Wat betreft 10 maart las ik wat volgt in het Blommenkindersdagboek op het dagelijks iets degelijks blog van Ronny De Schepper. (*)
Iedereen aanwezig. Hebben door het slechte weer ons met platen spelen moeten tevreden stellen. ’s Avonds zijn we gaan wandelen. Door het vinden van een voetballetje hebben we ons nog goed vermaakt ondanks het feit dat het niet veel op specialistenvoetbal trok. Ook was er onenigheid over het al dan niet gaan naar KSV Temse-Gerda.
Dat het geen al te bijster mooi weer was die dag kan ik beamen. Lees even mee.
10 maart 1968
Wakker geworden en ineens beseft dat het zondag was. Blijven liggen, omdat we toch al de dag ervoor nar de kerk waren geweest. In de voormiddag miezerde het. In de namiddag ging R. met Lutgarde naar de Palace. Om twee uur moest hij aan het station zijn, stond er in de brief die hij van haar had gekregen. Daar stond o.a in dat ik mee mocht, maar daar had ik geen zin in. ‘s Avonds zou R. naar de turnkring gaan. Bij mij rijpte halvelings het idee, om naar een toneelopvoering te gaan in Erpe. In de namiddag druppelde het miezerig. Op de Kleine Steenweg was geen kat te zien, behalve A & L. De ganse namiddag thuis gezeten. Ik verveelde mij en Ik vervloekte de dag. Rond 18 uur naar de Engelse hitparade geluisterd op Radio Two op de lange golf.
Met een, ‘ik ga vanavond naar de Pax’, trok ik de deur achter mij dicht. Er zullen wel bekenden genoeg zijn. En zijn die er niet dan kan ik nog altijd rechtsomkeert maken. Zelfs bij Stuyvers maakten ze zich klaar om te vertrekken zag ik nog. Aan de Vijfhuizen bolde F. mij voorbij met achter in de auto het onafscheidelijke duo A & L. Aangekomen zag ik de fiets van V. staan. Nog even mijn haar in de plooi trekken, terwijl de anderen aan kwamen gelopen. Ik moest eerst nog stomweg betalen, en daardoor verloor ik de anderen met een voorverkoop kaartje even uit het oog, maar geen nood want ik kreeg van het duo al direct te horen: ‘ga maar rechtdoor en daarna sla je links af.’ V. had een plaatsje gehouden voor mij.
Over het toneel vermeldt ik hier tussen haakjes, dat dit machtig geslaagd was.
Het mag duidelijk zijn, dat wij meer geïnteresseerd waren in de pauzes tussen de verschillende acts, waarin wij een luchtje gingen scheppen, en A & L probeerden te versieren.
Zij wandelden richting speeltuin net voorbij het klooster, en V. zei: ‘Kom ga je mee?’ De Stuyvers dorsten niet, en V. en ik sloegen als echte groten onze arm om de schouders van de meisjes, en naar ik mij herinner gaven we enkele snelle onhandige kusjes, en vertoefden voor de rest van de avond in hogere sferen. Vermoedelijk ook de reden dat er van de toneelopvoering niet veel is blijven hangen. (EDS)
Bon, het miezerde dus vandaag precies vijftig jaar geleden.
Ook Zaki kijkt terug.
Ik kocht onlangs een boek over ondeugendER oud worden, van een zekere Jaques Dewaele, al gaf hij het niet uit onder die naam. Tja wie kent hem nog? Zaki blikt terug, of beter kijkt naar zijn tijdgenoten van vandaag, en betreurt het dat wij, ja ook ik, stilaan behoren tot die generatie waar vooral op neergekeken wordt door het jonge grut.
Het boek lijkt wel een verzameling blogteksten.
