De Rolling Stones.
foto:(c)Wallpapers
Beter of slechter dan de vorige passage in 2007? Moeilijk te zeggen voor uw verslaggever ter plaatse. We konden er de laatste keer namelijk niet bij zijn. Waar we wel bij aanwezig waren was het knappe concert in 2003 nu alweer 11 jaar geleden. Een concert waarbij iedereen dacht: “OK het was mooi. Dit was het. Af en niets meer aan toe te voegen. Zeker en vast de laatste keer.”
We zijn intussen inderdaad 11 jaar verder en het houdt niet op. Straffer nog. Het was deze keer weer anders en zelfs veel beter. Mogelijks iets rommeliger, en daardoor nog echter. Een minder uitgebouwd podium wat het Marquee gehalte dan weer ten goede kwam. Keith en Ron waren in goede doen, ook al werden ze tijdens het hoogtepunt van dit concert gewoon naar huis gespeeld door de “jonge knar” Mick Taylor. Eindelijk kregen we nog eens vijf Rolling Stones op een podium. Niet dat het aan ander podiumvolk ontbrak. Darryl Jones, Lisa Fisher, Bernard Fowler, Chuck Leavell, Bobby Keys en nog enkele anderen waren weer af en toe prominent aanwezig. Een voor een werden ze zelfs keurig voorgesteld.
Bobby Womack
Tijdens deze toer wordt halverwege het programma even anders ingekleurd, en spelen de Stones een lokaal verzoeknummer. Werchter kon onder meer kiezen uit ‘Get Off off my cloud’, ‘Dead Flowers’ en nog enkele andere. Jagger liet ons weten dat ze hiervan zouden afwijken en terecht ook, want we hadden het hem anders nooit vergeven. Het werd een eerbetoon aan de pas overleden Bobby Womack. En op zo een ogenblik kan ‘It’s All Over Now’ zeker niet ontbreken. Enerzijds prachtig en reuze tof, maar anderzijds legt het ook pijnlijk bloot waarom de huidige Stones vaak de eerste periode uit hun carrière links laten liggen. Toegegeven het nummer zal vermoedelijk nog dezelfde middag gerepeteerd zijn. Heeft Jagger nog snel de tekst gegoogeld? Het was vooral te merken toen Jagger even een tikje tegen de gitaar van Richards gaf, en hem met een hoofdknikje duidelijk maakte dat het nu de beurt aan Wood was. Immers kwam die heerlijke twangy gitaarsound, die van ‘It’s all over now’ de grote hit maakte, niet uit de gitaar van hun toenmalige gitarist en oprichter Brian Jones? Die sound die de Stones hun allereerste nummer 1 hit opleverde. Neen begot, die kwam niet. Ron Wood kende hier duidelijk de ballen van het origineel, of was het niet machtig. Hij gooide er dan maar een Faces-Stewart- achtige riff tegenaan. Het werd pijnlijk duidelijk waarom de Stones zich vooral concentreren op de periode 68-75. Brian Jones was een geniale gitarist. Het stoort ons overigens al jaren dat de Stones tijdens een optreden nooit hun overleden makkers Stu en Brian een “open doekje” geven.
Van een redelijk dieptepunt (al bleef het nummer vooralsnog beter overeind, dan eender wat uit het voorprogramma), op naar een hoogtepunt. En dat zat er aan te komen.
//www.youtube-nocookie.com/embed/UB9OpVakIC4?rel=0
Mick Taylor de Midnight Rambler?
Voor Midnight Rambler stapte een er erg goed uitziende Mick Taylor het podium op, met gitaar, en dat viel direct op. Taylor is nog steeds een bluesgitarist pur sang, die ons onmiddellijk liet voelen waarom hij wel een echte Stone was, en Ron Wood, na bijna veertig jaar nog steeds een Rolling Face wordt genoemd. Maar terug naar Midnight Rambler. Jagger deed de smoelschuiver alle eer aan, en liet ons, by the way, de eerdere mondharmonicaspelers van vroeger op de dag vergeten. Jagger en Taylor jamden er een tijdje aardig op los. Dit waren de Stones zoals we ze ooit in 1973 in Antwerpen aan het werk hadden gezien. Gek dat Taylor nu plots wordt opgevist na al die jaren. Is hij het verzekeringscontract? De next in line die achter de deur wacht, mocht er zich iets voordoen met een allicht binnenkort weer over flessen struikelende Wood? Wie weet? Tussen haakjes, het zou mooi zijn mocht Wood een dezer dagen de uitnodiging van Rod de Mod accepteren, om eindelijk de langverwachte Faces reünie body te geven. We kijken er naar uit.
