Blog Image

Sadeler's blog

If I were a miller at a mill wheel grinding, would you miss your color box, and your soft shoe shining? (c) Tim Hardin

Link naar:  windmolens, Facebook   Meer weten? contacteer mij. 

Opgelet: Alle artikels en foto's zijn beschermd door copyright. Alle overeenkomsten tussen bestaande personen en personages berusten op louter toeval. Topfoto (c) Michel Verdoodt.

Help. Voetangersbrug verdwenen!

Denderend toerisme Posted on 15 nov, 2009 13:13

Help, de passerelle over de Dender te Aalst is gestolen.

Dit had een bericht in de krant kunnen zijn. Na de recente baldadigheden die zich voordeden met Aalsterse standbeeelden mag je alles verwachten. Het tegen de grond gooien van de voil jeanet ligt bij elkeen nog vers in het geheugen.

Natuurlijk is de passerelle niet gestolen, maar ze staat er al bij al niet meer. Wie de Dender over wil, wanneer er schepen doorvaren, zal net als de auto’s moeten wachten voor de Sint-Annabrug tot deze weer wordt neergelaten. Er komt ooit een nieuwe overgang ter hoogte van de stationsparking. Dit kadert allemaal in de herwaardering van de stations- en werfbuurt.

Natuurlijk zou in een normaal land, de passerelle blijven liggen tot de nieuwe is aangelegd. Niet zo in Aalst, daar volgen ze eigenwijs als ze zijn hun eigen idee.

Bloemen noch kransen.

In het Nieuwsblad lezen we nog: ….De eerste voetgangersbrug aan de Sint-Annabrug werd in 1884 in gebruik genomen. Eind 1939 werd ze als gevolg van kanalisatiewerken aan de Dender afgebroken. Een nieuwe kwam er pas in 1951. De bezetter liet tijdens de oorlogsjaren geen nieuwbouw toe. Midden 1983 was de passerelle zeer bouwvallig. Verder gebruik ervan werd verboden. Een jaar later was ze hersteld….

In “Het Land van Aelst” van 24/12/1882 op pagina 2/4, lazen we indertijd nog:

En daarmee is de “nieuwe passerelle” voorlopig toegevoegd aan de lijst met Sinterklaaswensen waarop ook al een grote feestzaal prijkt.

Uw reporter ter plaatse.



Nieuwsbrief – windmolens.be

Molens Posted on 06 nov, 2009 23:51

Hierbij de geboorte van onze eerste nieuwsbrief.

Klik door naar:



Huisemolenfeest

Molens Posted on 29 okt, 2009 23:17

18 oktober, een dag om nooit meer te vergeten.

Het Huisemolenfeest was een schot in de roos. Huise staat hierdoor terug op de kaart als molengemeente in de Vlaamse Ardennen. Alle inwoners van Huise hebben ervaren dat het gemeend is met hun molen en met de vzw Levende Oost-Vlaamse molens die er zich voor ten minste dertig jaar achter heeft geschaard. Over luttele tijd zullen de wieken opnieuw door het luchtruim klieven. Van heinde en ver (van Knokke tot Meeuwen-Gruitrode) waren ze gekomen, de schoolkinderen, die zich hadden ingeschreven voor de vogelverchrikkerswedstrijd. De wedstrijd uit het allernieuwste boek, in de Peppels reeks, van Marc de Bel. De Zweefbollen van Professor oTomoTo.

Voor de gelegenheid had de lokale bakker zelfs gezorgd voor een aangepaste versie van de zweefbollen. Het waren inderdaad geen gewone ‘Boule de Berlin’s’ die we er bij de koffie nuttigden. Lees er het boek maar op na voor de oplossing van het zweefbollen misterie.

De wandelaars die het uitgestippelde parcours volgden langs de beide molens kregen ruimschoots de tijd om hun oordeel neer te pennen op de wedstrijdformulieren. Bij de Schietsjampettermolen was er zelfs voor een heus druppelkot gezorgd, waar een overheerlijke molenjenever werd geschonken. Geniet u even mee van enkele foto’s.

Marc de Bel was in zijn sas met de meer dan 30 vogelverschrikkers, geselecteerd uit de honderden inzendingen uit gans Vlaanderen. Dat kon je duidelijk merken toen we hem langs het wandelparcours tegenkwamen ergens tussen de Huise- en de Schietsjampettermolen.

Wannes Laps, de reus, mocht op heel wat belangstelling rekenen tijdens zijn wandeling langs de Wannegemstraat. Daar had Thomas wel voor gezorgd.

De Kriegelband zorgde intussen binnen voor aangenaam vertier en na de prijsuitreiking liet onze schrijver zich zelfs verleiden tot het brengen van een, het mag gezegd worden, knappe bluesversie van de klassieker ‘Daar bij die Molen’. Bij de Huisemolen zelf was het op een gegeven ogenblik een drukte van jewelste. AVS streek er neer, om er het nieuws van de dag vast te leggen, terwijl Marc de Bel, Siel Van der Donckt (VRT-journaliste, hier in haar achtertuin), Alain Goublomme (voorzitter van de organiserende vzw) en Paul Bauters (de man die de molen naar Huise bracht in de jaren zeventig van de vorige eeuw) er in een boeiende conversatie verwikkeld waren.

Paul schreef ooit nog een standaardwerkje over Vlaamse Molens. De vzw Levende Oost-Vlaamse Molens, geeft een tijdschrift uit onder dezelfde naam. Binnenkort beschikt Huise opnieuw over een echt Vlaams stuk erfgoed. De burgemeester in spe, mevrouw Kathleen Hutsebaut, was dan ook zeer opgetogen in haar dankwoord tijdens de uitreiking van de prijzen voor de vogelverschrikerswedstrijd.

De school in Huise behaalde een voortreffelijk derde plaats in de vogelverschrikkerswedstrijd en kwam daarmee net achter een school uit Meeuwen-Gruitrode en de winnaars uit Knokke, die voor een echt kunstwerkje hadden gezorgd, door een vogelverschrikker op een oude fiets te monteren.