In de inleiding krijg je als lezer al onmiddellijk wat goede raad mee, voor op je verdere leesreis. Hij stelt: “ik kan nu rustig advies geven, want ik heb het zelf niet meer nodig.” En vervolgt met een tweetal adviezen: reis altijd in eerste klas, anders doen je kinderen het. Tweede advies meer bepaald voor de mogelijke jongere lezers: respecteer de ouderen, ze moesten afstuderen zonder Google en Wikipedia.
Voldoende interessant om over te gaan tot de aankoop van dit werkje uit 2016. Ik had het zelf niet beter kunnen formuleren. Er gaapt een kloof tussen al wie in luiers liep na pakweg 1995 en zij die datzelfde voorrecht hadden begin jaren vijftig. Born in the fifties zong Sting ooit met de Police ergens in het tussentijdperk.
Zaki heeft het er overigens ook een paar keer over, dat de jeugd helemaal niet beseft, dat de oudjes van nu, opgroeiden met Beatles en Rolling Stones. Dat zij het waren die de deuren naar de nieuwe wereld waarin alles wat toen nog verboden was hebben opengegooid. De generatie die nu tegen de 65 aanschurkt liep in 68 door de straten met de bedoeling om de Walen de toegang te ontzeggen aan onze Leuvense universiteit.
Het was die generatie die naar het eiland Wight trok, omdat Woodstock te onbereikbaar was. Het was die generatie die er voor zorgde dat uiteindelijk Playboy in de winkels werd verkocht met blote covers, ontdaan van strategisch geplakte stickers.
In die tijd moest je nog 15 zijn om Kobeke van Ernest Claes te mogen lezen. R. Met zijn lezerskaart van veertienjarige werd prompt teruggestuurd toen hij het boekje op de toonbank van de Aalsterse bib deponeerde. De redding kwam er stilaan toen films als Barbarella met een jonge Jane Fonda opdoken in de bioscoopzalen, en er op de Londense podia zelfs musicals als Oh Calcutta verschenen…..
Het is die generatie, onze generatie, die in veel interessantere tijden leefde, veel strijdvaardiger was, waar nu door de jeugd, die zich afvraagt wie Paul McCartney was, al te vaak wat meewarig op wordt neergekeken.
Je ziet ze inderdaad niet in reclame, niet in hippe tijdschriften, niet in flitsende praatprogramma’s, omdat deze wereld beheerst wordt door een generatie jongere narcisten die zich dansend rond dezelfde vijver vergapen aan zichzelf.
Die generatie die zelfs niet weet hoe een eenvoudig pensioenstelsel als het onze werkt, en nu al moord en brand schreeuwt over hun oude dag, die hun nooit gegund zal worden. Althans dat is wat zij vandaag denken. En uiteraard wat ook elke meeloper op sociale media maar wat graag bevestigt. Met degelijke nitwits, die bovendien ook nog onze wetten bepalen, leven we in een gevaarlijke tijd. Misschien is een van de stellingen in het Zakiboek nog niet zo’n slecht nieuws. Hoe meer geld er nodig zal zijn voor de vergrijsde als maar langer levende horde oude raven, hoe minder men zal kunnen uitgeven aan, legertuig, en hoe dichter de oude hippies bij hun idealen uit de sixties zullen komen: wereldvrede.
Uit een dagboek geschreven in 1968.
Het jaar begon op een maandag precies zoals dit jaar 2018, vijftig jaar later. Citaat: “ Wat ik over deze dag te schrijven heb is niet veel bijzonders”. “Het was een nieuwjaarsdag zonder wit tapijt” voegde ik er nog aan toe…. Nu 50 jaar, na datum, kan ik enkel concluderen, dat dit niet de meest literair hoogstaande openingszin was waarmee ik indertijd in een ‘cahier de brouillon’ een aanvang nam met het noteren van wat er zich in mijn leven, en omgeving, afspeelde. Een beetje vergelijkbaar met het Blommenkindersdagboek op het blog ‘dagelijks iets degelijks’ van Ronny De Schepper. (*)
Eeuwig jong in de Molenstraat.