Puike set
De rest van de obligate nummers mochten er meer dan zijn. Opener Jumpin Jack Flash, You got me rocking, Honky Tonk Woman, Start me Up, Sympathy for the devil, Lisa Fisher (niet meer in haar Tina LBD kleedje) tilde Gimme Shelter op naar hogere sferen. Kwam het door het wat minder sexy gekronkel tussen Jagger en Fisher, dat we wat meer aandacht hadden voor haar stemgeluid. Al kan het ook aan de uitstekende reportage over backingzangeressen, van alweer een tijdje geleden, gelegen hebben dat we iets aandachtiger waren voor haar keelgat.
Darryl Jones mocht er vlot tegenaan gaan tijdens Miss You. Het leek even of we bevonden ons op een Chic concert. Mocht Ray Davies aanwezig gewest zijn, hij had zeker uitgeroepen: “De disco version”.
We kregen even een break, waarbij Jagger wegdook de coulissen in… om nieuwe energie te zoeken…, en Richards gewoontegetrouw even zijn ding mag doen.
Keith startte met een akoestisch gebracht ‘You got the silver’ met een stem zoals we die van hem gewend zijn. Van het tweede nummer, ‘Can’t be seen’ was hij duidelijk hier en daar een flard tekst vergeten, getuige zijn wat hulpeloze blik.
Gebist werd er met een wondermooie versie van ‘You can’t always get what you want’, ondersteund door een heus Utrechts meisjeskoor (Dekoor Close Harmony Choir).
(I can’t get no) Satisfaction.
De apotheose was weggelegd voor het duo Jagger Richards bijgestaan door een meer dan uitstekende Charly ‘is my darling’ Watts op drums en een nu akoestisch besnaarde Taylor.
Charly zit nog steeds achter een behoorlijk eenvoudig drumstel, ook al moet hij het zelf de bus niet meer opsleuren op weg van de Crawdaddy club naar zijn thuis ergens in Zuid London. Hij slaat nog altijd de beat als de beste, zonder zich daarom in allerlei bochten te wringen. (eat your heart out Mario Timmermans). Oh ja opa Stone, Charly had zich voor de gelegenheid uitgedost in zwarte broek, rode T-shirt en gele sokken. Het blijft een lachebekje. Zo beschreven ze hem indertijd, nu meer dan 50 jaar geleden, in de Muziek Express).
Het leek wel eindeloos door te gaan, dit ‘I can’t get no Satisfaction’. Was dit de cri de coeur van Mick Jagger. Is dit het geweest? Nog twee concerten in Europa, en nog wat uitgestelde in Aussieland later op het jaar? Definitief gedaan? Overpeinzingen tijdens het immense vuurwerk dat langs alle kanten uit het podium spoot.
Met zijn allen nog een laatste een plechtige groet.
‘(I can’t get no) Satifaction’. Sorry, ik moet doorgaan… “Doemen voesj” roepen ze nu al in Aalst…Let’s hope for the best.
En dan waren er ook nog…
En inderdaad ook tijdens deze TW Classic was er een voorprogramma. We behandelen het wat achteraf, wat een hele eer mag genoemd worden, want echt voor ons hoefde het niet.
Omdat we nu net niet met de kippen van stok waren gegaan, hebben we opener Admiral Freebee totaal gemist. Dat we Seasick Steve misten, die Jeff Beck mag vervangen te Peer op wat eens de Peerse Fiësten waren, hebben we te danken aan de lange minder leuke file doorheen Haacht.