Om te eindigen….koken kost geld, en dus zullen de molenaars en molenvrienden van de vzw Levende Oost-Vlaamse Molens elke cent zeer goed kunnen gebruiken.

En al had Marc de Bel kromme vingers van het veelvuldig signeren van zijn boek (*), toch beschikt de vereniging nog over enkele boeken die de jouwe kunnen worden. Het boek wordt aangeboden aan dezelfde prijs als in de winkels. Alleen bent u zeker dat wanneer u het boek bij de vereniging koopt, er een belangrijk gedeelte van uw centjes naar de molen gaat.

Te oud voor een jeugdboek, of heb je geen kinderen of kleinkinderen meer om cadeautjes te geven, stort dan een milde aftrekbare gift (vanaf 30 Euro) op rekening 745/0240792/10 bij het Forum voor Erfgoedverenigingen.

(*) Het boek bevat een bijlage over de geschiedenis, werking en verschillende molentypes, geschreven door molinoloog Alain Goublomme, die trouwens zelf figureert in het boek.



Molenprikbord

Molens Posted on 14 okt, 2009 20:46

Het molenprikbord in Nederland wordt ook door talrijke Vlamingen gelezen.

Wij troffen er enkele intressante links aan. klik even mee.

In de evenementenkalender staan we zelfs met ons Huisemolenfeest.

Ken je het prikbord nog niet? Dit is de link naar de startpagina.



Ertvelde? Dorp van muziek en …molens

Molens Posted on 09 okt, 2009 19:36

Ik wil hier even aandacht vragen voor collega molenaar Johan Van Holle die ons rondleidt op de molensite te Ertvelde. Morgen zaterdag zeker een bezoek waard tijdens de Oost-Vlaamse molendag.

En aangezien ons blogje ook aandacht besteed aan classic rock, zullen we bij gelegenheid Johan bezoeken en wat vragen voor de voeten gooien, over zijn wedervaren tijdens het legendarische optreden van Ike en Tina Turner te Zelzate.

Oh ja de link naar het filmpje.



Molenaarscursus 2009-2010

Molens Posted on 08 okt, 2009 13:55

Meer foto’s van de eerste lesdag zijn te vinden op: de cursus

Wat hebben we vandaag geleerd?

Een nieuwe molenaarscursus is van start gegaan. Onder het toeziend oog van de overkoepelende vereniging, Molenforum Vlaanderen, startten de Koepelvereniging Molens Vlaams-Brabant en Windmolen Hertboom vzw, op drie oktober, bij de Hertboom windmolen (vaak bekender als de Zepposmolen) een molenaarscursus. De Oost- en West-Vlamingen steken een handje toe.

Tweeëntwintig entoesiaste liefhebbers hopen er over twee jaar hun diploma van meester-molenaar op zak te steken. De weg is lang, de leerstof is niet van de poes, en de stagetijd is meer dan nodig. Je moet er immers in slagen om in je eentje een gevaarte van 50 ton naar de wind te zetten, of enekel duizenden kubieke meter water feilloos naar jouw waterrad te leiden, om op die manier het koren om te zetten in mooi gelijkmatig gemalen meel, waarvoor geen enkele bakker zijn neus zou ophalen. Voorwaar geen eenvoudige opdracht. Wij zijn echt verheugd dat wij tussen de deelnemers ook vier rokjes opmerkten, bij wijze van spreken want op die rokjes wordt het vermoedelijk wachten tot de diploma uitreiking in 2011.

Een tiental verschillende lesgevers, elke specialist in hun eigen discipline, zulen verspreid over een periode van zes maanden de studenten onderwijzen in de diverse aspecten van hetmolenaarsambt en tal van zaken waar een molenaar met wordt geconfronteerd. Geschiedenis, bouw en structuur van houten en stenen molens, techniek van het draaiende werk in zowel wind als watermolens, weer en wolkenkunde, een studie over granen (boekwijtpannekoeken?), en tenslotte recht, administratie, restauratie- en onderhoudspremies. Dit alles in voorbereiding op het presteren van 100 praktijkstage-uren. Nodeloos te stellen dat over al deze disciplines examenproeven dienen afgelegd te worden.

Wij hebben zelden een dergelijk entoesiaste groep gezien tijdens een eerste ledag. Het lijkt alsof de een de ander nog meer aansteekt in zijn of haar entoesiasme. De laatsten verlieten de site pas rond halfzes op de laatste van de twee te bezoeken molens. Dat voorspelt nu al veel goeds.

We werden vrendelijk ontvangen op de watermolen van Sint-Gertrudis Pede door de aanwezige molenaars. Robert Staquet is zelfs naast zijn originele taal van Molière, de taal van Gezelle machtig geworden, en geef toe het molenaarsjargon is echt geen kattepis. Een watermolen en een staakmolen op een eerste lesdag. Een hele opdracht om alle opgedane indrukken rustig te verwerken. Menig cursist zal vermoedelijk ’s nachts gedroomd hebben over vangwielen, pegels, pasbruggen, ja tot zelfs van ezels toe. Zaak is het nu om tijdens de volgende cursusdagen alle onderdelen op de juiste plaats in de puzzel te passen, en alle kaf en koren op de correcte wijze te scheiden. De eerste ledag was een uitgelezen winderige dag om reeds wat theorie in praktijk om te zetten. Iedereen weet alvast wat windplanken zijn, want die moesten er uit, vanwege een stevige Zuidwestenwind. Zeilen voorleggen werd verschoven naar een latere datum. En omdat er voldoende wind aanwezig was werd de kaar snel gevuld met graan. Het viel ons overigens op hoe zacht, gelijkmatig en rustig deze molen maalt. Pas enkele jaren geleden nog gerestaureerd door molenmakersbedrijf Wieme. Het wiel van de voormolen loopt perfect op steek, met zijn bonkelaar.

