Blog Image

Sadeler's blog

If I were a miller at a mill wheel grinding, would you miss your color box, and your soft shoe shining? (c) Tim Hardin

Link naar:  windmolens, Facebook   Meer weten? contacteer mij. 

Opgelet: Alle artikels en foto's zijn beschermd door copyright. Alle overeenkomsten tussen bestaande personen en personages berusten op louter toeval. Topfoto (c) Michel Verdoodt.

Brussels by day.

dagblog Posted on 28 okt, 2010 12:07

Dinsdag mocht ik nog even voor een dag naar het werk. Het voelt wat raar aan. De dag begint wat vroeger dan anders. Behoorlijk donker is het nog en zelfs wat gevroren aan de rijm te zien die op de autos ligt die de nacht buiten hebben doorgebracht. Ik neem de dubbeldekse trein van zeven uur achtentwintig, en in Aalst loopt het al mis. Ik heb zeker in drie jaar geen trein meer gezien van binnen en vandaag al direct vertaging vanwege een agressie op de trein. Tien minuten maar. Moet ik er nu vanuitgaan dat het toch waar is, dat dit dagelijkse kost is bij de spoorwegen? Gelukkig hebben ook deze keer de anderen een uurwerk, en heb ik de tijd. Zelfs tijd genoeg om vanaf het Brusselse Noordstation naar de afspraak te lopen. Brussel ligt er vooral een stuk mooier bij dan wat ik er nog van in mijn herinnering heb zitten. Gelukkig maar.

Niet alles is veranderd want mijn legitimatiekaart verschaft mij onmiddellijk, langs de bewaker heen, toegang naar de grote hal, waar er reeds koffie wacht. Van de ongeveer 60 aanwezigen ken ik slechts een kleine minderheid, maar dat is minder belangrijk. Toch heeft de crisis zijn sporen nagelaten, zelfs tot in het restaurant toe, want mijn vroegere dagelijkse portie groenten wordt vandaag pardoes op een kleine baskuul gedropt, en of ik mij nu overschept heb of niet, ik zal het nooit weten. Nog een geluk dat er niets terug afgehaald werd. Geen stuk bloemkool, noch een schijfje tomaat. Enkel mijn protonkaart zal dit mogelijks gevoeld hebben. Nog een geluk dat deze nog functionneerde, want ik had er pas deze ochtend speciaal geld op moeten bijzetten. Ik kan alleen maar vaststelen dat Proton bij mij dus een falend systeem betreft, want de kaart was nooit meer gebruikt sedert mijn laatste werkdag, nu meer dan anderhalf jaar geleden.

Hoe het voelt om terug in een gebouw met werkvloer rond te lopen? Ik stel vast dat dit de gap naar vroeger werk voornamelijk tot bijna nihil herleidt. Het voelt aan alsof ik hier gisteren nog binnenliep voor een of andere overbodige meeting. Een pak gezichten zijn nog dezelfde en een pak waren reeds vervreemd koren geworden op 1 januari 1999. Mooi dat nog een van mijn eigen generatiegenoten de dag mag aanvangen met een enigszins saaie materie (pensioen) maar dat hij er de kwinkse slag nogsteeds inhoudt. Nog wat moed en misschien komen we elkaar nog tegen op een ontspannende fietstocht ergens tussen Pajottenland en Denderstreek.

De namiddag was voorbehhouden voor wat praktische zaken, en er werd tijdig gestopt zodat ik zelfs mijn afspraak in mijn bankkantoor hartje Brussel op tijd haalde. Dit na een uitermate rustig mooie wandeling langs de Vismarkt. Alweer een behoorlijk mooi gerenoveerd stukje Brussel. De tijd dat ’s ochtends Brussel stonk naar alle mogelijke restanten ligt dus gelukkig achter ons. Via de Vismarkt loop ik naar de oude stadsomwalling waar ik een doorgang wist naar de Anspachlaan in de buurt van de beurs. Helaas ook deze passage werd afgesloten. Dan maar rond via Thang Tsing Chong, het Soho van Brussel, naar de Beenhouwerstraat waar niet echt veel veranderd lijkt. De Arenbergstraat, of beter nog wat verder de Schildknaapstraat is een openbaring. Het hoekhuis met de Leopoldstraat is momenteel een Home Cooking potten en pannen shop. Ruim 30 jaar stond dit pand te vervallen, nadat de joodse handelaars die er een kader en lijstenwinkel hadden in opengehouden, waar Diane en Annie nog voor hadden ‘gevoyageerd’, het pand hadden verlaten. De rest van de straat was rond die tijd mee beginnen vervallen. De paar eettenten waaronder een veggiezoldertje boven een bakker zijn al lang verdwenen. Ook het nummer elf in de Leopoldstraat, waar de gevel was ingevallen na 78, jaar waarin de meeste bedrijven de huur hadden opgezegd is als een feniks uit zijn as herrezen. Een absoluut mooie gevel die nutoegang verleend tot een vermoedelijk prachtig achterliggend hotel. In de Arenbergstraat wat hogerop is het Vanderborgt gebouw, later ASLK, en het ernaast gelegen pand van Credit du Nord nu omgevormd tot het Dexia Arts Centre. Kortom het enige wat nog dateert van de jaren stillekens is de Mort Subite, al houden de Marokaanse Belgen in Arcadi het ook reeds ruim tien jaar vol.

