Maart zit er op. Het eerste kwart van het jaar was zo op gesoupeerd. Dat overdenk ik nog even tijdens een koffiestop op het terras, bij Sofie, in ’t Oud Brughuys. Ik rond het weekend af met een fietstochtje langs de Schelde. Daarnet fietste ik nog langs de plek waar ooit, vermoedelijk toch, Willeke Van Amelrooi plaatsnam. Zij werkte toen mee aan de teleurgang van de Waterhoek als Mira. Het veer was er zoals het hoort precies op tijd, precies op het halfuur. Wat verder bij fietsknooppunt 65 geniet ik na van alweer een mooi weekend waarin niets hoefde en alles weer mocht.
Wandelen rond de Nieuwdonk denkbeeldig lopen doorheen de Grant Vizer’s Garden. Grantchester Meadows (*) lijkt vlakbij en toch weer zover af. In de tijd en in het zijn. Grantchester met zijn zacht zingende vogeltjes, met zijn kingfisher (**) die waakt bij het riviertje aan de molen, terwijl Dave Gilmour zachtjes tokkelt op een gitaar. Ik zie in gedachten enkele mensen een bootje versassen vlakbij Houghton. Over amper zes weken kan ik terug die richting uit. Maart was een maand die we ons nog een tijdje zullen heugen. Omzeggens elke dag mooi weer. Veel noordoostenwind, wat ook buiten het normale valt. Quasi geen regendruppels gezien, behalve gisteren. Het begon mooi met een droge carnaval in Aalst. En we sloten vorig weekend af met de eerste echte warme zonnestralen bij de molen terwijl deze met bijzonder weinig wind, het leek wel tegen heug en meug, toch zijn wieken nog wat rondjes liet maken.
De kinderen van de bezoekende school uit de naburige stad genoten zichtbaar van hun daguitstap. Net als de juffen viel mij op. Later op de dag was het tijd om een brug te slaan naar de tijd van twee jaar geleden. Gelukkig toont de tijd respect voor wat geweest is en laat zij de dingen zoals ze waren. En ook al mis ik vooral dat verleden niet, het is af en toe fijn om nog eens terug te blikken. Aperitieven bij een fles Oud Zottegems. Bij een hapje en een tapje vloog de avond voorbij. Voor herhaling vatbaar. Afspraak in september op een lentezwoele avond. Zaterdag mocht het dan al iets minder zonnig zijn, het was het uitgelezen moment om nog wat verder na te genieten, bij enkele koffies en een Standaard met een selectie jazz nummers in bijlage.
Zondag beleefden we een van de eerste molendagen van dit jaar in het Nederlandse Noord Brabant. Toch vlakbij de deur. Rond de middag aangezet naar de Standerdmolen in Roosendaal, waar we een eerste stop inlasten. Blijkt dat deze molen al een heus reizend leven achter de rug heeft. Ooit begonnen in Helmete bij Brussel (volgens het boek De Brabantse Molens). We schreven toen 1684. Het mag duidelijk zijn dat hier Schaarbeek Helmet wordt bedoeld. De molen werd naderhand nog verplaatst naar Merksem bij Antwerpen om uiteindelijk in 1896 te belanden in Roosendaal. In 1966 nog maar eens verplaatst naar de plaats waar hij nu staat. Al bij al is het dus altijd een Brabantse molen gebleven, en dat is er ook aan te zien. In de molen liggen thans twee steenkoppels, verspreid over twee zolders. Iets wat je bij ons in Vlaanderen niet tegenkomt. Aan de molenas merk je duidelijk waar vroeger een tweede aswiel heeft gezeten. In die dagen kende men het stropwiel nog niet. De spaken van de aswielen staken in de oude tijd nog dwars doorheen de molenas. Hier lag dus een steenkoppel op de meelzolder dat langs boven wordt aangedreven via een lange as. Deze as steekt door de zoldering en wordt op de steenzolder via een lantaarn in het grote vangwiel gehangen.
Deze opstelling schept ruimte in de molen. Al zal het evenwichtspunt in een dergelijke Brabantse molen toch enigszins anders liggen dan bij zijn Vlaamse broeders. We vragen ons af of de onderste zolder zonder onderliggende steenbalk wel voldoende dit gewicht van een steenkoppel kan torsen. Het valt op dat ook dit jaar weer de molendag geslaagd mag genoemd worden. Heel wat bezoekers, en deskundige uitleg van de molenaars. Friezen en Hollanders komen we er tegen. Ook die molenaar die af en toe al eens een miljoen toeren draait, en ons wat doet denken aan die Nederlandse voetbaltrainer met zijn imposante kop.
In Etten-Leur, in de Lelie, bekijken we de tentoonstelling met schilderijtjes die gemaakt werden op oude molenzeilen. Er werden onder andere stukken zeil gebruikt van de molen in Pulderbos. Je vind Peet Quintus terug op haar website. Ik heb de kunstenares beloofd om haar de gegevens van Mola te bezorgen. Wie weet kan ze ooit haar werken ook bij ons in Vlaanderen tentoonstellen of beter nog aan de man of vrouw brengen. En waarom niet ter gelegenheid van de heropening van onze gerestaureerde Huisekoutermolen. In Zundert rijden we gewoon langs de Akkermolen heen, want we meenden uit de verte te kunnen zien dat er op dat ogenblik al teveel gewicht hing aan het vangtouw. Het is een mooie dag en wij willen dat liever zo houden. Sprange Capelle ligt wat Noordelijker en blijkbaar in nog protestantser gebied, waar het nog uit den boze is om op zondag een molen te bedienen. Het blijft dus bij enkele buitenopnames.
Het marktpleintje van Heusden ligt er stemmig bij en de late namiddagzon nodigt uit voor alweer een bakje troost. Heerlijk. Het was niet voor het eerst dat we recht tegenover het pannekoekenhuis (zonder trussen n) plaatsnamen.
(*) Grantchester Meadows in de buurt van Cambridge. De buurt waarin zich de origines van Pink Floyd situeren.
(**)ijsvogel die nogal eens voorkomt in de buurt van watermolens.