Zondag, 18 augustus
Twee dagen volgen waarin we een aantal papers gepresenteerde krijgen. Een eerste dag op verplaatsing in het Urania gebouw. Beneden is er een beperkte boekenmarkt met overwegend Duitse molenliteratuur. Iedereen mocht daar boeken aanbieden, maar diegenen die met het vliegtuig arriveerden reisden eerder licht bepakt, waardoor dus een schraler aanbod.
Het thema van dit symposium behelst archeologie en geschiedenis. Niet te verwonderen dus dat we tijdens deze eerste dag konden kennismaken met o.a. een presentatie over de molens van Seistan in Iran. Daarnaast ook een lezing over de herbouw van een middeleeuws kasteel in Frankrijk, met molen, volledig met vrijwilligers die er aan het werk zijn met al even oude middeleeuwse hulpmiddelen: zeg maar hamertjes en beiteltjes.
De allereerste presentatie, die er eigenlijk geen was, was een korte kennismaking met het Oekraïense boek van Olena. Goed voor haar, want voor de fondsen die zij ontvingen, moet zij tastbare bewijzen leveren, dat het boek er is, en ook wordt verspreid. Een groepsfoto drong zich op.
Maandag, 19 augustus
Vandaag meer lezingen over molen gerelateerde zaken. Gaande van genealogie tot een Tsjechische website waarin al meer dan 10.000 molens werden opgenomen. Je kan gefilterd zoeken, inzoomen zoals met google streetview maar alweer via Tsjechische software.
Na vijf uur was er ruim twee uur tijd om een wandeling aan te vatten naar de Brandenburger Thor, en een grote pint onderweg.
Al onze windmotoren posters die Peter bij had werden vlot verkocht.
Dinsdag, 20 augustus
Vandaag de eerste dag tijdens het symposium waarbij vier molens werden bezocht, allen in of in de buurt van Berlijn. Twee bussen volgden elk hun eigen parcours, om uiteindelijk met twee uur verschil aan te komen bij de laatste molen. Ik hoorde het woord ‘stau’ vallen. Omdat we met de helm geboren zijn, hadden wij er geen last van.
Na een klein uur kwamen we aan bij de ‘bockwindmühle’ (staakmolen) te Marzahn. Opnieuw viel het op hoe ruim deze kast binnenin was. De molen oogt wat minder authentiek, vanwege verschillende verbouwingen. Interessant was hoe men er inspeelt op het ontvangen van schoolkinderen. Een op schaal gemaakt gebinte stond onder het echte gebinte. Nog nooit bedacht maar de enkele blokken gezaagd van eiken balken van ongeveer 20 op 40 centimeter, voorzien van een handvat, laten bezoekers toe om zich een idee te vormen van het gewicht van een staakmolen. Idee mee te nemen naar onze molens. De wieken, met houten ‘shutters’ (blinden), stonden stil. Uitstekend, om een goede foto te maken van de spin op de askop, die gebruikt wordt om de bladen van de wieken te regelen.
Binnenin zagen we dat de molen aangedreven wordt met een motor, en dat er zelfs plaats was voor een miniwinkeltje. De molen was versierd met strengen van groene planten. Poison Ivy?
Telkens weer is zo een molen een waar feest voor fotografen. Zeker wanneer je dingen ontwaart, die afwijken van wat bij ons gangbaar is. Enige kans bijvoorbeeld, om hier een lipvang te bestuderen.
De middag brachten we door te Potsdam waar genoeg tijd was om de ‘Historische Mühle’ te bezoeken, en vervolgens te genieten van een lichte lunch.
De molen van het Hollandse type bevatte in de stenen onderbouw beneden de stelling een massa informatie via panelen, geluidsbronnen en maquettes. In een van de nissen lagen twee kussentjes te wachten op ‘die schöne Mühlendame’ de mooie molenvrouw. Een gedicht er net voor leert ons hoe we haar moeten voorstellen. Geen geluk deze keer, want ze kwam niet….
De enkele aanwezige molenaars zorgden voor de nodige uitleg, terwijl ze er niet voor terugschrokken om intussen de molen te bedienen, te kruien, en dat met de vang los, en een aantal molinologen in de kap. Hopelijk kwamen ze er enkel met de schrik vanaf. Wat ons uiteindelijk niet weerhield om even later ook de nodige trappen te nemen naar diezelfde kapzolder. Een behoorlijk ruime molen.
Keuze uit soep met groenten en wat dierlijke restanten, of een tomatensoep met kaas. Toetje achteraf, en er was koffie.
De derde molen op onze tocht, een windmolen zonder wieken, maar toch aangedreven door de wind. Het betrof een reconstructie, op een andere lokatie, want de nabijheid van de huizen maakte goed duidelijk dat dit hier nooit zou kunnen werken.
Het gebouw had meer weg van een watermolen gebouw dan van een windmolen. In de voor en zijgevel kon je een poort openmaken, waarachter zich het cirkelvormig aandrijfmechanisme bevind. Je zou het kunnen vergelijken met een groot wiel, waar spaken aan bevestigd zijn, die op hun beurt drager zijn van niet richtbare bladen. Je moet het zien op foto. Voor de rest binnenin uiteraard nog een van de twee steenkoppels. Het lichtsysteem leek vreemd, maar wanneer je met een stel molinologen op pad bent, dan wordt alles uiteindelijk toch verklaard.
Verder zagen we ook een handmachine uit de vlasteelt, om te breken en te snijden, en een wasmachine, naast een primitieve droger, met houten rollen.
Op de zolder een kleine lui-installatie, om zakken graan binnen te brengen.
Het molentje staat aan een heerlijke ouderwetse Oost-Duitse Dries in een rustig dorpje.
Tegen vijven werden we verwacht op ‘die Britzermühle’ waarop Gerald, de organisator van dit symposium actief is samen met een aantal andere molenaars van een lokale vereniging.
Vooraf wat verbaasd over de omgeving die ons naar de molen leidde. Stel je een omgeving voor waar je de en Lidl naast de andere Aldi treft, opgevuld met schrale huizenblokken. Gelukkig is de straat afgezoomd met boompjes. De site zelf is een oase in deze omgeving.
Een schitterende molen met staartroer en een wiekenkruis met spin. Alle ‘zolders’ (verdiepingen) zijn bezoekbaar. Het is er ruim en dus is alles goed fotografeerbaar.
Tijd om zelfs buiten boven op de molen buiten de kap een klein filmpje te maken over de constructie van het roer, en de stangen en raderen om dit te bedienen.
Er werd voor gekozen om het avonddiner ter plekke te nemen, in enkele ruime tenten. Je weet maar nooit wat voor weer er aankomt. We leven weer even zoals God in Frankrijk.
Woensdag, 21 augustus
Vandaag brengen we opnieuw een dagje door op de schoolbanken, zij het dan wel in een conferentiezaal, met koffiebreaks, en een serie sprekers. Het oogt interessanter dan die eerste twee dagen, waarbij de nadruk eerder op archeologie lag. Vandaag bestond de hoofdmoot uit historiek en het kennismaken met enkele streken van Europa. Het mag gezegd, maar tot op heden waren alle voordrachten in perfect Engels.
Vanavond gingen we op ons lappen naar de biergarten, waar er eigenaardig genoeg rond halfelf gestopt werd met dranken serveren. Wie nog een half glas voor zich had kreeg zowaar een plastieken pint om in over te gieten. We zijn in Duitsland, bedenk ik toch weer even.