Londen op een zaterdagochtend.
Ochtend, na het kattenwasje togen we naar het eetzaaltje, waar ons een Engels ontbijt wachtte: eggs and bacon met wat rode bonen, geroosterd brood en English tea.
We hadden tijd, en wandelden via Earls Court, waar kort daarvoor Zeppelin nog optrad. Onderweg nog een Melody Maker gekocht, waarin ze het over het festival hadden. Onze volgende stap betrof Virgin. In Melody Maker vonden we het adres van Virgin Mail Order. Een taxi bracht ons naar Londen South Wharfstreet nr 10, en we hadden het kunnen weten. “You are here”, riep de taximan, en wij stonden voor een groot grijs gebouw, met een al even grijze deur waarop een plakkaat hing, met nog maar eens Mail Order er op. Een stom verzendhuis dus. Vandaag zou iedereen er om lachen, maar mail order is een begrip dat letterlijk werd uitgevonden door Branson en zijn Virgin firma. Nadien bleek dat er in 75 in Londen amper een winkel was van Virgin, en al de rest werd verstuurd vanuit dat stomme gebouw in die achterstraat waar wij nu stonden. Voor hetzelfde geld had die taximan ons ergens in een verre uithoek van de haven gedropt. Gelukkig bevonden we ons nog op loopafstand van de bewoonde wereld. Er was zelfs in de buurt een platenwinkel, waar ze tweedehands lp’s in de rekken hadden zitten. Free Live, in een kartonnen witte hoes, de Faust Tapes, de eerste twee van de Who heruitgegeven als dubbelaar en de eerste van de Byrds, werden er mijn deel. Het was nog geen middag en dus waren de cafés nog open. Bij een zwarte medemens dronken we iets. Het begon stilaan tijd te worden om met de metro terug naar het station te sporen. Onderweg nog een snack gegeten in een onooglijk klein etablissement. De treinen voor het noorden vertrokken vanuit King’s Cross. Er was zelfs een speciale trein richting Stevenage voor de festivalgangers. Amper 1,25 pond voor een ticket heen en terug. In de trein consumeerden we nog wat junkfood. Het was bij halfdrie toen we arriveerden in het station van Stevenage, waar we de bus op konden naar Knebworth. Van het busstation nog enkele kilometer te voet langs landelijke wegen, over droge greppels, naar het eigenlijke festivalterrein bij het kasteel. Onderweg, stond er een caravan opgesteld, waar we onze kaarten kochten. drie pond zeventig. We vervolgden de stroom volk tot bij het terrein. Zo moet het geweest zijn, langs de paden die naar Woodstock leiden. Voor en achter je zag je mensen stappen zo ver je kon kijken. We kwamen aan in de speeltuin van Freddy Bannister.
Freddy Bannister is Knebworth
Ik heb altijd al een boon gehad voort Freddy Bannister. Hij behoorde tot de categorie concertpromotoren waartoe ik bij ons Paul Ambach reken. Een totaal andere categorie dan deze waar de op geld beluste Schuur toe behoort. Iedereen heeft het alsmaar over het feit dat hier in België de beste festivals plaatsvinden. Dat is best mogelijk wanneer je het bekijkt vanuit het standpunt van de artiesten, maart dat is zeker niet zo bekeken met de ogen van de doorsnee festivalganger. Mijn beste festivals heb in beleefd in de UK, ondermeer dankzij Bannister.
De man is nog geen jaar geleden op 84 jarige leeftijd overleden aan de grote C. Na 1980 deemsterde het wat rond zijn figuur, en dat was onder meer ‘te danken’ aan Peter Grant, die andere grote uit het Britse concertseizoen, naar wie zelfs een management’s prijs werd vernoemd.
Bannister was in 1975 net de veertig gepasseerd, toen hij Pink Floyd naar de kasteeltuin bracht in de buurt van Stevenage.
Hij was de man die het Bath Festival, o.a. bekend van de legendarische Led Zeppelin optredens, uit de grond stampte. Het festival waar de latere organisator van Glastonbury de mosterd haalde.
Voluit heten die Bath evenementen het Bath Festival of Blues 1969 en het Bath Festival of Blues and Progressive Music 1970
Tussen ‘63 en ‘69 bracht hij naar het Bath Pavilion o.a. Gene Vincent, de Stones, Cream en de Beatles. Neem daar nog Hendrix, de Who, Pink Floyd en de Yardbirds bij en je hebt een palmares dat niemand anders kan voorleggen.
Het Bath festival trok in ‘70 reeds tussen de 150 en 200.000 man aan. Vergeet niet dat dit klein bier was tegenover de festivals die op het eiland Wight plaatsvonden en waar in navolging van Woodstock een halfmiljoen jongeren samenkwamen.