Na mijn bezoek aan mijn bankkantoor loop ik via de Koningsgalerie naar de Grote Markt, waar ik handig enkele Japanners met aangeslagen fototoestelletjes ontwijk. Via de Steenstraat naar de AB, of beter er tegenover naar een platenzaak met een enorme keuze aan livemateriaal uit lang vervlogen tijden. Helaas was het reeds gesloten. En toch was het nog maar pas vijf uur in de namidag. Dan maar Waterstones geprobeerd, voor een muziektijdschrift. Tussen de Engelse uitgaven zit altijd wel iets met Zep of Page erin. Deze keer Guitarworld, inclusief 3-D brilletje en assortiment 3-D foto’s. Ik loop via de Nieuwstraat terug richting Arcadi in de Arenbergstraat, in de buurt van het Centraal Station. Ik stap binnen en bestel een Lavazza koffie, kwestie van nog wat in de zelfde smaak te blijven als tijdens de rest van de dag, en om nog wat te na te mijmeren.

De winkels in de Nieuwstraat lijken nog wel dezelfde. Parterres vol schoenen of vol met trois-quart jasjes, merk ik, ook al ben ik mode onbewust. Het lijkt wel alsof enkel de namen van de winkels veranderd zijn, in wat meer hippe trendy titels. Hoe kan het ook anders indien je als shop je beperkt tot een schraal assortiment, of heb ik het mis en zijn dit ook slechts pootjes aan een internationale tak, waaraan vanuit het buitenland wordt getrokken? Het Muntplein ligt er enigszins troosteloos bij. De fontein spuit niet, en op deze koude vooravond zitten de terassen ook niet meer vol.

Ik moet er vandoor, wil ik nog een trein halen en op een deftig uur aan tafel komen.

Tot slot loop ik vanaf de Rue-Montagne-Aux-Herbes-Potagères (nee geen soepgroenten maar wel de Warmoesberg) doorheen een onherkenbaar geworden Bergstraat. Het reisburo is er nogwel, maar heet ook alweer anders. Café des Banques is opgeslokt door het huis ernaast en biedt ruimte aan een Engels aandoende winkel. Gelukkig zijn er nog hier en daar rustpunten zoals De Valk, die de weg naar het Station weer wat herkenbaarder maken al dacht ik wel heel even aan Alzheimer te leiden, bij het betreden van de vroegere benedenuitloop van het Centraal station. De schuine ovaal aflopende traploze afdaling ligt er nog links en mogelijks is de roltrap rechts ook nog, zij het gerestaureerd, de oude. De zuilen in het midden van de open ruimte zijn een streling voor het oog, daar waar ze in mijn herinnering nog valer leken dan menig kerkondersteunende paal. De winkels beneden vertroebelen al helemaal het vroegere beeld. Eenmaal boven sta ik toch wel degelijk terug in de ruimte waar ik tussen 72 en 83 werk-dagelijks doorheen liep. Dezelfde gelig gekleurde marmerbezette muren, en dezelfde trap naar spoor vier waar ik mij nu naartoe haast, want de trein komt er binnen de twee minuten aan. Dezelfde uit Genk komende trein als deze morgen. Ik profiteer ervan om deze keer bovenin te gaan zitten, en zelfs in tegengestelde rijrichting. Het is donker wanneer ik op mijn schreden terugkeer naar de ‘campagne’.

Ik moet toegeven dat ik op straat meer Nederlands heb gehoord dan pakweg een kleine 35 jaar geleden. Is er nog hoop?

Het lijkt mij leuk om pakweg volgende zomer op een zomerse dag met de fiets een bezoek te brengen aan de Grote Markt, nu ook de provincie Brabant haar fietsknooppuntennetwerk heeft vervolledigd, en Brussel oip die manier wat dichterbij brengt.

Brussel, je bent wreed veranderd, zong ooit iemand. Misschien is dit nog zo slecht niet en kan ik er nu wel heen als een echte daytripper. Passing generations.

Waar is de tijd dat wij, Betty, Jules en ik doorheen deze buurt wandelden en Jules terloops vroeg: “Wanneer was je weer geboren.” “In 52.” “God ja, toen liep ik hier in mijn begindagen van mijn werkcarriere ook te wandelen”, repliceerde onze Jules.

Wat hebben we vandaag geleerd?

Dat er over enkele jaren een pensioen aankomt, en dat niemand kan zeggen hoe dit zal worden belast. Dat we beter behoedzaam kunnen en er op tijd uitstappen willen we zelf nog als een God ons kapitaal beheren. Snel zijn is de boodschap want op een jaarlijkse rente, bepaald door vadertje staat, zitten we niet direct te wachten.

Brussel is drukker geworden. Verlondoniseerd zou je haast gaan denken, al is de Anspachlaan nog in geen duizend jaar te vergelijken met Oxford Street.

In het station op het perron meen ik mensen te herkennen al kunnen het bij nader toezicht ook de dochters van zijn? De tredmolen draait verder en niemand die er om maalt.



Vlamingen op molenuitstap naar Noord-Brabant

Molens Posted on 24 sep, 2010 13:23

Matige wind, geen regen, zon, opgezeilde molens.

Meer foto’s kunnen bekeken worden op: fotos.sadeler.be

Het beloofde een mooie dag te worden in het noorden van ons landje, en het aangrenzende Noord-Brabant. Tijd voor ons Oost- en West-Vlaamse molenaars om enkele windreuzen en een enkele watermolen van nabij te observeren. Bart Hoofs had vooraf een en ander uitgestippeld, waardoor wij overal goed ontvangen werden.

Voor informatie over de te bezoeken molens verwijs ik graag naar het artikel in het zomernumer 2010 van Vlaamse Molens.