Maar ik loop vooruit . Teveel terminologie voor een eerste molendag? Meer uitleg volgt wanneer de meer praktisch gerichte lesgevers, de schitterende inleiding van molenhistorius Denewet zullen aanvullen.

An innocent bystander



Chesterton windmill

Molens Posted on 24 sep, 2009 20:37



Dagtrip naar het Rijsselse en de Avesnois

Molens Posted on 20 sep, 2009 13:38

Zaterdag, 19 september, trokken ‘de verenigde’ West- en Oost-Vlaamse molenliefhebbers er op uit, over de schreve, naar het Rijsselse, en naar de streek van Avesnois, totaal onbekend in ons Denderende land van Aalst, maar dat zal omgekeerd vermoedelijk niet anders zijn. Om acht uur al werd aangezet in de schaduw van het mooie stadhuis van Oudenaarde, met tussenstop te Marke aan de voet van onze enige Vlaamse molen met nog een bestaand Engels wiekensysteem. In Leers, nog maar net over de grens, werden we welkom geheten door de burgervader, in de opengestelde, maar niet draaiende witte stenen molen (Moulin Blanc). Een bovenkruier daterend van 1852. Al van in 1914 stond de molen stil, nadat de molenaar door een ‘misverstand’ door de Duitsers werd aanzien als spion, en ter plekke werd gefusillieerd. (bron folder uitgegeven door l’Asssociation Régionale des Amis Moulins Nord – Pas-de-Calais.) Het zou tot 1971 duren eer de gemeente de stilaan vervallen molen aankocht en liet herstellen door de firma Peel (thans molenbouwers op rust). Wat ons vooral opviel, was het feit dat hier naar eeuwigheid werd gestreeft. Zelden dergelijke zware balken gezien in een zetelkap. Kwam het daardoor dat het vangwiel door enkelen als eerder ‘mager’ werd aanzien? Iets om rustig over na te denken, later bij een lekker glas La Leersoise, blond bier van hoge gesiting, waarvan iedereen een fles mee mocht nemen.

Net voor de Rijsselse metropool in Villeneuve d’Asq, ligt het domein van Jean Bruggeman. Niet direct schitterend gelegen vlakbij de snelweg en bovendien naast een aartslelijke parking, maar wel makkelijk te bereiken. Een bezoek zeker meer dan waard. De site omvat een museum, een bijgebouw met een enorme diesel, en een uit West-Vlaanderen gerecupereerde kollergang. Er is daar overigens heel wat te bekijken aan gerecupeerd materiaal uit zowel Frans- als West-Vlaanderen. Drie staakmolens sieren de site. Een replica schaalmodel, een korenwindmolen en een olieslagmolen. Een beetje verweesd naast de parking in het zicht van een al even aartslelijk hotel staat nog een nagbouwde watermolen, met inzicht langs drie zijden. Zeg maar een waterrad gebouwd als het ware aan een grote ‘carport’. Dat de site vaak omschreven wordt als minder mooi is geheel te wijten aan de, niet tot de site behorende, omgeving. Denk dit even weg, en je bevind je in een paradijs voor de molenliefhebber. De ontsluiting kan beter, maar daar is uiteraard geld en mankracht voor nodig. Misschien moet de crisis in Europa eerst nog heviger toeslaan, eer we gaan beseffen dat Europa, en Vlaanderen voorop in feite de museumsite van de toekomst is. De gehele wereld kan dan als toerist van onze eeuwenoude kennis komen genieten. Genieten, zei het in mindere mate, deden we van een gezellig middagmaal, in het vlakbij gelegen restaurant.

Voor velen, het hoogtepunt van de dag, bereikten we in Templeuve in de Moulin de Vertain, vlakbij kasseistrook nr 7 uit de wielerklassieker Parijs-Roubaix. Reeds in 1328 stond op deze plaats een molen. De huidige constructie gaat terug tot zeker 1616. Uniek omdat dit nog een enige constructie is van een molen waarbij binnen in een stenen toren, met draaiende kap, in feite alles op een staak zit gemonteerd en dus draait. Dit merk je nog het best wanneer je op de steenzolder staat, en men buiten de molen op de wind zet, door de molen te kruien. Een motie opgesteld tijdens het Timms symposium in Arnhem in 1973 was onrechtstreeks de aanleiding tot de laatste restauratie van deze unieke molen. Ook hier treffen we de naam van Bruggeman aan, bij de initiatiefnemers. Het molengebouw is 10,20 meter hoog en de kuip heeft een diameter van 5,10 meter.

Op deze laatste mooie zomerzaterdag verlaten we de streek van Pevele om af te zakken naar de streek van Avesnois, ons onbekend, en helemaal niet zover gelegen van Brussel, hart van Europa. Er staan nog twee watermolens op ons programma. Eerst naar Sars Poteries, voor bezoek aan een watermolen uitgerust met drie steenkoppels. De molenarin, leidde ons rond over de verschillende zolders waar genoeg attributen aanwezig zijn om er een bezoek van een gehele dag voor uit te trekken. Sint Catherine, een vrouwelijke molenaarsheilige, keek vanuit een nis toe en zag dat het goed was. De molen van Sars Poteries is een van de weinig in de streek waar nog alles intact is gebleven. Dit in tegenstelling tot de watermolen op onze eindbestemming in Grand Fayt, waar helaas alle binnenwerk is verdwenen. Het waterrad van het type Poncelet is volledig gerestaureerd en draait rustig zijn rondjes onder het neerstortend water uit de spaarvijver. In de indrukwekkende gebouwen tonen een aantal ambachtslui hun werk, liggen heel wat molenattributen tentoon gesteld en is ook een bakkerij ondergebracht. Een plek waar op deze zaterdag heel wat dagjesmensen naartoe zijn afgezakt. We besluiten er onze molenuitstap bij een drankje en een hapje, op deze eerste dag van de ‘journées du patrimoine’ in Frankrijk. Een zeer mooie kennismaking met een onbekende streek voor ons Vlamingen, en zeker een meer uitgbreid herbezoek waard. Geniet mee van enkele foto’s.