Van ‘74 tot ‘ 79 richt hij zeven keer een Knebworth festival in. Het zet hem op de wereld festivalkaart. Bannister haalde naast Britse topattracties vaak het kruim van de Amerikaanse Rock naar Knebworth: Lynyrd Skynyrd, Zappa, Captain Beefheart, de Steve Miller Band en zeker ook de Allman Brothers Band. Stuk voor stuk topacts die het ook bij ons in Den Amber goed deden, en tijdens de reünie party’s het nog altijd goed doen.
Dat het aan het eind van de jaren 70 ophield is geheel en al te wijten aan de twee optredens die in 79 plaatsvonden van Led Zeppelin. Het was Peter Grant die toen het onderste uit de kan wilde hebben en daarom eiste dat er twee weekends na elkaar een optreden van zijn band zou plaatsvinden. Helaas raakte dat tweede weekend niet volledig uitverkocht, en dat leidde tot een hevig dispuut tussen het Zeppelin management en Bannister’s firma Tredoar. Grant beweerde dat er veel meer tickets waren verkocht dan Bannister toegaf, en beweest dit zelfs met luchtfoto’s die hij had laten nemen van het festivalterrein, en waarop hij veel meer aanwezigen spotte dan Bannister. Hij haalde het pleit, en Bannister’s firma ging failliet. Wie had gelijk?
Bannister stond voor ‘een eerlijke prijs’ wat leidde tot ticketprijzen waarvan wij nu achterover vallen. Voor Pink Floyd en alle andere acts die dag (Roy Harper, Beefheart, Steven Miller, Linda Lewis, de Pythons) betaalden wij ter plaatse aan de kassa amper 3,70 pond.
Veel meer valt er te lezen in de in 2003 uitgebrachte autobiografie van Bannister.
Het concert
De eerste aanblik toen we het terrein opstapten waar Roy Harper & Trigger net hun set waren begonnen was er een van ongeloof. Hier kon Bilzen bij wijze van spreken tien twintig keer in. Voor het eerst zagen we 100.000 mensen op een hoop. Voorin geraken dat was uitgesloten. We zochten ons een plekje halverwege, niet zo ver van waar het geluid gemixed werd, en waar een hoge piloon stond opgesteld, waaraan een klein (twee a drie meter) vliegtuigje was bevestigd.
Onze plaats vormde geen probleem voor het geluid. Dit was immers het eerste concert waar quadrofonie werd toegepast. Quadro was totaal nieuw in die dagen en het zou in de toekomst alle stereospelers naar de achtergrond verdringen. Maar zoals zo dikwijls met uitvindingen van Philips of Sony, liep, dat verkeerd af. Op het festivalterrein stonden dus niet alleen naast het podium, maar op de vier hoeken van het terrein geluidsboxen opgesteld, om het quadrofonie geluid naar onze oren te sturen. Vanaf de piloon met het vliegtuigje was er eer kabel gespannen die naar het midden van het podium liep. Dat zal zeker een bedoeling hebben dachten we nog.
Later zal blijken dat Harper op Knebworth niet zijn beste concert weggaf. Wie Roy Harper een beetje kent weet dat hij eigenwijs kan zijn. Zijn set uit drie delen paste in feite niet op een festivalterrein van die omvang. Zeker niet omdat hij in het begin akoestisch speelde, en vervolgens zelfs strijkers en dergelijke meer op het podium haalde. Zijn nummers die eerder aanzetten tot weemoed dan vreugde, sloegen niet aan bij het publiek. Wat daarna volgde, elektrisch, met Trigger kon er beter door. Voornamelijk te danken aan het gitaarspel van Chris Spedding en de drumkunsten van Bill Bruford. Van Trigger die hem hadden begeleid op HQ uit 1975 werd later niets meer vernomen. Wat vrij logisch is, als je bedenkt dat het een band was die samengesteld was uit sessiemuzikanten, die snel na Knebworth andere aanbiedingen kregen.
Harper zat na HQ en de erbij horende toernee ongeveer aan de grond. De toernee sloeg een gat in zijn geldkist, en het album sloeg al evenmin aan. Wat hem in zijn aankondigingen tot enkele wrange uitspraken aanzette. Bovendien bleek later via de recensies in de muziekbladen dat hij nog net voor hij het podium betrad zijn caravan had kort en klein geslagen, omdat de taxichauffeur die hem bracht er van,door was met zijn podium outfit nog in de koffer. Enkele backstage medewerkers konden er hem nog net van weerhouden of een tweede caravan onderging hetzelfde lot.
