen uit de tijd van voor de oorlog, waar textielbaronnen woonden. De werkers in de stamden nog af van ervaren thuiswevers. Helaas ging men na de val van de muur textiel importeren uit het verre oosten, waardoor alles hier in elkaar stortte. Ben ik nu over Saksen aan het schijven, of over het vroegere Vlaanderen. Zoek de zeven verschillen, of beter gelijkenissen.
Onze ervaren gids, die hier ooit samenwerkte met een aantal verkopers, die amper auto konden rijden, maar wel een rijbewijs hadden, en al twintig jaar op een auto wachten reden uiteraard binnen de kortste keren hun Audi of BMW firmawagens in de praktijk. Ze werden dan maar naar rijles gestuurd in Berlijn, waar ze het meer dan waarschijnlijk in hun broek deden, maar op het einde ervaren toch chauffeurs werden. De trabant en Wartburg waren de koningen van de weg in de oude DDR.
(*) volgens Wikipedia gaat het om een een West-Slavische etnische groep die overwegend hun thuisland in Lausitz bevolkt, een gebied verdeeld tussen Duitsland (de deelstaten Saksen en Brandenburg ) en Polen (de provincies Neder-Silezië en Lubusz ).
Sorben spreken traditioneel de Sorbisch taal (ook bekend als “Wendische” en “Lusatian”), nauw verwant aan de Poolse , Kasjoebisch , Tsjechisch en Slowaaks . Sorbisch is een officieel erkende minderheidstaal in Duitsland . Sorben zijn taalkundig en genetisch het dichtst bij de Tsjechen en Polen .