Meer foto’s zijn te vinden op: molens.sadeler.be (foto’s van Eddy De Saedeleer)

Zie ook foto’s van Jef Geldof.



Open Monumenten in Nederland

Molens Posted on 13 sep, 2009 00:58

Zaterdag 12 september…op stap in Zeeland.



Augustus 2009

Wales Posted on 09 sep, 2009 13:11

Llanrwst – de brug



09-09-09 Beatles dag

Classic rock Posted on 09 sep, 2009 13:03

09-09-09, Een magische datum.

Toch voor Beatlesfans over de gehele wereld. Alle CD’s worden, geremastered, opnieuw uitgebracht. Concreet betekent dit dat de originele banden serieus onder handen werden genomen, opgekuist, en gedigitaliseerd. Een proces dat zich de afgelopen vier jaar afspeelde, en dat al bij al een werktijd van een jaar in beslag nam. De originale banden (tapes) bevonden zich nog in behoorlijke staat, en dienden alleen al om ze voor de eeuwigheid te bewaren gedigitaliseerd te worden. De originele mastertapes, en de nu digitale versies worden zeer goed bewaard in de kelders van de Abbey Road studio’s. We kunnen gerust zijn. De opnames werden dus zeker niet geremixed, want dat zou betekenen dat het werk van George Martin zou zijn overgedaan. Een monstertaak die George Martin zelf, op zijn leeftijd, vermoedelijk niet meer aankan. Allan Rouse, in Record Collector, gevraagd naar het feit of we nu bij de nieuwe uitgaves te maken hebben met de echte originele mixes, antwoord hierop dat je wel met Martin kunt argumenteren, maar dat hij dit niet van plan is. En is dit wel nodig? Beluister zelf even Let it be…naked, waar alle Spectoriaanse rommel werd weggelaten, of de DVD versie van Yellow Submarine en oordeel zelf.

Er werden geen bonustracks toegevoegd, wat zou gekund hebben, want er kwamen doorheen de gehele carriere van de Beatles singels en b-kantjes uit die niet op lp’s verschenen. Neen deze werden als extra geremasterde versies toegevoegd op de nu dubbele cd Past Masters. Voorheen afzonderlijk verschenen Past Masters 1 en 2. Ook het als dubbel EP’tje uitgegeven Magical Mystery Tour zit er in zijn Amerikaanse versie bij (daar verschenen de 2 ep’s als een LP, aangevuld met enkele singels vnl. Uit 1967: Penny Lane, Hello Goodbye en All You need is love ). Elke CD bevat wel als extraatje een Quicktimefilmpje over het ontstaan van de LP. Allan Rouse die het team technici leidde beseft dat er een monikenwerk werd uitgevoerd, dat voor 99% zal worden teniet gedaan door jonge gasten die al dan niet de cd’s zelf kopen om ze op hun mp3 spelertjes te gooien. Maar zelfs dan zullen de nieuwe versies nog beter klinken dan hun voorgangers die in 1987, alweer 22 jaar geleden, op CD werden gezet. Ook naamgenoot Apple (van de computers) zit op hete kolen, en wacht om de gehele Beatles cataloog naar de Ipod wereld te transfereren, om op die manier aan “het origineel” van hun naam nog meer poen te verdienen. De echte audiofiel zal de witte box moeten aanschaffen met alle monoversies van de CD’s, waaronder nu eindelijk ook Help en Rubber Soul, twee albums die in 87 toch als stereo versies op CD verschenen. Het verschil tussen mono en stereo valt voornamelijk op bij de oudere lp’s, waar in feite een soort van pseudo stereo werd gebruikt. Beatles Greatest, en de Amerikaanse lichtjes verschillende versies van deze albums (*) illustreren dit perfect. Zang uit de ene box en instrumenten uit de andere box.

Vorige week nog (eind augustus 09) waren wij in Engeland en meer bepaald o.a. in Liverpool. Het Beatlesverhaal leeft daar nog veel meer dan bij ons in Vlaanderen. Zo kon je reeds pre-orders plaatsen in elke HMV shop. Overigens net als bij ons wordt de spoeling in de CD shops zeer dun, na het verdwijnen van de Virgin-keten, in 2007 nog overgenomen door Zavvi, en nu vermoedelijk op de fles. Concurrentie en Internet zullen hier niet vreemd aan zijn. Radio 2 (reedijo toe), niet te verwarren met onze Radio 2, hield het laatste weekend van augustus een Beatles weekend. Gespecialiseerde programma’s waaronder een coverprogramma gepresenteerd door Cilla Black (**), een intervieuw met McCartney door Johnny Walker (ja die van de vroegere pirate radio, en Radio One), een top met albumtracks, een top 30 van de meest verkochte singels, waar She Loves You, hun 4e singel onbetwist de nummer 1 blijft, maar waar toch ook een Free as a Bird tussen zat. Sluitstuk een herneming van een programma van enkele jaren terug, waar McCartney met publiek in de Abbey Road studio de Beatles muziek bespreekt en gedurende de laatste 10 minuten een nieuw nummertje uit zijn mouw shudt. Een eenvoudige drumroffel van een kleine minuut, waarop een passende baslijn, en verder spoor na spoor gitaarkleuring en nog wat instrumenten worden gelegd. Ten slotte een maffe tekst in het Urbanus genre: ge moogt naar huis gaan want het is gedaan… Het klonk beter dan alles wat we de laatse 10 jaar uit onze radio hebben horen komen, en waarop door beginnende “muzikantjes” vermoedelijk uren is gezwoegd. Meer daarover later…

(*) In Amerika werden de eerste lp’s “uitgemolken” en werd telkens 1 lp als 2 lp’s uitgebracht, aangevuld met enkele singelopnames. Vb: Beatles ’65 en Beatles First.

(**) Eigenlijk Pricilla White, een zangeres uit de stal van Brian Epstein die succesvol was in de jaren 60, en later een erg gesmaakte tv-carriere uitbouwde.