Een prachtige naam die de tijd mooi samenvat, en omdat 1967 al achter ons ligt en dus die Blommenkinders al bezet zijn, hou ik het op….. Forever Young in Mill Valley. De Molenstraat die bijna aansloot op de Kleine Steenweg, een buurt waar we vaak vertoefden. Aan de ingang van de vroegere villa, van de Aalsterse familie De Wolf-Cosijns, toen gekend als hotel Cottem, lagen aan de toegangspoort twee grote ronde arduinen stenen, die we vaak gebruikten als zitbank. Daar kwamen we vaak samen.
Een greep uit het leven van toen.
Een typische dag zag er als volgt uit: in de voormiddag met kameraden naar de dinsdagmarkt in het naburige Lede fietsen, om er ‘naar de meisjes te kijken’. ‘s Namiddags luisterden we dan bijv. naar plaatjes die de vader van R. had opgenomen op een Sierra bandopnemer.
Er van dromen om zelf een gitaar in elkaar te knutselen, wat doenbaar leek, na het bestuderen van een bouwplan in een boek van de serie Jongens en Wetenschap. Het resultaat kwam in de buurt van wat tegenwoordig een cigarboxguitar heet.
Wapperende rokken.
Ontdekken van de andere helft van het universum, zoals Lennon dat later zo mooi omschreef. De ene interesseerde zich net iets sneller dan de andere aan wapperende meisjesrokken, en mooie benen die voorbijfietsten op minifietsjes. Eigenaardig genoeg hadden wij daar nooit oog voor gehad en plots als uit het niets verschenen ze in de nadagen van de Summer of Love.
Zoals in het leven van V die zich in 1967 bij het begin van de grote vakantie ter gelegenheid van Sevecootkermis een lief opscharrelde. Dat liep vlot in het begin, althans toch voor twee dagen, tot de jongere broer van Marleen VDB, het thuis ging vertellen aan haar moeder, die prompt op haar brommer sprong, en de buurt kwam onderzetten, haar betoog eindigend met de ferme zinsnede: “en wat als er kinderen van komen?”. Tja wat wil je wanneer betrokken partijen zelf maar 13 of 14 zijn? Het was uit… zo ging dat toen.
Er werd wat “afgetast”, letterlijk en figuurlijk in die dagen. Vaak erg onhandig, want er was nog geen internet om ons “op te voeden” of voor te lichten met handige plaatjes of filmpjes.
Voor onze voorlichting zorgden we zelf zoals die keer in de Molenstraat aan de Cottemmolen waar we regelmatig samenkwamen om er over alles en nog wat te palaveren. De watermolen lag aan het einde van de Molenstraat, daar waar nu het natuurgebied solegem Honegem begint. Zekere dag had R een condoom bij zich dat hij van een vriendje op school had gekregen. Waarschijnlijk zal dat toen de eerste “capote Anglaise” zoals dat toen nog heette geweest zijn die we aanschouwden. Omstreeks dezelfde tijd vergaapten we ons aan de plaatjes in een weggegooide Ciné. De tijden zijn veranderd.
De Handelschool
Het was de tijd dat jongens en meisjes nog behoorlijk gescheiden werden gehouden in het schoolleven, en zeker in het katholieke net.
De kameraden waren allen, op een half jaar na, ongeveer even oud, waardoor het kon dat de ene een jaar hoger of lager zat op school. We zaten verspreid over verschillende scholen. De ene in een katholiek college en anderen in het ‘staats’ onderwijs. Allemaal zaten ze op jongensscholen, behalve ik.
