Net nog geen juni, op deze eenendertigste dag van de ergste regenmaand in jaren. Vandaag verdrong de zon de volle supermaan van vier dagen geleden. Morgen mag het gras geknipt worden. De bijen hebben hun kans gekregen om in de bloemkelken te kruipen. Komen bijen eigenlijk buiten in de gutsende regen?
Vogels zingen in de notelaar van de buren achter onze veel te kleine tuin. Zingen vogels altijd dezelfde liedjes? Misschien gegeven ze die door van vadervogel op achterkleinvogel?
Brachten trekvogels hun wijsjes mee uit het verre zuiden, uit het donkere Afrika?
Dat de roots van de blues, de jazz, de rock en roll in Afrika liggen, dat is mogelijk. Maar ze liggen net zo goed hier, in mijn tuin, waar ik in een luie stoel geniet van het gezang van de vogels in de buurt. Dat mensen het gezang van de kleine gevederde vrienden gingen nabootsen, en daarbij met stokjes op een stuk hout klopten, omdat de marmiet toen nog niet was uitgevonden, zal dus ook wel kloppen.
Vandaag herdenken we de boer die drieënzeventig jaar geleden geboren werd in de buurt van Kidderminster. Een paar jaar geleden hebben ze ter zijner eer daar een koperen drumstel neergepoot, waarop John Bonham eeuwig mag blijven meppen. Al twee jaar niet meer in de buurt geweest, omwille van het coronabeest. Ik moet er dringend even langs op weg naar Snowdonia, waar mij meer dan een afternoon tea wacht.
Alternatief? Fietsen langs de Schelde op een luie maandagnamiddag, na een driedaags meer dan druk molenweekend. Zelfs de vrijdag gekregen tweede prik is al lang verteerd, na het beluisteren van enkele speeches van een spiksplinternieuwe deputé, en een vroegere Europese president. De haiku kregen we er gratis bij. Naar de tentoonstelling over molens moet u zelf komen kijken.
Aan een tafeltje wat verder op veilige corona afstand zitten vier mensen, twee koppels, wat bij te praten. Zij, die met hun aangezicht naar mij toe gekeerd zitten, hoor ik terloops vertellen, dat ze, hij negentig is en zij eenennegentig is. Ik nip van mijn duvel en verzink enkele ogenblikken in gedachten.
Ik lees in een in Cluj gekocht boekje, waarin een onderzoeker alle familienamen heeft bestudeerd die voorkwamen in die streek. De regio rond Sibiu die ooit Siebenburgen heette, en waar de bevolking uit Saksen bestond lag als een eiland in het nu huidige Roemenië. Al in 1411 en 1413 woonden daar Satlers en Sattlers. Blijft nu de vraag of zij van hier naar ginder trokken, dan wel dat de Saksische naamgenoten van daar naar hier kwamen. En zijn de Saddlers in Engeland en Wales ook van voormalige Saksische afkomst? Precies nog wat werk aan de winkel.
Breng nog maar een koffie, en bye the way, ook nog een gelukkig jaar wens ik Ingrid toe. Ik kreeg dit jaar de kans nog niet, omdat haar terras gesloten bleef, al die tijd. Hugo, uit mijn vroeger, werkend leven was er niet. Toch al aan het overzomeren in Spanje of mag dat nog niet?
Morgen opnieuw 24 graden, debiteert Sabine. Ik tel ze niet meer de dagen, dat laat ik over aan zij die nu voor mijn pensioen werken. Ik luister morgen weer naar het gezang van de vogels.
The settled soul op terras 😉