In memoriam William Souffreau 1946-2023
In de vroege jaren tachtig was het, tijdens een zonnige zaterdagnamiddag, pootte een vrouw uit de Koolstraat op de Aalsterse Grote Markt een kraam, met daarop verschillende bakken gevuld met diverse, zeer goed bewaarde, 45-toerenplaatjes. Zij verkocht de gedurende dertig jaar, door haar man, die veel te vroeg gestorven was, bijeengespaarde collectie vinylplaatjes. Alles netjes gerangschikt, voorzien van plastic hoesjes, en zelfs kartonnetjes ter versteviging. Een prijs. 50 frank vroeg ze voor een plaatje. Wij begonnen aan de rechterkant van het kraam de bakken te doorzoeken, en vonden ‘Rock and Roll Music’ in originele jaren vijftig uitgave van ‘Chuck Berry’, ‘Gimme some lovin’ van de ‘Spencer Davis Group’, en nog veel meer moois. Aan de andere kant van het kraam haalde ‘William Souffreau’, er de ene na de andere ‘Beatles’ eepee uit. Allemaal uitgaves op het ‘Parlophone label’. Je zal maar geluk hebben, was het enige wat wij er bij konden bedenken. Wat later diezelfde namiddag aan de toog in het ‘Pompierken’, vertelde William ons nog dat hij een stevige Beatles fan was, maar dat het voor hem allemaal zo’n zes zeven jaar eerder was gestart met ‘Elvis’, Chuck Berry en ‘Eddie Cochran’. Tot dan toe hadden wij er nooit bij stilgestaan dat William al een kleine generatie eerder bezig was met muziek. Voor ons was William toen nog synoniem met de progressieve muziek van ‘Led Zeppelin’, ‘Spooky Tooth’, ‘Free’ en meer van dat slag bands van begin jaren zeventig. Pas vele jaren later raakte algemeen bekend wat de voorgeschiedenis van William Souffreau was. Dat hij van de ‘Kinks’ hield en in de ‘Mings’ en de F’our Rockets’ had gespeeld in de jaren zestig toen wij nog volop in korte broek rondliepen.
Irish Coffee 1970-1972
Als een donderslag bij heldere hemel, begint het voor ons op zondag 15 november 1970, in ‘Jeugdhuis Leeuwerik’ te ‘Lede’, waar de ‘Voodoo’ optreedt. De eerste band die we hoorden, waarvan we konden zeggen dat die “onze geliefde muziek” speelde. Nummers uit lp’s die wij koesterden. Ze bevonden zich aan de vooravond van hun eerste single die ze net hadden ingeblikt. In de daaropvolgende weken vervelde de Voodoo plots in ‘Irish Coffee’. Een naam die we in het begin als behoorlijk vreemd ervoeren, en behoorlijk minder tot de verbeelding sprak dan het lekker klinkende Voodoo. Voodoo was zeker geen uitzonderlijke naam in het rockwereldje. ‘Black Sabbath’ of ‘Spirit’ en ‘Black Widow’ waren namen die we kenden van het pas verschenen promotie album van ‘CBS’: ‘Fill your head with Rock’. Voor ons klonk Irish Coffee eerder stomweg als de naam van een veredelde koffie, of niet soms? Het verhaal ging al snel rond, dat de naamswijziging nodig was, omdat ze een LP hadden opgenomen waarmee de doorbraak in de States zou worden geforceerd. Het was allemaal de schuld van ‘Louis De Vries’, hun toenmalige manager, die ook de ‘Pebbles’ onder zijn vleugels had. Intussen zijn we de naam Irish Coffee meer dan gewoon geraakt, en geen enkele rockfanaat in ons land denkt daarbij nog aan koffie.
De band repeteerde In de periode van 1970 tot 1972 in Lede in het ‘Brouwershuis’, de vroegere bioscoopzaal ‘Patria’, waar in de dagen van ‘patron Norbert’ regelmatig werd gefuifd. Historische optredens vonden er plaats waarbij op een affiche zowel ‘John Woolley & Just Born’ als Irish Coffee voorkwamen. Die 17de januari in 1971 was het publiek verdeeld in twee kampen, precies zoals het zes jaar eerder voorkwam over de plas bij optredens van “Stones en Beatles”. Woolley werd in die dagen eerder beschouwd als pop zanger terwijl het langharige publiek op haar beurt Irish Coffee beschouwde als “de” heilige graal. Naast Wiliam Souffreau, zang en gitaar bestond de band uit ‘Jean Van Der Schueren’ op sologitaar, organist ‘Paul Lambert’, bassist ‘Willy De Bisschop ‘ en lokale Leedse drummer, ‘Hugo Verhoye’. Hun titelloze lp verkocht te Lede als zoetebroodjes, en niemand vermoedde dat jaren later Japanners en Amerikanen de streek zouden uitkammen om er exemplaren op de kop te tikken die op dat ogenblik voor minstens 500 euro van eigenaar wisselden. Het succes van Irish Coffee was voornamelijk te wijten aan het formidabele gitaarspel van Jean, het via leslie versterkte orgel van Paul Lambert en het gouden keelgat van William.