Het jaar 1648 en de vrede van Munster kwamen nog even ter sprake, wat ons toeliet de Vlamingen en de Brabanders wat beter te situeren. Er wordt weleens vergeten, dat voordien ‘s Hertogenbosch, Antwerpen, Mechelen, Brussel tot zelf Villers-La-Ville, allen tot hetzelfde Hertogdom Brabant behoorden. Het hertogelijke is al lang verdwenen, zelfs in benamingen als het eerder genoemde ’s Hertogenbosch, dat we nu vriendelijker kennen als Den Bosch. Zuidelijker vonden de Antwerpenaren dat zij hun stad maar moesten uitbreiden tot een hele provincie, waardoor de Brabanders op het eerste zicht nog wat verder uit elkaar werden gedreven.

In ieder geval aan de staakmolens die je binnen dit vroegere Hertogdom nog aantreft zul je nauwelijks merken, dat je grenzen overschrijdt. Ze dragen allemaal de typische, wat men tegenwoordig, Kempense kenmerken noemt. Bij onze noorderburen zijn behoorlijk wat staakmolens mettertijd verdwenen of vervangen door wat de Pruis gemeenzaam Holländer mühle noemen. En ook al hebben deze laatsten pakweg driekwart eeuw geleden regelmatig de streek bezocht, toch weten ook zij blijkbaar niet dat je een Brabander geen Hollander noemt.

Noord-Brabant, en meer bepaald Midden-Brabant. Voor de leek, pal boven de grens met Antwerpen, tussen Breda en Eindhoven.

Op weg naar deze mooie bosrijke streek, takten we even af op de snelweg bij Brecht om de restanten van de afgebrande kettingkruier van Brecht te bekijken. Meer dan waarschijnlijk wordt deze ‘behoorlijk verzekerde’ molen annex taverne gerepliceerd, door molenbouwer De Jongh die ook al de vorige restauratie op zijn naam heeft staan. Voor fotootjes zie het artikel rond onze uitstap naar het land van Cuyck, enkele maanden geleden. John De Jongh zouden we later op de dag nog uitgebreid tegenkomen, wanneer we in zijn bedrijf getrakteerd werden op koffie met koek, en vooral mooie verhalen.

Eerste echte stop, en verdiende koffie in Oisterwijk in de Molen Onvermoeid, ook gekend als Kerkhovense molen. De geschiedenis van onze eigenste molen in Mere liep in 1972 in de maand november plots wat gelijk met de gebeurtenissen in Oisterwijk. Inderdaad de storm teisterde bij allebij de roeden.

Volgens info in het boekje van Ouwezeel, ‘Op molenpad in Midden-Brabant’ zou deze molen ooit uitgerust geweest zijn met zelfzwichting. De doorboorde as, en het eigenaardige metalen gekrulde tuig achter op de kap zouden hiervan nog getuigen zijn. Het boek De Brabantse Molens vertelt hierover weinig of niets.

We werden verwelkomd door toer uitstippelaar Bart en de molenaars ter plekke, onder wie Jan Scheirs en Hennie Willemsen.

Jan kreeg een plekje op onze bus en gidste ons verder door de dag, langs Moergestel, en nog enkele andere plaatsen. Plaatsen waarvoor we spijtig genoeg geen tijd hadden om ze ook echt aan te doen.

Bij de Spoordonkse Watermolen aan de Beerze namen we ruim de tijd om te lunchen en de banden tussen Oost- en West-Vlamingen nog wat hechter aan te halen, en uiteraard ook om van gedachten te wisselen over molens. Wat dacht je anders?

De tijd vloog zo voorbij. Bij Molenmakersbedrijf De Jongh te Oerle waren er zeker een aantal die maar wat graag nog wat langer waren gebleven. Begrijpelijk wanneer je weet dat we op onze bus de halve Vlaamse Molenmakerswereld meevoerden. Sommigen reeds genietend van een welverdiende rust, graag hun kennis delend met de jonge aanstormende talentvolle nieuwkomers.

De met stro bedekte achtkant bij het molenmakerbedrijf hoort eigenlijk niet echt thuis in dit landschap, vernemen we, en wat blijkt, het is dan ook een molen die verplaatst werd vanuit Duitsland (Leezen) naar hier.

De laatste te bezoeken molen staat te Hilvarenbeek, bij een plantentuin, en een belendend doktersmuseum. De Doornboom, was de ideale molen om er de dag af te sluiten. Onze gastheer Bart is er bovendien molenaar. Wie al te veel slagen van de molen kreeg kon zich ontspannen in het museum of in de plantentuin, bij bijvoorbeeld de roomse kervel. We zijn er nogsteeds niet uit waar roomse kervel goed voor is. Naar wij vermoeden zijn er op dit eigenste ogenblik in Vlaanderen wel enkele heerschappen die dit best zouden kunnen gebruiken.

Samengevat. Een pluim voor de buschauffeur die ons overal naartoe voerde, en die ons ook op tijd terugbracht. En aangezien we nog wat pluimen over hebben gooien we er ook enkele naar de Nederlandse molenaars die een groot aaantal onder ons vast en zeker nog regelmatig zullen zien terugkeren. En ja natuurlijk de twee organiserende molenverenigingen, daar valt nog weinig aan toe te voegen. Negenvijftig deelnemers is het beste visitekaartje. Volgend jaar op naar een grotere bus, al denk ikzelf dat snel inschrijven de beste boodschap is. Tip, waarom onze Waalse broeders niet eens met een bezoek vereren in het zuidelijkste Brabant. Misschien willen de Noord-Brabanders dan zelfs mee op onze bus.