Na Roy Harper was het de beurt aan Captain Beefheart en zijn Magic Band. Ik noteerde achteraf: niet slecht. Waarschijnlijk omdat ik in die dagen niet echt een fan was van Don van Vliet, noch van Zappa, uit wiens stal deze verkaste Nederlander kwam, die nog ooit de Nederlandse studio van Sjef Van Oekel deelde met, toen nog charme zangeres, Cindy (Nelson). Tijd om wat hotdogs te scoren. Op een van de kramen, waarvoor een rij van wel 100 meter stond aan te schuiven stond dat ze hamburgers verkochten. Bleek dat de Engelse hamburger helemaal geen hamburger was, zoals bij ons, maar een ordinaire curryworst. Andere landen, andere gebruiken, andere taal.
De Steve Miller Band begon zijn set met enkele boogie nummers, waardoor het publiek voor het eerst recht veerde. Living in the USA, Space Cowboy en meer gingen er vlot in. Achter de drums zat Doug ‘Cosmo’ Clifford de ex drummer van CCR.
In mijn geheugen staat vooral Stagger Lee gegrift, en uiteraard ook nog Rock’n Me, het laatste nummer voor hij afsloot met Come On in My Kitchen van Robert Johnson. Ik geef toe dat wij in die dagen Robert Johnson nog echt moesten ontdekken.
In de daaropvolgende pauze van een uur was het wachten op dat waarvoor we gekomen waren.
‘John Peel’ die samen met ‘Pete Drummond’ (beiden van Radio One) de presentatie verzorgde, sprak klokslag kwart voor negen de magische woorden: “We have now a lift off with the Pink Floyd”. Het werd stil, en al snel scheurden twee Spitfires over het terrein. Hoorde dat erbij? Was dit puur toeval? Iedereen staarde verbaasd naar de hemel, waardoor niemand oog had voor wat zich op het podium afspeelde, waar de heren intussen hadden plaatsgenomen.
Het was geen toeval. Het hoorde er bij. Dit is wat Freddy Bannister er over vertelt: ‘Ik was gevraagd om twee Tweede Wereldoorlog Spitfires te boeken voor de Floyd en ik had contact opgenomen met wijlen Neil Williams om ze te leveren’ vertelt de promotor verder.
Het was de bedoeling dat deze twee vliegtuigen zouden opstijgen op Luton Airport en stipt om kwart voor negen laag over de bomen zouden scheren om daarna recht de lucht in te schieten.
Bannister zat in zijn kantoortje achter het podium, aan elk oor een telefoon, om te coördineren tussen de controletoren van Luton en het podium. Het opstijgen van de vliegtuigen werd eerst met tien minuten uitgesteld, maar kon toch doorgaan. Bannister belde de sprekende klok om de timing in het oog te houden. Het duurde immers een aantal minuten eer de vliegtuigen vanuit Luton Knebworth zouden bereiken.
Freddy vertelt: ‘Net toen de pips van de sprekende klok gingen en de twee Spitfires achter het podium verschenen en met perfecte symmetrie omhoog trokken in een verticale klim, maakten de Rolls Royce Merlin-motoren het soort geluid dat de haren achter in je nek doet opstaan. Helaas ook dat is rock’n roll’
En Oh My God, daar waren ze…. goddelijke klanken vervulden de wat koeler geworden avond.
In het eerste deel van hun set brachten ze drie gloednieuwe nummers. Ze openden met ‘Raving and Drooling’ en ‘You gotta be crazy’. Typische Floyd sound. Pas enkele jaren later zullen we die twee openers in een afgewerkte vorm leren kennen op Animals, als respectievelijk ‘Sheep’ en ‘Dogs’. De mannen achter de geluidstafel hadden ruimschoots de tijd gekregen om de knoppen af te regelen. Ik neem aan dat dit niet zo eenvoudig was met de quadrofonie opstelling. En er waren problemen met het geluid. Al voor het optreden hadden ze moeten sleutelen om de klank van het orgel goed te krijgen. De stroomgeneratoren en eigenlijk de volledige PA was niet direct voorzien op een festival van sterfelijke omvang. En orgels willen nogal eens valse klanken produceren, wanneer de stroomvoorziening niet correct is afgestemd. ‘Alquin’ had er in Bilzen ook ooit last van, en tapte dan maar stroom af bij een woonhuis van de buren. Wie naar een van de schaarse bootlegs (opgenomen vanuit het publiek) luistert hoort hoe op een gegeven ogenblik het concert bijna een minuut wordt stilgelegd tijdens die eerste nummers, en hoe Waters klaagt.
Het derde nummer dat op hun volgende album zou komen was gewoon goed: ‘Shine on you crazy diamond’. Een nummer opgedragen aan Syd Barrett.
