De Ronde, Parijs-Roubaix en 300 jaar Vrede van Utrecht.

Meer fotos

April, de lente hangt af en toe in de lucht. Dit jaar komt een aantal verjaardagen opzetten, waar helaas al te weinig aandacht aan zal worden besteed.

Elk jaar opnieuw begin augustus schijnt de zon, stuift het zand, en wordt er een kassei gegeven aan de renner met de snelste benen die het eerst Robaais (???) bereikt. Effe filosoferen, want de renners zijn nog niet in aantocht….

In ons kleine kikkerlandje moet zelfs Google al een en ander bovenhalen om ons op ons erfgoed te wijzen. Recent regende (sic) het een godganse dag berichten over “onze” Van De Velde en o.a. zijn Gentse Boekentoeren. Is het erg dat wij ons afvragen of dit zonder de aandacht van Google ook zou gebeurd zijn. Een tweede feitje dat ons recent opviel tijdens een interview in Café Corsari met de makers van Ten Oorlog was dat die gasten boud beweerden dat de Grote Oorlog belangrijk was, omdat als gevolg daarvan de kaart van Europa ontstond. Helaas dwalen zij. Ik catalogeer die “jongelui” dan ook graag bij de “oekanikdanaweten, tisvanvorenmijnentijd” jeugd. Je komt ze nogal eens tegen in programma’s zoals blokken op Een.

Volgend jaar in 2014 zullen we het geweten hebben. De Vlaamse Regering investeert immers pakken geld in “de viering” van 100 jaar Grote Oorlog. Is dit een goede zaak? Uiteraard. Er wordt toch al veel te weinig aandacht geschonken aan onze geschiedenis. Maar mogen wij even kanttekenen? Waarom herdenken we het einde van deze oorlog (11 november), maar doen we dat niet (behalve hier en daar zeer lokaal) met het einde van de oorlog in 1815 waarbij Napoleon werd verslagen? Was het omdat wij toen niet meer dan een slagveld waren waarop vreemde volkeren “van gedachten wisselden”? Ik kom de Grote Oorlog meer tegen over het Kanaal telkens ik weer heelder lijsten zie van gesneuvelden in Flanders Fields. Iets wat je ook treft op de Menenpoort in “Waaipers” (Ieper uitgesproken door de doorsnee Brit) bij het lezen van al die duizenden namen van die “duzenden soldaten” die er sneuvelden. Dan maak ik mij wel eens de bedenking dat onze “deelname” toch wel erg beperkt bleef met een “samengeraapt” leger van amper 12.000 man.

Op een dag in Wales, ergens op een camping, sprak een Engelsman tot ons tijdens een babbel over vroeger tijden: “Oh Belgians, you don’t have a history”. Lap, dat was er op. Of naar mijn gevoel misschien toch ook weer niet helemaal. Bestonden wij dan niet voor 1830? Hebben wij dan echt niets meer te herdenken, of om over na te denken? Blijkbaar niet zoveel op die enkele dag na, die via H. Conscience tot ons kwam en die meer dan 700 jaar achter ons ligt. Komaan.
Op 10 en 11 april hadden wij nochtans een en ander kunnen herdenken. Ik gebruik met opzet niet het woord “vieren”, want helaas voor de Vlamingen waren het dagen waarop wij morzels grond verloren aan een individu dat zich zowaar koning van de zon waande. Wie 11 april (in het er opvolgende weekend) wil herdenken zal vermoedelijk een trip naar Utrecht moeten boeken.

Een nog Vlaams bordje uit 1703 aan een oud hotel (Cassel)

Exact 300 jaar, dag op dag gleden, werd de Vrede van Utrecht getekend. Maandenlang was er voorbereid om toen al de grenzen van Europa uit te tekenen. Te bedenken dat wij op die dag hadden onafhankelijk kunnen worden…en starten met onze geschiedenis beste Engelsman, die wij ontmoeten op een camping. Het had ons vandaag heel wat oeverloos gelul kunnen besparen. Alle Verherstraetens ten spijt.