Zelf was ik de uitzondering op de regel, en de enige die op een gemengde school zat, deels bewust en deels onbewust, omdat mijn pad nu eenmaal zo gebeiteld werd door enkele elkaar opvolgende leraars frans in de lagere humaniora aan het Aalsterse Koninklijk Atheneum. Daar kon het in de derdes, het eerste jaar van het hoger’ alleen maar fout lopen bij ‘de spek’, een man waarvan de naam mij nu ontsnapt. Om dan toch maar in dezelfde richting te blijven doorgaan was er enkel de mogelijkheid van de beruchte Handelschool in dezelfde stad. Ik kende deze gemengde school al omdat ik er in september 66 een jaar zondagsschool aanvatte bij een onlangs overleden leraar, die we vooral aan het lijntje hielden door hem te laten vertellen over zijn duikervaringen in de Middellandse zee. Op de duur bleef ik op zondagochtend vaker liggen dan dat ik naar zijn verhalen ging luisteren, al moet ik, zeggen dat we van die man toch behoorlijk wat frans meekregen. Mijn belangrijkste herinnering blijft hoe hij ons in lyrische bewoordingen warm maakte voor de toenmalige plaat van Adamo, Inch Allah, de zesdaagse oorlog, het Palestijnse vraagstuk, en ons de tekst echt deed beluisteren. Waarvoor nog altijd dank.
Een van de constanten in dit leven zal toch wel voor eeuwig muziek zijn, en dat was vijftig jaar geleden niet anders….
In die dagen werkte ik aan een Beatles “scrapboek”. Een project waarvoor ik quasi alle Muziek Expressen van de drie jaar ervoor an flarden knipte. Een aantal volleblad foto’s eindigden overigens ook aan de slaapkamer muren. Herstel van de collectie zou dezer dagen niet enkel moeizaam verlopen via talrijke bezoeken aan gespecialiseerde platen en muziekbeurzen, maar overigens ook behoorlijk weghappen in de portemonnee.
Tussendoor lid geworden van de Beatlesfanclub, en in de bib het boekje ‘Wij zijn de Beatles’ van Billy Shepherd (**)meegenomen om er een spreekbeurt uit te distilleren voor de les Nederlands. Alles verliep toen nog op het ritme van de snelheid van het postwezen. Elke dag in spanning naar de brievenbus hollen, om vast te stellen dat de lidkaart er nog niet was, en toen ze dan toch eindelijk kwam, bleek dat er nog een pasfoto op moest, wat weer enkele dagen duurde. Toch iets anders dan eender welk online lidmaatschap waar je de dag van vandaag een muisklik van bent verwijderd.
En dan was er nog de dagelijkse portie radio.
Het exemplaar in onze huiskamer dateerde uit 1956. Het was een SABA. Een exemplaar waarin je bovenaan onder een klep ook nog een platenspeler vond, ook al van stevig Duitse makelij. Een eenvoudige Dual, maar toch eentje waarbij je het element in de toonarm 180 graden kon omklikken, zodat de arm was uitgerust met of een zware naald voor 78 toerenplaten, of een dunnere naald voor 45 of 33 toeren. Jawel 33 toerenplaten moeten dus in Duitsland in Villingen in het zwarte woud waar alles vandaan kwam al voorhanden geweest zijn. Mijn ouders hadden voor de combinatie meer dan 8000 frank opgehoest, wat toen een fortuin moet geweest zijn. Gelukkig was er een doos bijgeleverd met drie 78 toerenplaten: Bobbejaan Schoepen, Ray Franky en het Trio Cortez.
Pas in de nazomer van 66 kocht ik een eerste 45 toerensingle: yellow Submarine, van hoe kon het ook anders, de Beatles. Een single in een groen papieren hoesje, zonder foto, gekocht in de Unic te Lede. Ik zie het uitstallen nog zo voor mij, aan de rechterkant bij het binnenkomen. De Unic is er allang niet meer, het gebouw nog wel, en je kan de plaats nog steeds gaan bewonderen, al staan er nu andere dingen uitgestald, gewoon omdat het een Bel & Bo is geworden.