Achter de Floyd hing een enorm cirkelvormig scherm. Er werd een enorme diamanten bol op vertoond. Je kent ze wel uit de discotheken. De draaiende bol leverde een weelde aan sterren op. Hoe donkerder het werd, hoe beter we de muziek begonnen te vinden, en hoe beter die ook werd. Het eerste deel zat er op, en ze hadden amper drie nummers gespeeld. Iedereen maakte zich op voor wat komen ging, want wie verslagen had gelezen over de afgelopen toer, wist min of meer wat we mochten verwachten. In de donkerte rondom ons begonnen stilaan hier en daar hasjdampen op te stijgen.
Zuiver quadrofonisch klonken plots van alle kanten de bekende hartekloppen die de Dark Side of The Moon inzetten. Op het scherm verschenen filmbeelden, die aansloten bij de muziek. Dit was het helemaal. We kregen DSOTM compleet. Een superb concert, zowel wat effecten als muziek betrof. Al hadden de stemmicrofoons wat beter afgeregeld kunnen worden. ‘Breathe’, de max, en dan ‘On The Run’, waarbij plots het vliegtuigje zich van de piloon losmaakt en traag maar zeker richting podium vliegt, waar het als het ware in het scherm explodeert. Een vuurwerk, en dampen van koud ijs wolken omkaderen de heren van de Floyd.
Dit was gewoon de max. Pink Floyd is het, schreef ik toen enkel dagen later. Ik denk dat we iets unieks hebben meegemaakt. “Yes, Knebworth happened” besluit een week later ook het verslag in Melody Maker. Tijdens ‘Any color you like’ was er wat improvisatie. ‘Money’ en ‘Us and Them’, waren het einde dankzij een ons onbekende saxofonist!st. Zelfs de engelenstemmen van de meisjes waren niet te versmaden. Tijdens ‘Brain Damage’ zagen we op het scherm een reeks foto’s van staatshoofden, begeleidt door gelach, en die nogal rare bewegingen maakten de revue passeren.
Stilaan werden hier en daar op het terrein vuren aangestoken (toen kon dat nog). Het einde zat er aan te komen, of toch nog niet. We hadden nog een bisnummer tegoed, en wat voor een: ‘Echoes’ uit het album ‘Meddle’. Volle 25 minuten gaven ze nog het allerbeste van zichzelf.
Kwart voor twaalf, precies drie uur later bleven we wat verweesd staren naar het podium. Vergeet niet, dat dit voor ons een eerste keer was, dat we dergelijk evenement meemaakten.
Meer info op:
Knebworth 1975 setlist
Pink Floyd
Sheep (Early version, known as “Raving and Drooling”)
Dogs (Early version, known as “You Gotta Be Crazy”)
Shine On You Crazy Diamond (Parts I-V)
Have a Cigar (with Roy Harper)
Shine On You Crazy Diamond (Parts VI-IX)
“The Dark Side of the Moon”
Speak to Me
Breathe
On the Run
Time
Breathe (Reprise)
The Great Gig in the Sky
Money
Us and Them
Any Colour You Like
Brain Damage
Eclipse
Encore: Echoes
Roy Harper + Trigger
Acoustic/Orchestra
Commune
Twelve Hours of Sunset
Another Day
Electric
Hallucinating Light
Referendum
Highway Blues
Too Many Movies
The Spirit Lives
Home
The Game
Grown Ups Are Just Silly Children
Steve Miller Band
Feel So Glad
Mercury Blues (K.C. Douglas cover)
Boogie Children
Freight Train Blues
Stagger Lee (Grateful Dead cover)
The Window
Living in the U.S.A.
Space Cowboy
Shu Ba Da Du Ma Ma Ma Ma
Rock’n Me
Come On in My Kitchen (Robert Johnson cover)
Captain beefheart & his Magic band
Moonlight on Vermont
Abba Zaba
Orange Claw Hammer
Dali’s Car
When It Blows Its Stacks
My Human Gets Me Blues
Alice in Blunderland
Beatle Bones ‘N Smokin’ Stones
Gimme Dat Harp Boy
Electricity
I’m Gonna Booglarize You Baby
Sam With the Showing Scalp Flat Top (Frank Zappa & Captain Beefheart cover)
Improvisation: Big Eyed Beans From Venus
Bronnen:
Wikipedia
Ongepubliceerde dagboeken Sadeler
Vervolgt…
Nadat de laatste klanken van Dark side of the moon verdwenen waren volgde er een oorverdovende stilte, waarna de intro van Echoes volgde ….Magic !!
Ik ben blij dat ik dit pas heb gelezen na mijn “eigen” stuk (lees: voornamelijk afschrijven van Wikipedia), want anders was ik er niet eens aan begonnen. Hier is de link https://ronnydeschepper.com/2020/07/05/45-jaar-geleden-pink-floyd-in-knebworth/ Ik zal zo dadelijk een link naar jouw website erbij zetten!