Lede was voor een tijdje het epicentrum van Irish Coffee met optredens georganiseerd door de Schellebelse ‘DJ Ludaro’ (voorheen zanger ‘Jacky River’ met de ‘Black Devils’, en latere bezieler van het op trouwpartijen alom aanwezige L’udwig’s Discotheek’), en de Leedse ‘DJ Daheera’ van het toenmalige M’usical Born’ (organisator van het op 31 oktober 1971 in de kelder van het ‘Groen Kruis’ gehouden ‘Pop-Aalst ’71’). 20 december 1970, 28 februari 1971, 4 april 1970, 26 september 1971, data van enkele zeer gesmaakte concerten van Irish Coffee in zaal Brouwershuis, waar ze n die dagen ook voor de ‘VRT’ door ‘Zaki’ werden geintervieuwd.
Wie er bij was, zag de nu legendarische LP Irish Coffee worden geboren. Speelden de Voodoo en de beginnende Irish Coffee voornamelijk covers van ‘Free’, ‘Spooky Tooth’, ‘Humble Pie’ dan evolueerde dit naar nummers als T’he Beginning Or The End’ en uiteraard ‘Masterpiece’ en ‘The Show.’
Helaas leidde het succes van de band ertoe dat zij enerzijds “duurder” werden, en vaak gevraagd werden in vooral Wallonie en Frankrijk. Wij, het lokale publiek, zagen Irish Coffee uit onze handen glippen, en voelden ons als ‘Liverpudlians’ die meemaakten hoe de Beatles de ‘Cavern’ ontgroeiden.
Irish Coffee 1973-1975
De band die de legendarische LP opname speelde amper twee jaar samen. Een tweede single ‘Carry On’, haalde nog amper de radiogolven, en regelmatig doken ze het cafe van Norbert binnen met de legendarische woorden: “we zijn gesplit”. Splitten was in die dagen als het ware een modewoord. Uiteindelijk hield drummer Hugo het voor bekeken en werd vervangen door ‘Raf Lenssens.’ Er volgde een derde single ‘Down Down’ met op de B-kant het meesterlijke ‘I’m Alive’ waarna ook Jean het voor bekeken hield en L’uc De Clus’ de zes snaren plank overnam. Er volgden nog een laatste single ‘Witchy Lady’, maar de grote doorbraak in de rest van de wereld, buiten Frankrijk greep nooit plaats.
Stilaan verminderden de optredens en speelden de muzikanten ondermeer in de begeleidingsband van Wetteraar ‘Wim De Craene’. Mooie herinneringen hebben wij nog aan het voorlaatste optreden van Luc, Paul en Raf dat zij op 31 oktober 1974 gaven te Sint-Lievens-Esse in ‘Dancing Discovaria’, gelegen naast de legendarische danstempel ‘De Truweel’, waar ‘Zottegemse Miele’ een voorprogramma verzorgde voor ‘Johan Verminnen’ en Wim De Craene. Een nacht later, op de terugweg vanuit Limburg na hun laatste optreden waren werden ze slachtoffers van een fataal ongeluk waarbij een dronken chauffeur hen frontaal aanreed en Paul Lambert het leven liet. Ook Raf was er een tijdlang slecht aan toe.
William Souffreau nam in 1973 samen met Diane, zijn echtgenote, in Aalst de ‘Bar Amber’ over, waar voordien ‘Vader’ en later de vroegere garcon van Vader, ‘Gilbert’, achter de toog hadden gestaan. Bijna drie jaar lang werd dit het stamcafé van iedereen die een jongerencafé zocht met ‘deftige’ muziek op de jukebox. Vanaf oktober ’75 nam de ‘Ferre ‘de fakkel over en introduceerde er het betere lp werk.
We vinden William nadien nog terug in de ‘Alegro Ma Non Tropo’, en in een café waarvan de naam ons ontsnapt tegenover de ‘Aa keirk’ ofte de Sint Martinuskerk.
Irish Coffee-loze tijd 1976-1990
De lokale weekkrant Voorpost interviewt William aan de vooravond van een eerste solostart waarin hij laat weten te werken aan een single en een LP die zullen uitgebracht worden via het ‘BASF’ label onder leiding van ‘Romain De Smet’. De Smet ook bekend van ‘Cindy (Nelson)’ die eveneens op datzelfde label platen uitbracht, en twintig jaar later een duet met William zal opnemen. Zaterdag 1 maart 1975 treedt William solo op in het ‘Kultureel Centrum’ te Affligem in het voorprogramma van Johan Verminnen.