Al de Nederlandse molenaars die we gezien hebben zijn alvast welkom bij ons op de Kruiskoutermolen, en op alle actieve molens direct in de buurt.

En nu neem ik even de tijd om mijn gehandtekend exemplaar (door Jan Scheirs) van De Standermolen verder door te nemen. Dit boek ontbrak nog op onze meterslange boekenplank met molenaarsboekwerken.



Donkere wolken boven Kruiskoutermolen.

Molens Posted on 13 sep, 2010 11:50

Open Monumentendag in Vlaanderen. Het begon regenachtig, betrokken luchten, beetje miezeren en vooral weinig wind. Tegen de middag beterde het gelukkig. We telden in totaal 127 bezoekers, en hebben er vast en zeker enkele over het hoofd gezien, getuige een ander verslagje van een bevriende molenliefhebber op het Nederlandse molenprikbord waaruit ik graag het volgende citeer: “…De totaliteit aan bezoekers weet ik niet maar, op de anderhalf tot twee uur tijd dat ik aanwezig was op de site,
dit was tussen 15 en 17 uur, heb ik er toch een zestig à vijfenzestig geteld….”

Onze verslaggever merkte ook nog op: “…Het werd een een gezellige drukte van komen en gaan van bezoekers. Zodanig dat er soms een kleine opstropping in de molenkast tot stand kwam van mensen die de molen verlieten of binnenkwamen. De meeste bezoekers kwamen alleen maar omdat de molen een monument is, maar het merendeel kwam toch om een beetje meer uitleg te krijgen over de werking, de inrichting en de historie van de molen, zodat vrijwillig molenaar Eddy meer dan de handen vol had….”

We kunnen daar nog weinig aan toevoegen…bedankt Marc.

Bedankt ook aan de molenaar van Molen De Roome die helemaal uit Frans-Vlaanderen ons kwam opzoeken.

AANDACHT: Het moet ons van het hart dat er zich om en rond de Kruiskoutermolen zeer zware donkere wolken samenpakken. Men wil de vroegere molensite (Van der Haegen) in zijn geheel gaan verkavelen. Een geel aanplakbord laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Zie foto. Erpe-Mere is de molengemeente in Vlaanderen. Dat werd nog niet zo lang geleden gesteld door gouverneur Denys van oost-Vlaanderen in zijn boek: Mijn ronde, het bestuurlijk reisverhaal van gouverneur Andre Denys. Quote:…Erpe-Mere is een product dat kan verkocht worden. Ik ken weinig gemeenten met tien mooi gerestaureerde watermolens, rijk aan wandelwegen en typische dorpskernen. Een zeer mooi aanbod voor de eendagstoerist die op zoek is naar dergelijke pareltjes. Maar onbekend is onbemind. Waarom Erpe-Mere niet verkopen als molendorp?…einde quote.

We kunnen hier slechts bij opmerken dat het “slechts” om negen watermolens gaat en één windmolen. Deze laatste moeten we koesteren. Het heeft heel wat moeite, tijd en vooral geldmiddelen gekost om deze oude wachter weer draai en maalvaardig te maken. Is het dan nu verantwoord dat PAL NAAST deze molen gebouwen worden opgericht, die ongetwijfeld de windvang sterk zullen hinderen? Het is nog niet te laat om hier tegen te ageren.

Ter illustratie, ten tijde van het Ancien Regime, toen het windrecht nog ingeschreven stond in de wet, mocht in een omgeving van 100 meter rond een windmolen NIETS worden opgericht. De overheid houdt van molens. Waarom zou ze anders deze reuzen voor 80 procent subsidiëren bij onderhouds- en restauratiewerken, met uw en mijn geld. De molens moeten dan wel draai- en maalvaardig zijn. Laat er ons op toezien dat dit zo blijft….



Van het molenfront, goed nieuws

Nieuws Posted on 10 sep, 2010 11:40

Zondag is het weer monumentendag.

In Erpe-Mere kan je op een drietal plaatsten terecht om molens te bezoeken. De Kruiskoutermolen in Mere, en op wandelafstand de watermolen Ten Broek. In Ottergem wordt de Watermeulen opgengesteld.

De gemeente verzorgde een mooie brochure. In Huise vorderen de werken aan de Huisekoutermolen. Het dak werd vernieuwd. Nu enkel nog wachten op nieuwe wieken, en geld, geld, om cadeautjes…..nee natuurlijk niet. Geld is er nodig om verder te restaureren.

Het nieuwsblad rapporteerde hierover. Zie link



Land van Cuyck, molendag

Molens Posted on 09 jul, 2010 11:54

Zondag 27 juni, molendag in Limburg. ttz In ons eigenste Belgisch Limburg. Maar wat stelt dat nog voor? Nee dan liever snel de grens overgewipt naar het Land van Cuyck.

Fotoreportage.

Het werd heet die zondag. We haalden met gemak dertig graden in het binnenland, en Frank beloofde ons een teveel aan ozon. Niet te veel bewegen, geen zware inspanningen. Behoort fotografie en in het byzonder molenfotografie, daarbij, of kan dit nog net? Bescherming zoeken in zon’n molenkast kan ook altijd nog wat helpen. Hout beschermt en isoleert namelijk behoorlijk goed. Afkoelen onder het voorbijgaande gezoef van de molenwieken was er nouwelijks bij. Op de grens van Limburg en Noord-Brabant hingen de bladeren aan de bomen er verweesd bij. De rook zou met zekerheid recht naar de hemel opstijgen, mocht iemand het in zijn verwarde hoofd halen om net nu de kachel aan te steken. Gelukkig waren verwarde geesten net als vuurgestookte kachels zeldzaam op dat ogenblik.

