Donderdag, 29 augustus
Vijf molens op het programma. Er wordt gestart om acht uur. Anderhalf uur rijden naar de eerst molen, doorheen enkele hevige stortbuien. Voor de namiddag werd zonnig weer beloofd. Dus hopelijk kunnen de regenjasjes weer snel worden opgeborgen. Eerste stop bij een paltrok molen waar Rudiger samen met een groepje molenaars, actief is. De blauwgekleurde wieken, uitgerust met shutters staan stil. We krijgen een demonstratie elektrisch malen. Ooit was er een bijgebouwtje met stoommachine die de molen via de kelder langs onder aandreef.
Sinds gisteren werden ook hier in de streek de molenaars toegevoegd aan het Unesco immaterieel erfgoed. Een aanvraag die pas in oktober werd ingeleid. En als ik dan bedenk welke molenaars we al zagen en die we nog te zien zullen krijgen, dan zit er iets duidelijk mis bij ons. Onmiddellijke actie is nodig.
We rijden in een richting waar we een staakmolen zullen treffen. De molen is al meer van het westerse type zoals de staakmolens van bij ons. Toch zit er binnenin altijd wel iets anders. Ook hier. De molen is opgezeild en hij draait zijn rondjes. Behoorlijk traag, want er zitten geen windplanken in de wieken. Erger nog het steenkoppel draait onbelast mee. Bij nader toezien blijkt zelfs dat ze dat niet eens kunnen uitleggen. Dit verklaart uiteraard het waarom. De molenaars zou ik in dit geval eerder molengidsen durven noemen. Buiten aan de molen ligt een molenas uit een stuk met houten askop. Interessant studiemateriaal. Wat later bij de lichte lunch aan het bakhuis ligt een steenbalk, onder een glasplaat. Interessantere opstelling dan bij ons waar de oude steenbalk onder een afdakje ligt, niet geheel veilig voor hagel en regen. Op het gebinte hangt alweer een plaat die aangeeft dat ze ook hier de weg naar Europees geld hebben gevonden.
De molen wordt gekruid met een kruiwagen wat hier in de streek gebruikelijk is. Eindelijk krijg ik een groot model voor ogen, na jaren bij ons op de molen te hebben gekeken naar het schaalmodel wat Marc voor ons maakte. De vang wordt bediend met een binnen-wipstok. Ik zet nog snel even mijn naam in het gastenboek pal onder de naam van onze Japanse deelnemer. Internationaler kan niet.
Zoals gezegd tijd voor een lunchbreak, buiten onder een tentje, wat de nodige schaduw geeft. De regen zijn we al lang vergeten.
Op naar twee watermolens, waar wat over te zeggen valt. De eerste kan ik als titel meegeven: ‘Creatief omspringen met watertoevoer.’ Er zijn twee waterraderen die allebei traag draaien. Bij nader toezien krijgen ze hun water niet uit de aan de andere kant van de straat liggende spaarvijver, maar wordt het water naar de wielen gepompt door middel van een motor. Het water komt bijvoorbeeld bij het kleinere wiel niet terecht in de schoepen van het wiel. Het valt gewoon voorbij het wiel naar beneden. De echte toevoer zit beneden waar het water uit een pijp onderin op de schoepen terechtkomt. Een ‘mogelijke’ oplossing wanneer je niet meer over het waterrecht beschikt. Ik vernam trouwens dat wanneer je het waterrecht in Duitsland nog hebt, maar er een jaar geen gebruik van maakt, het automatisch zou vervallen. Goed bezig me dunkt.
We poseren nog even voor een van de persmeisjes die we ook al bij de staakmolen aantroffen, en rijden naar de volgende kortbij gelegen watermolen.
Deze staat nu weer op zijn originele plaats, na enkele honderden jaren verplaatst te zijn geweest. Helaas ligt de beek droog. Het ganse gebouw en ook het bakhuis in de tuin, lijken zo in Bokrijk te kunnen worden ingeplant. Ook deze watermolen is dus niet meer echt in gebruik, en bij de reconstructie lijkt het alsof er wel wat werd aangepast. Bij het bakoventje staat een enigszins vermolmd bankje waar al een enkele plank in ontbreekt, maar het kan mij dragen. Ik had voorzichtig plaatsgenomen langs de kant, maar toen Tom iets minder oplettend hetzelfde deed net wat teveel naar het midden toe brak het gehele ding middendoor. Hilariteit alom.
Weinigen hadden moeite om in de bus wat slaap te vinden. Het te warme weer zat er voor iets tussen. Uitkijken voor koffie en schnapps bij de laatste te bezoeken molen vandaag. een staakmolen die uiterlijk echt op een Vlaamse molen leek. Maar ook hier hadden ze de windplanken niet geplaatst. De twee wieken met zeilen waren opgetuigd. De ander twee waren uitgerust met jaloeziën. Hier schortte iets aan de wieken bij de askop, of mogelijks binnenin, want bij elke omwenteling volgden een tweetal verschillende klopgeluiden. Moeilijk uit te maken wat het precies was, maar de aanwezige Duitse molenvrienden van de molen maalden er weinig om.
Binnen, een toch vrij gecompliceerd luiwerk. Een staak met inscriptie 1691. Het raderwerk voor een tweede steenkoppel was reeds aanwezig. Het steenkoppel ligt links achterin de molen, en zal worden aangedreven via een extra wiel achter het vangwiel, met een overbrenging via een tussenliggend wiel. Wanneer je de buiten de kast bekijkt, helt ze duidelijk over naar de kant van het extra steenkoppel.
Tijd om nog wat bij te praten met de molenaars en het nemen van de zoveelste groepsfoto vandaag. Een gastenboek hadden ze niet. We hoorden nog dat ze de molen een zestal keer per jaar in werking stellen. Een laatste foto van een granieten molensteen die ze voor de molen hebben liggen, naast een onbewerkte steen.
Diner in het hotel en pintje later.