De Vrede van Utrecht kwam er nadat de Hollanders de Fransen hadden bevochten uitgerekend op ons grondgebied. Vanuit ons “Vaderland” met zijn staminees kwam niet teveel hulp, want daar woede een successieoorlog sinds in 1700 de koning kinderloos stierf.
Het heeft geen zin om hier diep op deze geschiedenis in te gaan, want dan haakt “den lezer” misschien af. Toch werden wij, op dat ogenblik, 300 jaar geleden zonder veel inspraak verkwanseld aan de Oostenrijkers, die hier de plak mochten komen zwaaien de volgende 75 jaar. Toegegeven, gedurende de eerste helft van deze 18 de eeuw bleef ons land een slagveld, maar eens de kaap van 1755 gerond kon hier plots alles. Er werden molens gebouwd of verbouwd. Kaarsrechte steenwegen werden aangelegd, kromme rivieren werden rechtgetrokken. Er zal dus werk genoeg geweest zijn. Een goede tijd? De vraagt blijft: “Waarom konden we dat zelf niet? Waarom hadden we daar Oostenrijkers voor nodig?”. Ik zal het eens vragen aan Marc Reynebau, die weet veel van die dingen…

Zo,tot zover 11 april. Merkwaardige dag toch want zo’n 39 jaar eerder werd er ook al op 10 en 11 april een en ander beslecht te Noordpeene. Te waar??? Hoor ik jullie uitroepen? Ergens in Vlaanderen dus, in het toenmalige Vlaanderen, waar ook toen Lodewijk “koning van de zon” probeerde om wat grondgebied te veroveren. Of het al dan niet klopt dat D’Artagnan en de 3 andere musketiers daarbij aanwezig waren weet ik niet, en helaas is Alexandre Dumas die dat zo wonderlijk beschreef naar andere oorden vertrokken. Maar zoals hoger opgemerkt bij Conscience weten we al dat we moeten opletten met schrijvers, want die durven de geschiedenis soms echt geweld aandoen… En ook die slag verloren we. En niet enkel onze eer, maar heelder stukken grondgebied, waar men toen Nederlands sprak en nu Frans. Waar men zovele jaren later er niet meer in slaagt om de naam van het dorp correct uit te spreken. Daar waar men van de naam van het dorpje Witzand (zie Lieven Tavernier), Wissant maakt, of van Heusden het er op lijkende Hesdin of ook nog waar men Atrecht omvormde tot Arras. In de streek schenkt men tegenwoordig o.a. bier van Esquelbecq. (Glimlach). Ekelsbeke dus.

Ikzelf zal het niet meer mogen meemaken vermoed ik: het Europa van de Regio’s. Het Europa waar wat bij elkaar hoort opnieuw bij elkaar zou kunnen horen. Een regio die we dan misschien beter zouden kennen dan vandaag de dag. Wie weet, dat er nu te Cassel een tentoonstelling loopt met schilderijen van o.a. Pieter Coecke van Aalst? In Cassel, (waar zeg je?) in het al even onbekende Musée de Flandres. Jawel bij onze vroegere landgenoten, amper enkele kilometers over de schreve, die nog steeds dichter bij Brussel, Gent of Kortrijk wonden dan bij Parijs. Les Ch’tis zoals ze spottende genoemd werden door “de echte Fransen” uit het Zuiden.

Afgelopen zondag zakten weer massa’s Vlamingen af naar de nu Franse kouters om er Cancelara van dichtbij te bewonderen. Helaas blijft het daarbij. Over het algemeen wordt er bijzonder weinig cultuur opgesnoven op zo’n dag.
Nu men de muur geschrapt heeft uit de Ronde en in toertjes rond Oudenaarde blijft draaien, zou men misschien kunnen overwegen om door De Vlaamse Bergen rijden. De Casselberg, De Zwarte Berg, De Kattenberg, enz…. daar waar sport en cultuur elkaar zouden kunnen tegenkomen….

Ik geef het maar mee. De nieuwe manager (man in suit) bij Woestijnvis kan er alvast over nadenken.