De Molenvrienden van het Land van Cuyck vierden hun 25 jarig jubeleum. Verschillende molens werden opengesteld. De molenvereniging van het Land Van Cuyck vind je terug in het oostelijke deel van Noord-Brabant. Sedert 2000 hebben ze hun werkterein verruimt met een stukje aangrenzend Limburg en Gelderland. Een mooie streek langs de Maas. Hier kan je op een korte afstand van elkaar een viertal standerdmolens bekijken.

Vooraf reed ik nog even langs Brecht, waar de molen recent afbrandde, om nog wat foto’s te nemen van de nu gedemonteerde kap, of van wat er van overblijft. Meer fotos. Het valt op, dat al bij al de dakspanten, behoorlijk stevig moeten geweest zijn, want de kap die nu op de grond staat heeft nogsteeds haar normale vorm. Alleen is alles helemaal zwartgeblakerd en deels verkoold. Enkel nog goed om er artistieke foto’s of architecturale foto’s van te nemen, die kunnen helpen bij toekomstige restauraties. Dit zal nodig zijn, wil deze kettingreus als een feniks verrijzen uit zijn as.

Alles ligt uitgestald in de belendende speeltuin. Wat op zich de ruimte biedt voor alle verkoolde onderdelen (spoorwiel, vangwiel, molenas, kap), maar anderzijds biedt dit een vrij lugubere aanblik.

Volgende stop in de buurt van Den Bosch, in Noord-Brabant, werd Oud Heusden. Heusden met zijn drie standerdmolens, en zijn stemmige Vismarkt bij het haventje. Hier werd ooit een uit België overgebrachte staakmolen gerestaureerd (Molen 1). Naderhand werden dan twee replica’s bijgebouwd (Molens 2 en 3) op de stadswallen van dit vestingstadje. Heusden is een dorpsnaam die vaak voorkomt. Zie bij ons alleen al in de buurt van Gent, Antwerpen en ergens bij Zolder in Limburg. Overigens Hesdin in Noord-Frankrijk werd ooit bewoond door vlaamssprekenden en heette toen, juist ja, Heusden.

Geen van de drie molens was open voor bezoek. Op zondag werkt de Noord-Brabander duidelijk niet. Koffie dan maar op het terras van Het Centraal, bij de halte van de Paardentram, die in geen velden of wegen te bespeuren viel. Aan de overkant van het pleintje, de Vismarkt, tref je nog ‘Bloemsierkunst in Den Prince’ aan, naast twee eetgelegenheden, het ‘Eetcafé Havenzicht’ en pal ernaast het, de Nederlandse taal trotserende, ‘De Pannekoekenbakker’ zonder tussen-n. Het Centraal blijkt een drukbezochte afstapplaats voor zondagse wielertoeristen te zijn, die zich laven aan koffie en thee. Toch wel even anders dan wat je bij ons doorgaans ziet, waar de wielerterrorist zich meer richt tot abdijvocht, of zelfs duvels in eigen nat.

Van hieruit wordt het nog zo’n 50 km karren naar Nederasselt en Overasselt, voor de eerste echte stops op deze molendag. Ik bedenk nog snel dat die Nederlanders best wel slim zijn. Zij zeggen Nederasselt en schrijven dat dan ook, wij daarentegen zeggen Nederasselt en schrijven …iets anders.

De Maasmolen te Nederasselt komen we als eerste tegen op ons molenpad. Een snelle hap onder een veel te hete, verzengende zon kan nog net. Even na enen liggen de traditionele buitenshots van de molen vast op de gevoelige dataschijf. Een gezellige babbel met de twee aanwezige molenaars dringt zich op, en brandt zo de tijd weg. We wisselden wat info uit. Ooit heb ik deze twee molenaars ontmoet tijdens een van de Brabants-Vlaamse contactdagen van een gekende molenvereniging. (*) Mogelijks kan een korte contactname met een naburig wonende molenbouwer licht scheppen in de duisternis die nogsteeds heerst rond de kennis betreffende gasdempers, nodig bij Van Bussel wieksystemen. Ik werd nog gewezen op enkele merkwaardigheden in deze molen. Zo werd voor de baansteen van deze molen gebruik gemaakt van een oude grafsteen. De tekst ‘Rust in Vrede’ is er nog duidelijk op te lezen.

Deze molen heeft een geschiedenis achter de rug. Bijna vergelijkbaar met de geschiedenis van onze eigenste Kruiskoutermolen in Vlaanderen. Bijna verkwanseld voor nop; bijna verplaatst; gered door de gemeente. De molen beschikt over een groot steenkoppel, een sleepkruiwerk (met autobandje), wat toch zeldzaam is op een standerdmolen. De vroeger aanwezige achtermolen werd aangedreven door een extra wiel, met kammen, achter het vangwiel. De extra ijzerbalk is eveneens nog aanwezig. Een opstelling die ook bij onze molen aanwezig is, zij het dan wel compleet. Recent werd een en ander gerestaureerd: het balkon, de trap, het dak. Het lijkt sterk op wat ook met de Huisemolen recentelijk is gebeurd. En als we dan toch een verschilpunt met onze molen willen beklemtonen, dan is het wel dat het biotoop van deze molen, vlak buiten het dorp nog enigszins ongerept is. Open veld, weliswaar hier en daar nog kleine bomen, en de gebouwen nog op veilige afstand. De volledig opgezeilde molen draaide echter omzeggens niet. Dat zal vast en zeker aan het teveel aan hitte en de te weinig aanwezige wind gelegen hebben.