Nankering with the Stones…een boekbespreking

Recensies in rock Posted on 24 aug, 2009 12:32

Nankering with the Stones. Een goed boek dat je naar de jonge Stones echt anders laat kijken. Het laat je kijken door de ogen van als het ware een zesde Stone, die er niets bij te winnen heeft om het verhaal op te kalefateren. De enige vraag die ik mij wel af en toe stelde was: “wat heeft die Phelps een opmerkelijk geheugen.” Of heeft hij misschien toch het boek van Wyman als leidraad genomen?

Dit is nu eens een verhaal dat niet voornamelijk over drank, drugs en vrouwen gaat, maar over de struggle van een jonge band zonder versterkers en geld, die er alles aan doet om het te maken. We weten al lang dat Wyman en Watts er bijhoorden omdat ze goede muzikanten waren, omdat ze materiaal hadden en omdat ze een job hadden en ze het zelf verder als een hobby zagen, kortom als een bijverdienste. Wyman zal het ook wel tof gevonden hebben dat hij op die manier jonge deernes in de schoot geworpen kreeg. De nucleus van de Stones echter huisde bij elkaar op kamers in Edit Grove, Londen. Hoe arm ze waren laat zich raden in het feit dat ze een vierde man zochten als medebewoner van het pand, die mee de huur diende te helpen ophoesten, wat meer niet dan wel lukte, getuige de gespannen toestand waarin ze leefden met hun huisbaas. En laat deze vierde man nou James Phelge zijn. Mocht de naam enigszins bekend klinken dan moet je zeker eens op de vroege Stonesingeltjes kijken naar de auteurs van sommige songs. Inderdaad Nanker-Phelge, en dat is hem. Heeft hij die nummers dan mee gecomponeerd? Van geen kanten, en wie is trouwens Nanker? De oplossing: lees het boek “Nakering with the Stones”. Misschien toch even uitleggen wat “nankering” is. Het was een spelletje dat de vier regelmatig speelden. Hierbij beelden ze een of andere lunatic uit, spraken met vervormde stemmen en voornamelijk Phelps was er goed in om met twee vingers zijn onderste oogleden naar beneden te trekken, om intussen met zijn andere hand zijn neus omhoog te duwen. Soms onder elkaar, soms om andere mensen te jennen bij de bushalte, wat hen dan steevast vooraan in de wachtende rij liet belanden, omdat de deftige Londeners niet doorhadden dat ze in de maling werden genomen. Het boek beschrijft net die periode, waarbij ze nog totaal onbekend waren. De eerste goede optredens, en hoe Brian iedereen aanschreef om toch maar aan de nodige optredens, zelfs bij BBC, te geraken en ook om ooit aan een platencontract te geraken. Het uitgaansleven in de Londense clubs, Crawdaddy, Marquee enz…Phelge die eerder een jazzachtergrond hadt, en overal met de jonge Stones meeliep, was vaak samen met Stu, de echte zesde Stone. Deze zat steevast als pianist aan de zijkant van het podium. Phelge hielp vaak Stu voor en na optredens als roadie. Phelge praatte ook wel met andere gasten aan de toog. Leuke anekdotes. Het duurde maanden eer hij er achter kwam dat Clapton geen zanger was, maar een begenadigd gitarist.

Hoe de Stones leefden in Edit Grove? Eigenlijk was het Brian die daar woonde en zich de woonkamer toeëigende, en leefden de andere in de slaapkamers. De WC, op de overloop, werd gedeeld met andere bewoners boven en onder hen van hetzelfde gebouw. De legendarische keuken was niet meer dan een gore afwasbak waarop zich stapels, vuile, borden en tassen bevonden eindeloos wachtend op een helpende hand. Koffie maken, gebeurde nog wel, en af en toe. Een kopje uit de stapel zoeken en onder een koude kraan afspoelen gebeurde ook nog wel, maar het valt te betwijfelen of de boys daar ooit een keer gezellig aan de ontbijttafel hebben gezeten. De moeders kwamen al eens langs met wat mondvoorraad, en de stapels vuile afwas werden bij dergelijke gelegenheden onder handen genomen. Ze slaagden er zelfs een paar keer in om alle borden en tassen door het raam te kieperen in de achtertuin. Dit uiteraard omdat ze weer eens te vuil waren geworden. En met wat geluk vonden ze alles de volgende avond netjes afgewassen terug in hun keuken. Dat was dan weer eens omdat een buurmeisje, die het vermoedelijk niet meer kon aanzien, voor assepoester had gespeeld. Het oudere koppel boven hen moet zich waarschijnlijk regelmatig de pleuris hebben geergerd waneer ze weer eens kattekwaad hadden uitgehaald, zoals bijvoorbeeld “het lenen” van hun lampen.

Het boek geeft ook een kijk op het karakter, of schrijven we beter, gebrek aan karakter, van Brian. Hoe hij “vergeet” te zeggen tegen manager Giorgio Gomelski, dat ze bij een nieuw management zitten. Met Gomelski was trouwens nooit een contract getekend. Dat lag wel anders bij Andrew Loog Oldham waar ze nu zaten. Oldham zette hun op het spoor naar succes, te beginnen met het, zichtbaar, uit de groep bannen van Stu, en het zoeken van optredens in betere clubs.

Ontnuchterend is ook vast te stellen dat de Stones, eenmaal het succes aantrad, vaak in situaties terechtkwamen die ze zelf niet hadden gewild. Oldham vond die best leuk, en wist als geen ander munt te slaan uit dergelijke situaties. Hij wist als geen ander dat welke publiciteit dan ook goede publiciteit is. Hij liet dus begaan.

Phelge en Keith liepen vaak ’s nachts nog de straat op op zoek naar een eetstand waar ze een stuk groentetaart of kidney pie (niertaartje) konden scoren om de honger te stillen. Overdag hingen ze meestal maar wat rond, terwijl Mick studeerde aan het LSE. Brian hadt het vaak druk met zijn vriendinnen. Op een gegeven ogenblik waren er zelfs twee tegelijk zwanger, en ook voor dat probleem wist Brian geen oplossing te verzinnen.