De radio was voorzien van een FM band, iets wat je toen ook al niet op een doorsnee radio aantrof. Verder was er uiteraard het traditionele groene oog, dat je enigszins kon helpen bij het afstemmen op een of andere verafgelegen post. De afstemschaal daar kon je geen steek op gaan, want dat was een opsomming van Duitse, en andere achter het ijzeren gordijn gelegen onbekende steden. Brussel stond er nog wel op al was het met twee puntjes op de u. FM ws vooral interessant omdat je daar AFN kon opvangen. Amerikaanse radio voor de soldaten in Duitsland, en zijn tijd behoorlijk vooruit. Lange golf was enkel goed voor BBC twee en dan nog enkel op zondag vanaf 18:00 uur wanneer ze de top 20 platen draaiden. Middengolf leverde al die wondermooie muziek op de piratenstations. De golflengten veranderde je door een van de gele drukknoppen in te drukken in een rij die min of meer op een reep witte melkchocolade leek.
Op dat toestel was er met die middengolf een eigenaardigheid. Daar waar op de doorsneeradio links op de afstemschaal radio Veronica op 192 lag, kon je bij ons verder naar links in de 180 meter band. Wanneer je met de rode naald door het stukje afstemschaal tussen 180 en 190 bewoog dan doken daar in de begindagen van 1968 plots radiostations op uit de onmiddellijke omgeving. Het bleek om vooral jonge gasten te gaan, die voor zichzelf een zender hadden in elkaar geknutseld, en daar onderling met elkaar met communiceerden. Dus eigenlijk programma’s hoorde jen daar niet. Het was veeleer een CB avant la lettre, of straffer nog een vorm van chatten zoals we dat nu kennen van het internet. Die gasten opereerden onder tal van verschillende benamingen. Eentje noemde zich Elektron, een andere heette Venus of Vibrato, Atlanta en Halifax.
Ik herinner mij nog de avondlijke spanning, wanneer ik door dat afstemgebied scrolde: zouden ze er vanavond zijn, en zouden ze iets te vertellen hebben. Na enkele avonden was het duidelijk dat die gasten zich voornamelijk ophielden in en rond Aalst. Op een gegeven ogenblik bleek er zelfs eentje mobiel te zijn. Uiteindelijk duurde dit alles bijeen amper enkele maanden, en al snel bleek dat een van die mannen een incognito figuur van de RTT (later Belgacom en nu Proximus) te zijn, waarna het voor de rest van de tijd oorverdovend stil werd in dat hoekje van de radio. Nog niet zo lang geleden kwam ik al kringwinkelend de overbekende Jaak tegen, en om de een of andere reden hadden we het over oude radio’s en specifieke eigenaardigheden met die radio’s. En… hij beweerde een van die mobiele gasten te zijn geweest, al situeerde hij ze een vijftal jaar later. We weten intussen al dat het geheugen mensen vaak parten speelt wanneer het om vroeger gaat, en we weten ook dat het geschreven woord in dergelijk geval uitkomst kan brengen.
Hoe vaak heb ik nadien in februari niet met de naald het gehele spectrum van de afstemschaal doorlopen, op zoek naar het geluid van de op 3 februari gestrande Mi Amigo, het zendschip van Radio Caroline. We weten nu waarom het ophield, en hoe chaotisch het er aan toeging in die laatste dagen van de enige overgebleven zeezender.
Heel even terugspoelen naar….
De tweede januari sloot ik af met enkele oefeningen op mijn mondmuziek: proberen de begintune van de Marseillaise te spelen. Wij kenden dit uit de intro van All You need is love van de Beatles, de uit de vorige zomer daterende single. te spelen. Verder dan die poging ben ik overigens nooit geraakt in het bespelen van een instrument. Beluisteren van instrumenten daarentegen…..
‘All you need is love’ maakte deel uit van een beginnende vinyl collectie die ik toen nog makkelijk kon overzien, en waarvan ik niet kon vermoeden dat ze vijftig jaar later nog steeds zou aangroeien.