Wat verderop in Overasselt was de molen gesloten, maar werden we toch verwelkomd door enkele aanwezige levende grasmaaiers. De gemeente is duidelijk de ecologische toer op gegaan en houdt bij middel van een bende mooie zwarte schapen het gras kort.

Wanroij werd de volgende halte op onze tocht. Deze grote ruime driezolder (De Hamse Molen) mag zich gelukkig prijzen dat hij de geschiednis heeft overleefd. Ooit gekocht door een maalderij ‘voor de grond’ en gelukkig op tijd gered door de gemeente en verplaatst naar de overkant van de weg op een open terrein. Toch blijkt er nieuwe dreiging te zijn vanwege de oprukkende industrie. De molen met oud Hollands gevlucht wacht nog op verbusselde wieken, teneinde hem er terug te laten uitzien zoals in 1959 toen hij voor het laatst proffesioneel maalde.

Je herkent de molen van ver aan de grote geverfde ster op de zijkant. Overigens hebben al deze staakmolens hier in de omgeving een behoorlijk smalle trap. Het balkon wordt niet geschoord tegen de kast, maar steunt op een lange spruit, die met twee zwepen is vastgemaakt anderaan de trap. Ook het kruiwerk is op al deze molens zwaar uitgewerkt en quasi gelijkend. Zeg maar ‘gestandaardiseerd’.

Op weg naar de molen in Affenden, waar ze een oude film vertoonden, namen we een verkeerde afslag en belanden zo in Heyen op de Gerarda molen. Een verplaatste poldermolen uit Friesland die hier als korenmolen werd heropgebouwd op de restanten van een door den Duits opgeblazen molen. We zitten hier trouwens vlakbij de grens. In het magazine van de Molenvrienden van Cuyck lezen we nog…’molenaar Kessels zijn bedrijf wou voortzetten met een ruwoliemotor onder in de molenberg. Het besluit om toch weer een windmolen te bouwen heeft te maken met het feit dat ‘de omgeving Heyen na de oorlog nog niet is aangesloten op het electriciteitsnet….’

Inderdaad de vooruitgang is pas begonnen beseffen we maar al te goed, al gaat hij tegenwoordig met veel te rasse schreden vooruit.

De laatste nog op de lijst af te werken molens lag in Oploo, maar bleek (reeds) gesloten te zijn. Ook op de vlakbij gelegen watermolen was geen teken van: leven (meer) aan te treffen. Het liep tegen vijven.

Bij het afzakken via Valkenswaard naar de Wedelse molen in Overpelt voor een uitsmijter, komen we nog langs de molen van Milheeze, die opnieuw in het stro wordt gezet.

Land van Cuyck, een molenbezoek meer dan waard.

(*) Een van deze twee entoesiaste molenaars is de broer van de pas overleden molenaar Hans Snel. Bij deze gecondoleerd.



Vandaag 41 jaar geleden.

Classic rock Posted on 03 jul, 2010 11:51

Vandaag op 3 juli 1969 is het precies 41 jaar geleden, dat Brian Jones verdronk in zijn zwembad. Niemand weet tot op de dag van vandaag de echte oorzaak.

Lees er mer over op: deze link

Vooral de laatste paragraaf van dit artikel laat zien dat er “fans” zijn in alle soorten.



Zeeuws-Vlaamse contactdag 2010

Molens Posted on 17 jun, 2010 11:44

Meer fotos zijn te bekijken op fotos.windmolens.be

Een Nederlands weekendje. Op zaterdag op stap, met de deelnemers aan de Zeeuws-Vlaamse contactdag, die deze keer opnieuw doorging in Zeeuws-Vlaanderen. Op zondag de grens over op vlucht voor de verkiezingstsunami, al kom je daar dan onherroepelijk terecht in een oranjegekte. Bij het wandelen door Sluis op weg naar een lekkere molenkoffie in de molen De Brak, viel het ons op dat zelfs de etalagepoppen (als je deze zo kan noemen) in de erotiekwinkels getooid waren met oranjewimpels. In een van de nieuwbouwwijken hadt men draden met oranjewimpels kris kras over alle straten heen gespannen. Vandaag (13 juni verkiezingsdag), was het dus voor ons Belgen een dagje om ons Belgisch of Vlaams gevoel te tonen. Voorwaar van het oranjegevoel kunnen we nog veel opsteken.

Zaterdagochtend, halftien waren we present in Sas van Gent in Brasserie d’Ouwe Brug, waar Ton Koops en Steef Nessen ons hartelijk verwelkomden, bij enkele koppen koffie. Verder presenteerden zij een mooi eerbetoon aan Piet Luteijn, de onlangs overleden molenaar van Sasput, en introduceerden zij kort op boeiende wijze de komende dag. Twee stadsgidsen begeleiden de twee mooie grote groepen deelnemers doorheen Sas langs de restanten van een Achtkant, een getijdenmolen en enkele mooie uitgebouwde maquettes (plattegronden) van Sas en Terneuzen.

Voor het middagmaal, een mooie belegde boterham met erbovenop een gevulde omelette knap gegarnierd met frisse tuingroenten, werd halt gehouden in restaurant Baeckermat te Westdorpe. Bovenal een eerste glegenheid om te zien hoe de Vlaamse (West en Oost) deelnemers verbroederden en verzusterden met de Nederlandse (Zeeuwse) molenaars.

