Vrijdag, 13 september.

De witte klippen van Dover waren bijzonder duidelijk te zien van op de boot, in de haven van Calais. Nog nooit waren ze zo duidelijk te zien tijdens een van mijn vele overtochten. De lucht is grijs. De motregen waar ik onderweg doorreed heeft opgehouden. We naderen de klippen. Je kan nu reeds de bebouwing te Dover onderscheiden. Intussen weerkaatst de zon op de krijtwanden. De wolken zijn stilaan lichtgrijs geworden, en hier en daar zie je tussen de wolkenslierten de blauwe lucht. Dit belooft een mooie reisdag te worden.

Tussen Jabbeke en Gistel een paar minuten vertraging, bij het ritsen naar een rijstrook. De E40 krijgt er en nieuwe deklaag. Geen probleem om op deze vrijdag de dertiende zonder verdere problemen de boot van 10:45 te halen. De douane en border control neemt een klein kwartiertje in beslag. Deze keer geen extra controle van valiezen. Het kleine extra kantoortje leek mij zelfs opnieuw verdwenen. Geloven ze nu al niet meer in Boris en de Brexit?

Ik profiteer van het mooie uitzicht op het buitenterras achterop de boot. Bij het vertrek keert de boot, wat toch een klein kwartier in beslag neemt. Waarom heeft een RORO boot een voor en een achterkant, en vaart die niet zoals een kleine veerboot heen en weer, zonder te keren?

Net voor de witte klippen komt een DFDS boot aan. Ooit heb ik gezworen om nooit met Townshend Thoresen de overtocht te maken. In die tijd kon je makkelijk voor het Zweedse Sealink of het franse Seafrance kiezen. Tegenwoordig, en dat na talrijke fusies, valt er enkel nog te kiezen tussen DFDS en POSL (P&O Stena Line). Stena nam ooit Sealink over en P&O werd de nieuwe naam om snel het Zeebrugse avontuur van Townshend te platen vergeten. De veiligheid is er op vooruitgegaan, en de zee tussen Calais en Dover is een stuk kalmer. Al blijven RORO schepen behoorlijk gevaarlijk wanneer het op kapseizen aankomt.

Nergens vallen kleine bootjes te bespeuren met mogelijke illegalen. Die nemen waarschijnlijk een iets minder “drukke” route, waar ook wat minder kustwacht patrouilleert.

Wat meer naar rechts van de haven doemt het kasteel van Dover op.

Het is nu bijna vijf voor twaalf, of beter vijf voor elf lokale tijd. Nog ongeveer acht uur om verder te karren naar Betws-Y-Coed. Een slordige 550 km , voornamelijk snelwegen, behalve de laatste 45 kilometer, vanaf Llangollen. M20, M26, M25, M40, M42, M6, M54, A5. Het lijken de cijfers van de lotto. Vijftig jaar geleden zou dat nog de M2, North Circular Road, A5 geweest zijn, en zou je er meer dan een dag over gedaan hebben.

Een eerste traditionele stop langs de M25, waar ik bij Starbucks mijn mails wil checken, bij een koffie.

Ik neem nagenoeg dezelfde weg dan deze die ik vorige zomer nam. Ik zal er uiteindelijk bijna een uur langer over doen. Omdat het vrijdag is, en het vorig jaar dinsdag was? Wie zal het zeggen.

Het wordt moeilijker en moeilijker om fileloos langs Birmingham te bollen via de M6.

Maar de eerste vertraging zat al op de identieke plaats waar het ook toen misloop. Tussen Cobham en Heathrow kan de M25 de af- en aanvoer vanuit de aansluitende snelwegen M3 en M4 niet meer slikken. Mogelijks heeft dit ook iets vandoen met het feit dat binnen de M25 het nu een Low Emission Zone is geworden, en daardoor mer gebruik wordt gemaakt van de Londen Orbital zoals deze M25 ook bekend staat.

Een kort kilometerverslag:

11:30 Dover naar begin begin M20 bij de Channeltunnel: 13 minuten

12:30 afslag naar de M26 47 minuten 80 kilometer afgelegd

13:15 Cobham Services stop 45 minuten 60 kilometer gereden

14:15 Cobham Services vertrek.

15:20 M40 65 minuten gereden 37 km afgelegd !!!

16:55 ter hoogte afslag Stratford gereden 120 km 95 minuten gereden.

17:30 M6 gereden 34 km 35 minuten gereden vertraagd verkeer

18:03 M54 32 km afgelegd 33 minuten gereden. Nog 150 km te gaan

18:30 A5 grens zicht op de bergen 40 km afgelegd, 27 minuten gereden.

19:13 A5 grens met Wales Wrexam 50 km afgelegd, 43 minuten gereden

20:10 A5 Betws-Y-Coed aankomst 60 km afgelegd 57 minuten gereden.