Driekoningen, 6 januari, een zaterdag, en in die tijd dus ook nog een halve schooldag, het leven van de jeugd, was toen nog hard…. een marteling om de les godsdienst en daaropvolgend twee uur bijzonder boekhouden uit te zitten.
Met de fiets naar school betekende bijv. ook dat je in het geval van een lekke band, onder de middag, het hele eind te voet naar huis kon lopen. Snel iets achteroverslaan en met een oude rerservefiets terug naar school karren. Welke jongere zou dit vandaag nog doen?
10 januari en het sneeuwde.
15 januari… we kregen opdracht op school om ons te voorzien van de benodigde bankdocumenten voor de les van praktijkboekhouden. Snel naar een paar banken lopen voor een setje wisselbrieven, cheques, warranten en andere ingewikkelde toestanden. ….we gingen met ons vieren naar de Kredietbank om documenten. Ik had het gevoel dat ik hier later ook eens zou zitten…. schreef ik toen letterlijk. Hoe helderziend kan je zijn? Later in de Bank van Brussel waren we van de kaart bij de aanblik van de nog vrij jonge receptioniste, een jaar of twintig, met een stel benen om u tegen te zeggen…. Wow, onze hormonen moeten toen duidelijk opgespeeld hebben.
Leuven Vlaams: de grote stakingen.
Woensdag 17 januari. Het viel niet mee in de klas, en dat was vooral te danken aan die “ros”te van frans. Zal het ooit nog goed komen met de taal van Molière?
Maandag 22 januari. Die van frans werd met de dag kwader. Het lag zwaar op haar maag dat er zich in Leuven iets roerde, en dat men het vooral tegen de franse taal en Franstalige studenten aan de Leuvense universiteit had gemunt.
Woensdag 24 januari. De spanning stijgt in Leuven, waar de studenten duidelijk niet meer akkoord zijn met de Walemannen.
Donderdag 25 januari. Afkondiging op school: morgen staking.
Vrijdag 26 januari. Vandaag was het staking. Ge zoudt de markt in Aalst moeten gezien hebben. Geelzeker 5000 leerlingen waren er. We konden niet binnen in de school. Betogen, zitstakingen. Nadien liepen we de cafeetjes af. Monopole, Las Vegas, de Baccara (***). In den Baccara kwam ik B, mijn achternicht nog tegen. Leuven Vlaams, alle Walen buiten riepen we toen.
Zaterdag 27 januari. Nog altijd staking. Op TV de laatste aflevering van Voyage to the bottom of the Sea.
Ondanks dat er was aangekondigd dat er nog een volle week zou gestaakt worden, stopte de staking op dinsdag, en dat leverde ons thuis in de brievenbus een afwezigheidskaart op.
Woensdag 31 januari. Loos had zich twee moto’s gekocht.
Vrijdag 2 februari. Weer staking op school.
Zaterdag, 3 februari. Rond een uur of zes thuis nog wat plaatjes gedraaid.
Maandag 5 februari sneeuw
Dinsdag 6 februari: zwarte dinsdag. De studenten leggen alles plat. ‘S avonds op de radio geluisterd naar Patapoef.
Woensdag 7 februari: de regering Van den Boeynants is gevallen. De studenten hebben gewonnen.
Vrijdag 9 februari: de les boekhouden begin een half uur nadat ze eigenlijk had moeten gestart zijn. Noot: we hadden een pas afgestudeerde lerares die zoals dat heet “ geen hand kon steken aan haar klas.
Recenseren, het blijft een kunst.
Wat volgt moet zowat mijn allereerste recensie zijn die ik ooit neerpende. Voor verbetering vatbaar.
Zaterdag 10 februari: Magical Mystery Tour (****) wordt uitgezonden op de Nederlandse TV. Gekeken bij R want die hadden antenne op het dak staan en konden dus over de grenzen heen tv kijken.