Ideeen en weetjes (groot of klein) werden van links naar rechts over de tafels heen gestuurd. Ik geef een voorbeeld: ‘Behandel je de kast en het gebinte van je staakmolen?’ vroeg iemand zich af. ‘Ja’ blijkt in Nederland, ‘Maar dan wel met producten op basis van berken- of beukenextract aangevuld met lijnzaadolie, zoals bruine teer.’ ‘Hola kan en mag dat zomaar? Is dat een product dat goed gekeurd wordt door de subsidierende overheid?’ Enz… enz…

Axel lag vlakbij en werd bereikt na een korte tussenstop bij de Zwartenhoekse Zeesluis. Een bouwwerk uit 1789.

Het valt mij op dat ondanks het feit dat we amper over onze landsgrens heen vertoefden, er merkelijk meer aandacht wordt geschonken aan toerisme en geschiedenis. Mooi uitgewerkte uitlegborden over historische monumenten en historische feiten. Ik heb al te vaak het gevoel dat bij ons in Belgie de geschiedenis ergens moet begonnen zijn omstreeks 14-18 getuige al die monumenten op de dorpspleintjes. In Sas word je geconfronteerd met Keizer Karel, met bolwerken, met paaltjes waarop leeuwen en dubbele adelaars aangebracht zijn, bordstenen met jaartallen als 1789, verwijzingen naar 1648. Wie kent het nog?

Sas is op die manier een boeiende gemeente, al moet mij van het hart dat ze zeker iets moeten doen om de heropstanding van de achtkant molen te bewerkstelligen.

De Axelse Stadsmolen bereikten we lopend over de wekelijkse zaterdagmarkt. En al was de reguliere molenaar van Stichting de Axelse Molen niet aanwezig, toch lieten onze gastheren Steef en Ton,de molen voor ons draaien. Natuurlijk niet terwijl het plaatjes schieten was in de kap bij de gietijzeren molenas. Deze stellingmolen dateert uit 1750 en is regelmatig in bedrijf. Buiten werd de traditionele groepsfoto nog even gemaakt.

Als afzakkertje genoten we nog van een borrel en een maatje in De Graanhalm. Makkers, molenaars, ….maatjes.



Uitgebroken paard loopt door de stad!

Denderend toerisme Posted on 31 mei, 2010 00:23

Zondag 30 mei, en het regent van ’s morgens tot even voor halfdrie. Het moet zijn , dat er in Aalst niet genoeg eieren meer zijn. In elk geval heeft het niets uitgehaald eieren naar de Arme Klaren te dragen (om regen af te smeken). Er zijn geen Arme Klaren meer in Aalst. Mogelijks wel nog genoeg kiekens. Ook het aanroepen van de weergoden, en bovenal de regengod, is niet gelukt. In Deiremonne liep een paard door de straten, door droge straten, en bij wijle zelfs onder een blauwe hemel.

Die van Aalst die zijn zo kwaad…gaat het in een lied. Gelukkig klopt ook dit niet meer. Zeker niet meer sinds men in Aalst bij opgravingen in een oude beerput (ja je moet ergens beginnen graven), potscherven heeft gevonden met daarop een gedeeltelijke beeltenis van een reusachtig paard. Ouder dan dat van Deiremonne. Het staat hierdoor wel zo ongeveer vast dat het Ros Ballatum, de enige echte moeder is van het Ros Beiaard.

Maar dit dus even terzijde, vandaag was het feest in de stad aan de monding van de Dender in de Schelde. Het peirt kwam buiten, voorafgegaan door een geschiedkundige stoet, deze keer zonder bordjes met uitlegtekst (de brochures moeten dit euvel vermoedelijk oplossen, en mogelijks ook de kas wat spijzen), aangevuld met enkele groepen die vooral de nadruk legden op het Unesco werelderfgoed.

We zagen vandaag veel paarden, schapen en ganzen bijeengedreven door border collies, zelfs een os die een kar trok, valkeniers en een uil. Of deze laatste uit de stad zelf kwam is niet bekend.

Qua organisatie een tien. Om de voorafgaande regen te ontwijken, toch maar niet met de fiets maar wel met de auto naar de pendelparking. De pendelparking voor de automobilisten die uit richting Aalst kwamen langs de nieuwe Dender (daar zou zeker meest plaats zijn gokten we, en dat was ook zo). Een dubbele lijnbus op en comfortabel naar de Noordlaan, waar we voor amper 5 euro een ticket aanschaften.

En zelfs al was er meer dan 75.000 man, nergens was het te druk, en kon er rustig gefotografeerd worden. (foto’s volgen, net als een tjoetjoep filmpje).

Bedenking: dit was de derde keer dat het paard voor ons danste. Dit nog een paar keer meemaken zou mooi zijn. Het lot uitdagen is nooit goed naar het schijnt.

Zaterdag 29 mei, de Ronde van België houdt even halt in Herzele voor een tijdrit. Er ontbrak nog een molen in onze wielercollectie, met en de molen en de renners erop. Inderdaad de molen Te Rullegem. Het was voor de hemelsluizen zich openden dat we van de gelegenheid gebruik maakten, dit even recht te zetten.