In het tweede geeelte van het boek hebben de Stones, Mick en Keith, reeds succes en verhuizen ze naar een betere flat, waar evenwel de pompbak er even erg aan toe is dan in Edit Grove. Brian trok in bij Linda en zijn vrouwen, buiten Londen. Phelge schrijft dat de breuk tussen Brian en Mick & Keith zich toen reeds voltrok, en dat Brian de greep op “zijn” groep toen verloor. Zelfs al eerder in Edit Grove door zich te “verschansen” in het salon, en niet bij de anderen te “wonen” in de slaapkamer waar zich alles wat met de Stones te maken had afspeelde.

Een ander fenomeen wat opvalt, bij het lezen van dit boek is dat er blijkbaar niet overdreven veel gerepeteerd werd. Ook het kopen van platen, verliep niet altijd makkelijk. Ze maakten vnl. gebruik van mailorder om aan lp’s te geraken met hun geliefde Chicago blues.

Al bij al een boek dat je als ware Stones fan zeker moet gelezen hebben. Een verhaal uit de eerste hand. Mogelijks is ook dit nog te romantisch voorgesteld, maar wanneer men Phelge vraagt hoe het zat met drank en drugs, merkt hij schamper op dat je daarvoor geld nodig hebt en wat zij daar toen in Londen uitvoerden was eerder overleven op stukken pizza.

Phelge vertelt het allemaal alsof het gisteren gebeurd is. Is dit realistisch? Hield een “nanker” als hij misschien een dagboek bij of heeft ook hij de vele Stonesbiografieën gelezen, herschreven en er zijn ervaringen aan toe gevoegd? De enige die daar nog kan op antwoorden is Keith. Phelge en Keith hebben elkaar nog een keer ontmoet later, backstage tijdens de voodoo lounge trournee. “Je bent helemaal grijs geworden” gooide Keith eruit, terwijl hij Phelge omhelsde. Helaas hebben we daar geen foto’s van.



Wales, Engeland….de eerste stappen zijn soms de moeilijkste. Een verhaal uit het jaar 2000.

Wales Posted on 24 aug, 2009 12:24

Vrijdagochtend, nog snel een laatste checkup: T-shirts, toiletgerief, enz…verloopstukken, altijd nuttig wanneer je via bed & breakfast reist.

De tocht naar Calais verliep vlekkeloos en bijna, ik zeg wel bijna, ook de intreining, ware het niet dat de Britse douane plots hevige behoefte voelde om naar “drugs en fire-arms” te zoeken. Bleek bovendien dat ze die per se wouden vinden in mijn auto. Kwam het doordat ik hem niet gecarwashed had, of lag het aan de papieren van de auto die in “koeterwaals Vlaams” zijn opgesteld? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat er vier man, drie en een vrouw, aan te pas kwam om de gehele handel te doorzoeken. Ik zat toe te kijken op een paar meter afstand. Mogelijks een strategisch duidelijke afstand om agressievelingen met zekerheid van hun lijf te houden.

Onder de achterste zetels bevinden zich blijkbaar leuke compartimentjes die ik nog tot dan toe niet ontdekt had. De douaniers haalden er de nodige moersleutels bij om toch maar een kijkje te kunnen nemen. Brandblusser en reservewiel werden mee naar buiten genomen. Vermoedelijk voor een doorlichting, wie zal het zeggen? Vakkundig was het alleszins en aan de snelheid te zien had dit team voor zichzelf al uitgemaakt dat deze operatie een half uur zou duren. Terwijl ik dit alles zat te overpeinzen bleef ik er verbaasd over dat ik op geen enkel ogenblik de inhoud van mijn zakken hoefde te tonen. Ik werd ook door de meer dan voluptueuze lady niet afgetast en honden waren er in geen velden of wegen te zien. Besluit: ik moet er alleszins iets teveel als een gevaarlijke buitenlandse terrorist hebben uitgezien. Stel ik mij toch de vraag hoe ik zou gereageerd hebben mocht dit mijn eerste kennismaking met de queens country geweest zijn. Hoe zou ik mij dan gevoeld hebben? Vermoedelijk klaar om onmiddellijk rechtsomkeert te maken? Toch had ik al enige tijd door dat verzet noch discussie iets aan de zaak zouden verhelpen. Het ws duidelijk wie er in dit op een garage lijkend gebouw aan de macht was. Bovendien bevond ik mij nogsteeds aan de franse kant van ht Kanaal.

Gezien het feit dat ik rustig kon overschouwen waar ze allemaal gekeken en gezocht hebben, kan ik misschien vannaf nu, liefst tegen een vergoeding, tips verschaffen aan potentiele terroristen of drugtrafficanten. Ik weet nu waar ze niet kijken.

Hoe was dit nu weer mogelijk? Miscchien mogelijks deels mijn eigen schuld, dikke bult. Had ik ook maar niet in alle ernst doodeerlijk op die brave douanier zijn vragen moeten antwoorden. Met een kleine leugen had ik vermoedelijk een half uur gewonnen. Gewoon zeggen dat ik voor een paar dagen de milleniumdome kwam bezoeken. Het schijnt toch te omvangrijk te zijn om alles op een dag af te bezoeken. Maar nee ik antwoorde : “Ik ga naar Spennymore”, op de vraag: “Waar ga je naartoe?”

Uiteraard had ik het kunnen weten bij de reactie op mijn uitspraak. “Who on earth goes to Spennymore this time of the year?” zag ik hem denken. Het was vooraan in de maand mei. “Waar ga je verblijven?” “Weet ik niet?” In een leuke B& B natuurlijk, waar anders? Er zijn er zoveel. “Mogelijks in Chester.” Dat moet dus zeer verdacht hebben geklonken. Spennymore aan de Oostkust en Chester aan de westkust…

Ik moet het nog erger gemaakt hebben, door te stellen dat ik er een hondenshow zou bezoeken. De Chow Of The Year show, kortweg COTY. Een toestand waar je enkel Chow-Chows aantreft. Chinese agressievelingen met een blauwe tong, wordt wel eens beweerd, ten onrechte.