….Twee ticketjes a.u.b. Dank u wel. Ringo, waarom gaan we daar nu mee op stap? Ach zaag niet zo, tante Jessy. Toen uncle Jack nog leefde, maakte je zo geen ruzie, en zet je niet telkens neer…..
Het begin van een merkwaardige beatlefilm, die heel wat negatieve kritiek kreeg. Maar dat kon ons jonge beatlefanaten niet deren.
I am he, as you are me, and we are all together. I am the eggman, I am the walrus, googoogejoob.
En nog een hoop doldwaze scenes….
Er kwam een vent op het toneel die Elvis imiteerde. Toen die goed en wel aan het zingen was verscheen een stripteasedanseres op het toneel, die zich stuk na stuk begon te ontkleden. Dat was machtig. Ook de uitvoeringen van Blue Jay way en your mother should know, en die prachtige bus: the Magical Mystery Tour, volgden.
Dit was dan het verhaal. Veel meer valt er niet over te vertellen. Het was eigenlijk niet samenhangend. Eindigen deed ik nog met een kwotering. 7/10. Hun vorige film Help! Kreeg een 8/10.
Verder spoelen naar:
Zondag11 februari: naar de cinema FBI contra de blauwe Lotus.
Zondag18 februari: mijn eerste scheerbeurt (nat zoals dat hoorde in die tijd). Cinema Feestpaleis: Guns of Navarone. R zijn vader vond dat we dat meesterwerk moesten zien. In Engeland vangt de zomertijd aan.
Woensdag 21 februari. R zaagt thuis voor een brommer. Zelf zaag ik voor een bandopnemer.
Vrijdag 23 februari: we spreken af om samen met R en een paar schoolkameraden naar Karnaval te gaan met de bus. Karnaval schreven ze in die dagen nog met een K ipv een C.
Maandag 26 februari: voor het eerst binnen in zaal Korenbloem bij Van der Elst waar een grote foto van James Dean aan de muur hangt, en waar we in een kusjesdans doken.
Dinsdag 27 februari karnavalsdinsdag: een flop; bijna geen volk. Terug naar de
Korenbloem, de zaal achter het cafe van Van der Elst en later togen we nog naar de Krocht.
Donderdag 29 februari… het jaar schrikkelt…. zich een dag.
Vervolgt…..
(*) Wanneer ik RDS zijn Blommenkindersdagboek lees, kan ik enkel vaststellen dat ons vriendengroepje zich weinig anders gedroeg dan eender welk ander groepje of dit nu in Erpe dan wel in Temse was. Lees meer bij http://ronnydeschepper.com
(**) Billy Shepherd schreef hdet allereerste boek over de Beatles. Later verscheen nooit meer iets van hem. Vermoedelijk omdat Billy Shepherd niet bestond en Brian Epstein opdracht gaf aan Neil Aspinall (latere directeur bij Apple) uit de Beatlesentourage om een boekje te schrijven onder een pseudoniem. Wie googelt naar Shepherd komt terecht in het ‘Paul is dood’ verhaal en de meest extraordinaire theorie over de vervanging van Paul in 1966, na een auto ongeluk. De Beatles grijpen wel meer terug naar de naam Billy, o.a. op Sgt. Pepper waar Billy Shears opduikt.
(***) 10 plaatjes die in de jukebox van den Baccara staken.
Status Quo Pictures of matchstick men
The Bee Gees World
The Beatles Hello goodbey
The Beatles Magical Mystery Tour
The small faces tin soldier
Amen corner bend me shape me
John Fred and his playboy band Judy in disguise
Engelbert Humperdinck am I that easy to forget
Georgie Fame ballad of Bonnie and Clyde
Meest gedraaid in die dagen the Equals met Hold me Closer, de a-kant van Baby Come Back.
(****) Magical Mystery Tour, in tegenstelling tot de eerste twee films van en met de Beatles was deze bedoeld voor het kleine scherm en niet voor de bioscoop.
Weer wat bijgeleerd
leuk geschiedenislesje…