Voor ons werd het dus openen met een zekere Arno. We zagen hem al vaak genoeg om te weten wat ons te wachten stond. Kortweg gezegd voor ons hoefde het echt niet meer. En zeker niet met het zootje muzikanten waarmee hij zich nu omringt, met uitzondering van Serge Feys. Er is al genoeg luide nietszeggende heavy metal in deze wereld om daar nog wat nietszeggend gitaarbeuken aan toe te voegen. En Arno zelf? Steeds weer die zelfde poses, die we al kennen uit zijn dagen met Jean-Marie Aerts, in steeds weer dezelfde wauwelend gezongen songs. Slechts de publiekslievelingen ‘Oh la la’, ‘Putain Putain’ en ‘Les Filles du bord de Mer’, konden enigszins de meubelen redden. Nee, Arno is 65 geworden. Schuur hem af, blink hem op, en geef hem een goed pensioen, en laat hem vooral geen klap meer uitvoeren. Afvoeren die handel.
Triggerfinger liet zien hoe het wel kan. Hoe een top Belgische band bestaande uit doorgewinterde muzikanten er een feest van kunnen maken. Powerrock schatplichtig aan de sixties, ten tijde van Cream en Blue Cheer. Mochten ze een beter stemgeluid kunnen toevoegen aan hun songs, we zouden eventueel kunnen overwegen om ze de lijst van echt goede Belgische bands te laten aanvoeren. Over drummer Timmermans hadden we het al. Houthakker bewerkt drumstel, zou een mooie krantenkop kunnen zijn. Toch gesmaakt al was het maar om de wijze waarop ze met hun publiek omgaan.
Simple Minds stonden voor de achtste keer op een Werchters podium. Tel daar de podia van Torhout, en enkele andere Vlaamse steden bij, en je hebt een mooi palmares. Ze repeteerden ooit voor een toernee in Buggenhout of all places. Is dit wel een Schotse band? Eerlijk? We hadden er totaal niets maar dan ook niets van verwacht. En ziedaar de wonderen zijn … enz.
Kerr en Burchill flipten doorheen hun jukebox met bekende hits en overbekende lp tracks. Allemaal favorieten uit, laat ons heel eerlijk zijn, hun allereerste periode. Wat net als bij de Stones hun beste jaren waren.
Het klonk bijna te perfect. Meer zelfs, verschillende nummers klonken beter, vooral voller dan de jaren 80 versies, waarbij vooral de synthesizers en de synthetische drums het voor het zeggen hadden. Een live CD, van dit optreden, zou er best ingaan bij de Belgen. Zeker weten.
De drummer had zijn synthetische potjes uitgebreid met de meer gangbare trommeltjes wat een drumset opleverde waarachter Charly Watts vermoedelijk verloren zou lopen.
‘Up on the Catwalk’, ‘Alive and kickin’’. Ze waren er allemaal.
Trivia – stuff voor de boekskes.
Eindigen kunnen we toch niet zonder ons te verwonderen over Mick Jagger die ons toesprak in het Nederlands waar meer zuidelijk wonende Belgen nog veel van zouden kunnen leren.
Een geslaagde dag, waarbij enkel de zon nauwelijks van de partij was. Al regende het nooit echt. Het bleef bij wat muggenpis.
Nog wat feitenmateriaal. Een bakje “patat met majo”, voor 5 euro. Een parkingticket voor 15 euro. Een prijs waarvoor je eertijds twee tickets kocht voor een Zeppelin concert, en daar dan nog ettelijke franken aan overhield voor het nodige amberkleurige water.
Bon het zal wel besteed zijn aan de goede zaak (scouts, giro en aanverwante, die er toch een jaar moeten op overleven). Toch deze boodschap. Zet misschien ’s nachts iemand bij de uitgang van de parkeerwei die echt het verkeer kan regelen. Twee uur om 30 meter ver te rijden op een wei is echt wat van het goede teveel. Al zullen Jagger en de zijnen ondertussen allicht een partijtje snooker gespeeld hebben, rustig ver weg, in hun Brussels hotel. Ze hoeven tegenwoordig echt de bus niet meer te pakken, om instrumenten onder de arm, nog een laatste godvergeten open frituur op te zoeken midden in de nacht zoals in de dagen van James Phelge.
Was getekend, uw verslaggever ter plaatse.