Een jaar later komt de lp ‘Raarlst’ op de markt. Een productie van William en ‘Luc Ardyns’ (Just Born) waarop 12 lokale groepen worden gepromoot. Een van de nummers, ‘Amber’, wordt door William zelf gebracht. 29 mei 1976 staat William op het podium met oud-collega Jean Van Der Schueren in de Denderleeuwse jeugdhonk ‘Parnassos’ onder de noemer “Rock and Classic”
Vanaf 1978 vinden we de ‘Soef’ terug in een aantal bandjes die nooit het legendarisch succes van Irish Coffee halen: ‘Joystick’ werd steevast aangekondigd als (ex-Irish Coffee). William en Raf Lensens gingen in zee met zanger ‘Tony Boast’ en vormden vanaf 1978 de band Joystick. Daarna kwam ‘Oh Boy’ voornamelijk gekend als coverband. Jaren later maakt William gedurende zijn solocarriere af en toe leuke uitstapjes met ‘Blink-It’, de ‘Moonlovers’ en de ‘Rockabilly Rhythm Revue.’ Een aantal jaren treedt hij voor het voetlicht aan de zijde van ‘Kloot PerW’.
Zaterdag 29 juni 1991 brengt William Souffreau een countryprogramma samen met ‘Wigbert van Lierde.’ Die avond in de ‘Mikisclub’ kregen we een aan de ‘Everly Brothers’ herinnerende set gepresenteerd.
Irish Coffee 1993
William hield van afwisseling en haalde af en toe Irish Coffee uit de mottenballen. De band released hun eerste en enige lp op CD, aangevuld met de vier singles en b-kantjes. Ook het nummer Masterpiece was daar eindelijk bij, want dit was niet meegenomen op de originele LP. Omdat de originele banden niet terug te vinden waren, werd gebruik gemaakt van een aantal zeer gave vinylexemplaren. Bij die gelegenheid treedt de band (versie met Luc De Clus), op 9 juli 1993 aan in zaal Netwerk. Alweer is er sprake van een legendarisch optreden. Wie er was koestert nog steeds de herinnering,… en het kaartje met daarop het LP logo.
Vanaf 1990 gaat William officieel solo. Vooral zijn allereerste soloworp werd goed ontvangen door de toenmalige BRT, en vaak hoorde je het nummer ‘We all must get together’ uit ‘Under a Belgian moon’. William werd op zijn eerste soloworpen bijgestaan door de recent overleden ‘Top Topham’, de allereerste gitarist van de ‘Yardbirds’, voor ‘Eric Clapton’. Topham hanteerde opnieuw de gitaar in een aantal recente bezettingen van de Yardbirds.
4 Februari 1995 stelt William ‘In My Room’ live voor in ‘De Werf’. Bij die gelegeheid komt Cindy Nelson haar duet live inzingen.
Irish Coffee 2002-2022
Op 5 oktober 2002 speelde de band in de Florahallen. We zagen hen als voorprogramma voor ‘Golden Earring’. Lager op de affiche stond ‘Golden Green’, band met ‘Kris Van der Cammen’.
Over naar 2005 wanneer de band optreedt in het Duitse ‘Rockpalast’, uitgegeven op zowel DVD als CD. Ook in deze reïncarnatie speelt Luc De Clus.
In 2007 te Lede in zaal Intermezzo concerteert hij akoestisch samen met Jean Van Der Schueren. Zij brengen er ondermeer The Show.
De Werf stond garant in 2013 voor enkele reunieconcerten van Aalsterse bands. ‘Isopoda, John Woolley & Just Born, ‘Lavvi Ebbel’ en Irish Coffee stonden toen tijdens een tweedaags gebeuren op de affiche. Voor de gelegenheid traden ook een aantal oudleden voor de spotlights waaronder Jean Van Der Schueren. Een maxi-CD inclusief interviews verscheen bij die gelegenheid. Werden er van die concerten opnames gemaakt door de Werf? Wij blijven het hopen.
Vanaf 2002 wordt nieuw materiaal uitgebracht.
Achtereenvolgens in 2004 ‘Irish Coffee II’ versie met Luc De Clus. In 2013 ‘Irish Coffee Revisited III ‘met een gloednieuwe band waarin Kris Van Der Cammen en ‘Franky Cooreman’, in 2015 ‘When The Owl Cries’, en als (voorlopig?) laatste ‘Heaven’ in 2020 in een alweer nieuwe bezetting met gitarist ‘Frank Van Laethem’.
In maart 2014 stelt William een gelegenheidsband samen om samen met het ‘Amber Reunie Team’ (ART) herinneringen op te halen aan de legendarische bar Amber. Ook Ferre is van de partij en vergast het publiek op een progressieve dj-set.
Twee jaar later gaat het Amber Team door, en viert in zaal ‘De Brug’ de zeventigste verjaardag van William, met Aalsterse gastmuzikanten waaronder ‘Jan Oelbrandt’, ‘John Woolley’, ‘Dirk De Schepper ‘en ‘Cas Van Der Taelen’. William speelt tot slot de avond naar een hoogtepunt met een stomende Irish Coffee versie van Whole Lotta Love, opgedragen aan iedereen die er niet meer bij kon zijn. Als herinnering aan Den Amber krijgen we het magistrale ‘They Tore the Playhouse Down’, terug te vinden op Whhen The Owl Cries.
Bronnen:
Onuitgegeven diaries auteur. Archief auteur.
Digitaal krantenarchief Aalst, de Voorpost edities jaren 70.
Discogs en FM-setlists