“Heb je daar gegevens over?” Uiteraard toonde ik trots de brochure die ik gelukkig op voorhand had aangevraagd. Toch moet deze op glanspapier afgedrukte, en van de nodige foto’s voorziene brochure, eerder verdacht hebben uitgezien. Alsof ik ze zelf in elkaar gedraaid zou hebben als een afleidingsmaneuver. Kortom ik voelde mij toch wel wat gevleid door de gedachte alleen al.

Zou het kunnen dat dit voorval een weervraak, avant la lettre, was op wat de Belgische douane enige tijd later de Engelse supporters zou aandoen naar aanleiding van de Europese voetbalbeker in juni 2000? God allemachtig, en dat voor iemand die zich geen fluit aantrekt van het voetbal.

Ons samenzijn werd uiteindelijk beeindigd, toen de man die duidelijk de leiding had, en mogelijks ook Spennymore kende, geloof mij vrij: het is een boerengat, mijn gegevens noteerde, zich verontschuldigde over het feit dat hij “dit moest doen”.

Vijf minuten later bolde ik de trein op en een goed uur later (Engelse tijd) nam ik de afslag naar de Londen Orbital, de M25. Trots op mijzelf dat ik mijn kalmte had kunnen bewaren, maar toch knaagde er eregens iets. Wat kun je er aan doen? Een brief naar de Queen sturen om te melden dat ik mij als toerist beledigd voel?



Sint-Antelinks molenfeest: inhuldiging Buysesmolen

Molens Posted on 17 aug, 2009 22:01

Het afgelopen weekend van 15 augustus was het precies 40 jaar geleden dat er in Woodstock een festival werd gehouden. Drie dagen van vrede en muziek. En zo leek het nu ook in het vredige Sint-Antelinks, in het hart van Vlaanderen. Een eeuwenoude molenplek werd er na jaren in ere hersteld.

Fotoreportage te bekijken op de fotosite.

Toegegeven, het heeft wat geduurd. In 1976, stoof Lucien Van Impe uit het naburige Mere de Franse bergen op met zijn fietsje onder een verzengende zon, en tegelijkertijd op een windstille zomerdag,14 juli, storte Buysesmolen onder luid gekraak ten gronde. Buren zagen hoe jaar na jaar, houtzwam en onkruid de molensite overwoekerden, tot er finaal niets meer overbleef. De staak was het laatste wat er enigszins verweesd achterbleef. Was dit een teken? Wou Buysesmolen als het ware uitschreeuwen: “Mij krijgen ze niet klein!” Distels groeien niet enkel op Gods akkers, maar evenzeer tussen afblakerende metalen kruisplaten, en opgestapelde eiken balken. Het bleef langt wachten op betere tijden. Zelfs het beschermende afdak tegen hagel, regen en wind begaf het op de duur. 33 Jaar is een hele tijd, een mensenleven in lang vervlogen tijden. Toch heeft ook hier uiteindelijk recht gezegevierd. Al zullen een aantal “molendeskundigen” vinden dat het geen zin heeft om nu nog verdwenen molens terug op te richten. Waarom niet? Vroeger kwam het toch ook voor dat een molen door hevig onweer, of oproer, in een brand volledig verwoest werd. Die molens werden heropgericht, en vermoedelijk zelfs niet steeds in hun oorspronkelijke staat. De Vlaamse staakmolen mag niet verdwijnen uit het landschap. Deze oorspronkelijke computers uit de eerste industriële revolutie moeten blijven om te getuigen voor onze jeugd tot wat hun voorouders in staat waren. Stel dat we 20 jaar lang geen staakmolens meer oprichten, wat denk je dat er zal gebeuren met het molenmakersambacht? Er ligt een zware taak op de schouders van onze regeringsleiders, regionaal, nationaal en Europees om er zorg voor te dragen dat er een toekomst gegarandeerd blijft voor de molen.

Dit deel van de Westerse wereld is gedoemd om te evolueren naar een wereld waarbinnen erfgoed en toerisme een meer dan belangrijke plaats zullen innemen. Gelukkig hebben ze dit in Oost-Vlaanderen goed begrepen, getuige de zeer inspirerende speech van gedeputeerde Dauwe, tijdens de plechtige openstelling van dit meesterwerk. Herzele, met cultuurschepen Hoorens voorop mag terecht trots zijn op Buysesmolen. Deze molen samen met de twee andere molens Te Rullegem en Ter Rijst zet Herzele opnieuw als molengemeente nummer een op de molenkaart. In Erpe-Mere mogen ze dan in aantal molens hun buur sterk overtreffen, op toeristisch vlak valt er nog heelwat achterstand in te halen. Misschien is het verwerven van de volledige oude molensite een kans om dit goed te maken.

De pastoor van het naburige Aspelare zegende de molen en de notabelen hanteerden de schaar om het lint te knippen. De verenigde molenaars, inclusief cultuurschepen Hoorens, die trouwens recent het diploma van Meester Molenaar(*) behaalde, assisteerden gedeputeerde Dauwe bij het lichten van de vang. Dit onder het toeziende oog van Hilbrand De Vuyst, destijds ambtenaar bij Monumenten en Landschappen, en er als eerste bij om in Herzele aan de kar te duwen. Sabine Okkerse architecte keek mee toe. Op een veilige afstand zagen we ook molenbouwer Peter Thomaes voldaan toekijken. De wieken zouden immers direct tegen een gezapige snelheid door de lucht klieven. Boven in de molen op de steenzolder wachte vrijwillig molenaar Johnny De Pelseneer reeds op zijn eerste nieuwsgierige bezoekers.

Of ze in Sint-Antelinks nog eieren hebben, en of ze de Arme-Klaren nog kennen weten we niet, maar het weer was alvast uitstekend. Veel zon, een weinig wind (molens moeten draaien), en vele vele blije gezichten.

