Ik gooi de auto aan de kant langs de Denderkade even voorbij de Sint-Annabrug. Het kan er nog gratis, en het is makkelijk bereikbaar vanuit de stad zelf. Althans nu nog, want binnenkort wordt de omgeving grondig aangepakt, inclusief het plaatsen van een nieuwe brug. Het is een omgeving die eeuwenoud is, maar waar alles vernieuwd werd na de laatste doorkomst van onze broeders uit het oosten, begin van de jaren 40 van de vorige eeuw. Ik heb het niet anders gekend. Weet echter wel, dat je na een bezoek aan het museum mogelijks de omgeving toch wat anders zult bekijken. Ook het museum, ’t Gasthuys, gevestigd in het oud hospitaal wordt grondig gerenoveerd. We vragen ons af of dit met de bestuurswissel na de laatste verkiezingen heeft te maken?
Je loopt vanaf de Grote Markt richting Sint-Martinukerk, het onzichtbare Sint-Maartensplein naar beneden, rechtdoor het museum in. De eerste zaal ligt er voorlopig nog wat leeg bij. Direct rechts wordt je 100 jaar en meer in de tijd geworpen naar de periode dat Aalst een echt grauw fabrieksstadje was. Iedereen kent de situatie sinds de verfilming van Daens door Stijn Coninkx. Via teksten en foto’s wordt de tijd van toen getoond. De kasteeltjes van de textielbaronnen, de eerste stoommachine te Aalst, in gebruik in de watermolen aan de Dender, het leven van de arbeiders, enz…
Bij het betreden van de zaal krijg je via een schilderij van Willem Van Buscom uit 1823 een mooi zicht op de omgving van de werf vroeger, waar zich langs de Oude Dender de watermolens bevonden, vlakbij de werfkapel.
Twee zalen zijn voorbehouden voor een knappe fototentoonstelling (in zwart wit) over Louis-Paul Boon. Helemaal achterin afgeschermd achter glas is een gedeelte voorbehouden waarin zich slechts een foto van Louis staat. De foto hangt in het midden van de muur, ongeveer op ooghoogte. Louis kijkt de zaal in, naar de bezoekers. Hij observeert jou, zoals hij dat zijn hele leven lang deed. Je ziet Boon terwijl hij zelf filmt, terwijl hij gevierd wordt bij de kapel Ter Muren langs de Kapellekensbaan; Louis tussen andere bekende personaliteiten. Mooi.
De trap op en je wandelt eerst naar de André Sierens zaal, waar zich een vijftiental schilderijen van Valerius De Saedeleer bevinden, naast wat etsen, en geschriften van de meester. Even verpozen kan bij een TV waar een fotomontage loopt met zicht op de verschillende stadia uit het leven van de schilder. En De Saedeleer heeft op diverse plaatsen gewoond: Sint-Martens Latem ten tijde van de eerrste Latemse school, Lissewege, Tiegem, Leupegem, Etikhove en tijdens en na de eerste wereldoorlog in Wales te Rhyd-y-felin vlakbij Aberystwitch. Rechts bij het binnenkomen van de zaal hangen drie schilderijen mooi naast elkaar, waarop je drie verschillende staakmolens ziet. Waar Valerius woonde hoefde hij maar door een venster te kijken, om een van deze oude wachters te observeren. Je moet zeker in deze zaal, aan de linkerzijde door het middelste venster even naar buiten kijken, want buiten op de Oude Vismarkt voor het Stadsarchief bevindt zich een standbeeld van de imposante meester.
Aan de andere kant van dezelfde verdieping betreedt je het Carnavalsmuseum. Maak er kennis met de Voil jeannet, met de gillis, de geschiedenis van het Aalsterse carnaval, Keizer Kamiel. Een authentiek cafeetje werd er nagbouwd. Een overzicht van alle prinsen, en een niet te schatten aantal foto’s naast videomantages vervolledigen deze carnavalszolder. De jukebox laat je genieten van een onnoemelijk aantal carnavalshits, allen in het lokale dialect gezongen.
Het gedeelte van het( museum dat zich in het oudere gedeelte van het Oud Hospitaal bevindt, wordt thans onder handen genomen. Toch kun je er in alle rust rondkuieren en genieten van heel wat archeologische vondsten uit de streek. Wij werden natuurlijk begeesterd door enkele oude molenstenen.