Wales, bij volle maan, op een campsite, helemaal boven in Snowdonia, in wat ze hier The beautiful Conwy Valley noemen. De avondlijke stilte is hier hoorbaar. Vanavond voor het eerst ooit een concert bijgewoond, al is dat een groot woord voor een maandelijks optreden in de kerk van Betws-Y-Coed. Wales is gekend als Land of Song, en zeker voor zijn mannelijke zangkoren. Ook vanavond schitterde het Hogia’r Ddwylan koor. Ze werden overigens afgewisseld met een meisjeskoor dat van van behoorlijk recentere datum dateerde. Pakweg twintigers, terwijl de heren zich helemaal aan het andere uiteinde van de levenslijn bevonden. Ook het aanwezige publiek was gemiddeld genomen niet ver verwijderd van de pensioen gerechtigde leeftijd.

Het heeft toch iets, meezingen met zo een koor. In het Welsh dan toch bedoel ik. Mits enige kennis van de Welshe fonetica kom je een heel eind. Probeer vooral niet te lezen wat er staat, want dan breek je je tong binnen de kortste keren.

Wat uiteraard een dergelijke avond tot een sublieme ervaring maakt is het feit dat een aantal mensen hier, in dit toch wel toeristisch gat, van over de gehele wereld samen zingen. En bovendien in een taal waar de meesten dan toch de ballen van verstaan. In een eeuwenoude Keltische taal die ons ook kan leren hoelang sommige dingen of handelingen reeds bestaan.

Langs de andere kant ervaar je meteen, hoe weinig belangrijk taal is, wanneer mensen samen muziek brengen. Vanavond was een mooi voorbeeld waarbij enkel wat sobere begeleiding op piano volstond om al die stemmen te ondersteunen. Het koor werd geleid, of spreekt men ook hier van gedirigeerd, door een vrouw. Prachtig beeld al die mannen in een pak, wit hemd en vlinderdas vocaal zo te zien meegaan met die dame. Vlasblond, type Cynthia Powell, later Lennon, zoals ze enkel bestaan in Engeland en Wales.

Tijdens de break verkochten ze met gemak al hun cd’s aan de spotprijs van 5 €.

Het kerkje, dat centraal in Betws is gelegen langs de A5 (de eeuwenoude postkoets weg van Dublin naar London, waarlangs ook de drovers kwamen), is opgetrokken in natuursteen. Het dak wordt getorst door een mooi houten gebinte. De kerk is opgedragen aan Mary (katholiek dus). Ook hier worden niet meer om de haverklap missen opgedragen, maar gebruikt men delen van de kerk bevoorbeeld om er wekelijks een vlooienmarkt te houden. Vorig jaar kocht ik er net geen Fender gitaar voor 75 £. Een daad van “kiekenheid” mag je wel zeggen. In mijn herinnering leven ook nog de oude vrouwtjes, die ons op het vlakbijgelegen terras van de Stables steevast raffletickkets probeerden te verkopen voor een “duckrace”, later op het seizoen. Ik heb nooit geweten of ik goede, dan wel slechte eenden had getrokken, want prijzen werden ons nooit opgestuurd.

In de Stables kan je iedere donderdagavond genieten van live jazz muziek gebracht door Jazz Rag, de band van Maurice Jones. Ook zij hebben al heel wat jaren op de teller. Hopelijk zijn ze er donderdag opnieuw….