Vrijdag, 30 augustus

Voor de eerste molen, en tevens de laatste windmolen op ons programma, reden we meer dan een uur richting Hanover. Bij een drukke baan stond deze Engels aandoende molen met zelfzwichting. De molen binnenin bevatte een collectie motoren die diverse toestellen aandreven. Men probeerde nog even om de molen te laten draaien met de wind, door de vang te lichten, maar gezien de molen niet echt in de goede windrichting stond kwam er niets van in huis. Wat dan weer positief nieuws was voor wie wat langer in de kap wou rondkijken. In de kap hadden ze een bijzonder merkwaardige wipstok. Op het eerste zicht een metalen buis, maar bij nader toezien ontdekte Kate er een deurtje in, en bleek het om een deel van een lantaarnpaal te gaan. We waren gewaarschuwd dat we hier een en ander zouden aantreffen, wat ongewoon is in molens. Bleek ook dat men de molen een tijd geleden had geteerd en dat men het er na een interpellatie van erfgoed beheer, terug moest afhalen. Nadien zorgden Eternit platen aan de buitenmuur voor teveel vocht op de muren, en dus kwamen er houten schaliën voor in de plaats. Binnenin troffen we op het gelijkvloers een aantal zwartgeblakerde balken aan. Resultaat van een brand(je) dat onvermeld bleef. De molen heeft een ijzeren koning. Voor de leek: een spil die doorloopt van bij het kroonwiel boven bij het vangwiel, tot beneden en waar spoorwielen aan bevestigd kunnen zijn, die dan op hun beurt steenkoppels aandrijven. Foto’s genomen in de kap, waar de vangbalk, zeer dicht tegen het vangwiel hing, een eind weg van de sabel. Toch gaf dit geen problemen bij het optrekken van de vang.

Nog heel even snel naar boven waar ik zag dat Tom het luik bij de windvaan achterop had opengekregen. Afscheid genomen van de molenkat die hier normaal niet zoveel volk te zien krijgt. In het kippenhok gaan de kippen op stok, op de steel van een oude hark. De hark hangt er nog aan. Inventief zijn ze hier dus wel. Harken en oude lantaarnpalen komen hier goed van pas.

Vervolgens togen we naar een maalderij gebouw van enige omvang, dat duidelijk buiten gebruik was. Je kon zien dat ze hier gisteren nog de vloer hadden geveegd. Het stof op de kettingen zagen ze waarschijnlijk niet. Verschillende verdiepingen met vooral veel pijpen, cilindermolen en plansichters. Buiten was er nog een oud waterwiel uit lang vervlogen tijden, dat vanuit een venster best te fotograferen viel. We geraakten zelfs boven op de vervallen sluis die ooit de watertoevoer regelde. Voor mij was dit vooral een maalderij waar behoorlijk wat artistieke foto’s te maken waren. Deed mij overigens ook wat denken aan die molen in Hongarije vier jaar geleden, die er wel veel beter aan toe was. Deze omgeving zal niet direct herleven. In de buurt stond nog een wat overhellende hoge schoorsteen. Op een ander gebouw dat we niet bezochten was de voorkant geheel uitgerust met golfplaten.

We lunchten op de weg naar Hamelen. Helaas zagen we geen fluitspelende bard met ganzen, gevolgd door een troep kinderen.

Tijd voor een echte vegetarische lunch, compleet met paddestoelen. Vannacht wordt het een droomnacht.

Er bleven nog twee op wandelafstand van elkaar liggen de smederijen over. Een oude smidse waar je nog een waterwiel zag, maar waar de smidse niet meer in gebruik was, en een nieuwere zonder waterwiel, die uitgerust was als museum.

Omdat we wat te vroeg waren wandelden we eerst een kwartiertje langs een smalle weg waar blauwe pruimen en braambessen langs de kant groeiden, tot bij de oude smidse. Een replica opstelling van een nokkenas die een hamer aandreef was er te zien. Verder een serie oude foto’s uit lang vervlogen tijden.

We wandelden de achthonderd meter terug naar de museumsite bij de nieuwere molen, waar we uitleg kregen door man die misschien minder technisch was, maar die de Engelse taal dan weer uitstekend beheerste.

Er werd een film getoond, waar de laatste molenaar/smid uitleg gaf bij het vervaardigen van spades uit een stuk. De film stak zeer goed in elkaar, omdat hij oorspronkelijk bedoeld was om het ambt door te geven aan jongere geïnteresseerden voor dit vak. Rudiger had intussen het vuur opgepookt en demonstreerde de werking van de hamers. Een roodgloeiend stuk metaal kreeg een aantal ‘slagen’ te verwerken. Helaas was er onvoldoende tijd om deze staaf om te vormen tot een werktuig.

‘s Avonds in het hotel was het druk, waardoor het wat moeilijker was om, bij een lekkere pint, in groep na te genieten van deze post-tour.