Totaal km Dover- Betws 696 – 183 = 513 km duurtijd: 105 + 160 + 68 + 127 = 460 = 7 uur en 40 minuten + stop van 1 uur. Een gemiddelde van ongeveer 65 km/uur

Zaterdag, 14 september

Het is even voor vier. Bij de rivier is het in Llanwrst net wat koeler dan deze voormiddag op de Rhynis campsite. Het beetje wind duwt de zogenaamde gevoelstemperatuur wat naar beneden. In het theehuisje ‘Tu Hwynt i’r Bont’ bij de eeuwenoude brug groeit de klimpop nog weelderig op de buitenmuren. Hier en daar beginnen de rode herfstkleuren zich te tonen. Op de bankjes zitten mensen terwijl ze hun honden uit laten. Llanwrst is nog een van die kleinere gemeenten waar men aan tradities vasthoudt. Op zaterdag zijn om een uur de meeste winkels hier gesloten. Bij Bernardo’s dumpen ze hun cd- en dvd’s aan vier voor een pond.

Aan de overkant van de brug staat het hoekhuis nu al jaren in de steigers. Om het uitzicht toch enigszins te verfraaien hangt er nu een spandoek van zowaar tien bij tien meter aan de stellingen, met een beeltenis van een Welshe prins die hier begraven ligt in de kerk. Regelmatig staan op de smalle brug auto’s neus aan neus. Had ik het zelf ook nog net voor. Iemand moet dan het initiatief nemen om achteruit te rijden. Ik had geluk, en stond vermoedelijk neus aan neus met een non-Brexitier, want hij gaf mij voorrang.

Het water van de Conwy rivier kabbelt rustig verder richting Conwy stad, waar het zich nog net in de Dee rivier gooit vooraleer te eindigen in de Ierse zee. Aan de overkant tuurt een koppel zwanen naar het water, belust op zalm of forel.

Daar gaat er net weer eentje in zijn achteruit de brug af. Of ik hier het vakantiegevoel terugvind?

Veeleer het gevel van weer thuis te zijn op bekend terrein. Te genieten op een van mijn banken aan de waterkant. Ik lees nog wat verder in de net gekochte Sunday Times Bestseller: Ronnie. Het levensverhaal van Ron Wood.

Wat later in Betws-Y-Coed bij die andere brug loopt het leeg, daar waar het nu al enkele jaren verboden is om van de brug te springen.

Zaterdagavond en het is druk in de Stables. Even zoeken naar een tafeltje met nummer, want dat heb je nodig wanneer je aan de bar eten bestelt. 23 wordt het. Pizza margeritha met extra topping en een ‘pint of bitter’.

Ik check mijn mails. Aan het andere end van de zaak is er voetbal op TV.

Zondag, 15 september

Naar Llangollen. In de ochtend, zat het nog mee. Minder wind, en vooral droog. Dat alles bij een aangenaam temperatuurtje. Ik kon niet direct iets googelen, in de buurt waar het aangenaam toeven zou zijn op deze ‘Open doors’ dag. Hier houden ze in september elke weekend enige deuren open. OMD is hier een OMM ofte Open monumenten maand. Niet dat al deze monumenten elk weekend opendeuren. Het is alleen leuker omdat je keuze om iets te bezoeken groter wordt. Omdat je niet op een en dezelfde dag van hot naar her heft te rossen.

Maar ik vind dus niets wat ik zou willen bezoeken. Dus wordt het een dagje Llangollen. En dat bleek geen slechte keuze, want het heeft nagenoeg de ganse dag gemiezerd. Dus werd het kringwinkelen, een bezoekje aan de boekenzolder, en op zoek naar nog onontgonnen winkeltjes. En dat trof, want net over de brug, voorbij het stationnetje, staat een oude kerk, volgestouwd, met de grootste rommel die je maar kan bedenken. In de hoek achteraan heeft de man een vinylcorner ingericht. Oude bureelladen met een massa lp’s en al evenveel single plaatjes. Door die laatste ben ik in sneltempo doorgegaan, vanwege de massa plaatjes in gewone hoesjes. Dat was gebruikelijk hier. Niet te verwonderen dus dat er verschillende Beatlesplaatjes tussenzitten aan 3 pond, maar dus zonder hoesje. Wel in goede staat. Ik opteer voor twee albums van Justin Hayward. Daarmee maak ik dan het feit goed, dat ik de 23ste niet naar zijn concert kan gaan.

Vanwege het slechte weer is het druk in het watermolen café. Enkel wie een tafel reserveerde om te eten, werd nog toegelaten.

Dan maar iets vroeger naar Betws waar deze avond om acht uur de leden van een mannenkoor alle registers opentrekken.