De molentrap leidt je langs een zakkenezel naar de meelzolder, waar je recht tegen de meelgoot en meelbak van de voormolen aankijkt. De meelbak van het achterste steenkoppel, aangedreven door het vangwiel bevindt zich rechts achterin de meelzolder. De bediening van dit steenkoppel, tijdens het malen wordt geregeld via een bollenregulator links achter. Rond het vangwiel bevindt zich een houten plankvang. De vang is van een zeer oud type waarbij een het vangtouw over een wipstok loopt. De molen oogt uiteraard zeer nieuw, en dat is het enige minpuntje dat we kunnen bedenken. Dat echt doorleefde hout van pakweg 200 à 300 jaar geleden daar zullen we nog wat moeten op wachten. De molen beschikt over een gevlucht van 23 meter, uitgerust met traditionele windborden, en bruine zeilen.

Net als enkele andere molens in de Denderstreek zijn de kruisplaten vervaardigd uit metalen I-profielen, waarop zich zeer stevige voeten bevinden om de oksel- en meesterbanden op hun plaats te houden.

Ook al dateren de oudste vermeldingen van deze molen uit de vijftiende eeuw, toch gaat deze construvtie terug op een versie van de molen van enige tijd voor 1750, zoals trouwens de meeste nog bestaande staakmolens in Oost-Vlaanderen.

Vanop de zakkenezel bovenaan de trap zag je in de verte de Kruiskoutermolen lustig draaien. Het zonlicht weerkaatste fel op de Verbusselde wieken. Met vier maalvaardige staakmolens links van de Dender is dit stukje Vlaanderen tussen Ninove, Aalst en Zottegem een uitglezen fietsstreek aan het worden. Molens die je via een fietstochtje van amper 50 kilometer zo aan elkaar knoopt.

(*) cursus georganiseerd in 2007/2008 door vzw Werkgroep West-Vlaamse Molens en vzw Levende Oost-Vlaamse Molens.



Bethel, Drie dagen van vrede en muziek in 1969

Classic rock Posted on 17 aug, 2009 00:47

Vandaag, gisteren en eergisteren , 15 augustus, was het precies 40 jaar geleden dat het festival aller festivals plaatsgreep. Niet in Woodstock maar in Bethel.

Een rustig boerendorp van amper 2500 zielen waar ene Max Yasgur zijn gronden ter beschikking stelde, nadat het gemeentebestuur van Woodstock dit had geweigerd. Bethel ligt wel zo’n slordige 100 km verwijderd van Woodstock. We werden deze ochtend aardig verrast door Radio 21, die twee verslaggevers ter plaatse had gestuurd om van daaruit verslag te doen. Marc Ysaye (foto) en Walter de Paduwa kweten zich voortreffelijk van hun opdracht. Helemaal anders dan in 1969 toen we over het festival hoegenaamd niets vernamen. Guy Mortier de ex-humo snor herinnerde zich nog wel een kort berichtje ergens in het Nieuwsblad, naar hij gisteren vertelde op Radio 1 in ook alweer een special over deze veertigste verjaardag. Dit kan wel kloppen, want ook onze herinneringen gaan slechts terug naar 1070, toen bij ons de driedubbele LP uitkwam en naar oktober toen de film in het Aalsterse Feestpaleis speelde.

Een film die trouwens niet door alle klasgenoten even goed gesmaakt werd. Het merendeel van de studenten in het Aalsterse, in die tijd, knapten nog af op de losbandige jeugd die ze te zien kregen, en ook wel op de veel te luide “ketelmuziek”. Wij waren uitzonderingen, die uit de bol gingen op de tonen van Goin’ Home van Ten Years After (28 november 2009 in Chenee, wel zonder Alvin Lee), of The Star spangled Banner van Hendrix. De filmversie die een paar jaar geleden verscheen pronkt in onze DVD kast; gekregen voor vaderdag of was het verjaardag? De LP schaften wij nooit aan vanwege veel te duur in die tijd, en later kwam het er niet meer van. 585 frank was in 70 een kapitaal. De gemiddelde jonge bankbediende vertiende toen nog geen 10.000 frank in de maand, om maar iets te zeggen. Trouwens wie beweert dat CD’s nu duur zijn, zit er toch wel even naast.

Wij worden dit jaar overspoeld met Woodstock uitgaven. Een 6-delige CD box, een 4-delige box, tal van cd’s van artiesten waarvan nu het gehele concert wordt uitgebracht. Iets wat we nooit zullen zien van Ten Years After. De opnameapparatuur was tijdens hun concert even naar de haaien. Goin’ Home dat Alvin Lee onsterfelijk maakte is het enige document. Tip: schaf je maar beter de dubbelaar van hun passage in de Filmore East aan. We krijgen ook enkele artiesten voorgeschoteld die tot nog toe van alle plaat en filmwerk waren verstoken gebleven. Keef Hartley bijvoorbeeld en Bert Sommer om er maar enkele te noemen. Ook Stillwater, Mountain en Quill behoren tot deze categorie. Een ander fenomeen waar nu wel rekening werd mee gehouden is de volgorde van de optredens. Op de lp’s en de film uit 1970 was hier een echt zootje van gemaakt. Ook had men wanneer de opname niet zo gelukt was, op de soundtrack gewoonweg een andere opname in de plaats gezet. Zo horen we nu voor het eerst hoe Going up the Country van Canned Heat echt klonk. Wat vals moeten we toegeven.

Creedence Clearwater Revival, een van de eerst getekende acts haalde ook de openbaarheid niet, omdat John Foggerty dit niet wilde. Ook Neil Young wou achteraf niets met Woodstock te maken hebben, en werd dan ook vakkundig weggemonteerd in de film, uit de CSN&Y opgenomen beelden.

Al bij al was dit voor ons in 1970 een eerste kennismaking met Santana, Paul Butterfield, Country Joe en Ritchie Havens. Niet mis.



« VorigeVolgende »