Hoe ik mijn verjaardag vierde!

dagblog Posted on 29 mei, 2010 01:25

Normaal gesproken zijn dit dagen waarop je net als op alle andere dagen uit gaat werken. Een koekje of een drankje voor de collega’s, in ruil voor wat kussen en handgeschud. Al moet ik zeggen dat ik dit de laatste jaren minder en minder deed. Teveel collega’s, in een te los verband. Laat het ons daar maar op houden. Vroeger was het anders. Gedurende de jaren zeventig grepen we elke verjaardag aan om er met de collega’s, de daaropvolgende vrijdag een feest van te maken. Doorgaans gebeurde dit in het vlakbij gelegen café ‘t Poeltje op de fameuze Montagne-aux-Herbes-Potagères. Zeg maar gewoon de Warmoesberg. Probeer niet op zoek te gaan naar ‘t Poeltje, het is er niet meer. Zelfs even googelen levert niets op. Afgebroken. De gevel met zijn enkele inspringende trappen op naar het inkomportaal heeft plaats moeten ruimen voor modernere winkelpanden. ‘t Poeltje serveerde onder andere een eigen biersoort, namelijk het Poeltje, een donker Oud Belgisch bier. Ik denk er nog wel eens aan wanneer ik een Bolleke De Koninck consumeer, in een of ander cafe wat meer naar het Noord-Oosten dan waar we nu resideren.

Waar is de tijd dat we tussen de middag met de jarige Gallerie du Centre-waarts stapten richting pralinenstand van Leonidas. Doorgaans werd er een kilootje “met veel wit” gekocht. Bij de koffie deelde Chris of Betty deze rond aan de collega’s. Op een bepaald ogenblik was deze bonte bende gegroeid tot dichtbij de vijftig collega’s. En een bonte bende was het, daar op die vijfde verdieping, van dat toch enigszins sombere gebouw in de Leopoldstraat. Een enigszins geamputeerde dienst van het grote moederberijf, waarvoor men niet direct een geschikte ruimte vond, omdat deze dienst in de buurt van het grote goudkasteel diende te opereren.

In die tijd werden verjaardagen nog gevierd onder collega’s. Collega’s waren jong, soms al getrouwd, soms nog niet. Er waren geen andere verplichtingen. Althans geen verplichtingen die hoger scoorden dan de vrijdagse vooravond in ‘t Poeltje. Eten, honger, daar had niemand van weg. Dorst hadden we des te meer. En thuis geraakten we ook steeds. Was het niet met de trein, dan was het met de wagen van een of andere collega. Daarbij kon het al eens mistig weer worden tijdens “de darkest hour, just before dawn”.

Het was ook een tijd waarin alle plooien van het werk werden gladgestreken. Als er ooit teamwerk heeft bestaan dan moet het in die tijd geweest zijn. Niemand had strikte regels en processtappen nodig. Iedereen kende zijn job (min of meer) en jawel er cirkuleerde al eens een nota van de chef om te melden dat papierrolletjes dienden om lange optellingen op te maken, en niet om ze door de lucht te keilen, en dat elastiekjes niet gemaakt waren om mee te schieten. We konden met zijn allen de volgende maandag steeds weer door dezelfde deur, om uit te kijken naar wie er in de loop van de volgende week zou verjaren.

Vandaag heb ik het geluk om in volle vrijheid te kunnen fietsen langs de Schelde, reflecterend over verjaardagen, nu en in een niet zo ver gelegen verleden. ’t Is goed in ’t eigen hert….enzovoort. Het voelt goed om nog eens stil te staan bij de collega’s van vroeger op zo’n dag. Collega’s, uiteengespat over gans Vlaanderen. Sommigen al langer genietend van de rest van het leven, anderen, af en toe door het raam kijkend, sakkerend, zuchtend, wanneer weer eens een wielerterrorist voorbijrijdt, genietend van zijn vrijheid.

Achtenvijftig, ’t Is geen leeftijd. Ook al was het niet vandaag, maar een paar dagen geleden, ergens bij het buitenkomen van een winkelgallerie in Cambridge, dat ik dacht: “Het leven kan toch schoon zijn.”

Toch bedankt aan al diegenen die al dan niet facebooksgewijs nog even dachten aan uw toegenepen reporter op het thuisfront.



Classics op radio 1

Classic rock Posted on 03 mei, 2010 00:10

Stomverbaasd was ik dat Zep het heeft gehaald. Faaaantaaastisch alleszins. Maar waar bleef Whole lotta love? Klassiekers uit de 60’s waren er te weinig of waren te laag genoteerd. Deze muziek komt te weinig, wat zeg ik, veel te weinig aan bod op de radio….laat dit een les zijn voor de radio 1 bonzen…wij willen meer en betere muziek op de radio. Wij willen niet langer de unserved audience blijven.
Dat er zoveel nummers niet werden gestemd door de luisteraars heeft daar alles mee te maken…ze worden gewist in het collectieve geheugen (Layla bijv.). Een tijdje geleden tikte ik nog een CD op de kop met meer dan twintig verschillende versies (ook verschillende stijlen) op de kop van Stairway…Het beste bewijs dat dit een nummer 1 waard is. De versie in december 2007 in Londen was overigens ook subliem, zeker vanop de eerste rij…..Goe bezig…probeer nog te verbeteren…..



Kruiskoutermolen – uitbreiding van de site.

Nieuws Posted on 07 apr, 2010 13:22

Weer wat nieuws over de molen. Lees meer in het nieuwsblad.

Hoe een oude koe uit 1997 uit de sloot kruipt, rustig verder graast en een appeltje voor de dorst genereert. Al staat Valere er niet meer lachend bij, want hij is gegaan in 2008.



Een dagje in het boekendorp Bredevoort

dagblog Posted on 06 apr, 2010 12:45

Tweede Paasdag. In Bredevoort in de Achterhoek smeult nog hier en daar een Paasvuur. De Saksen hebben er hun tradities lang kunnen in eer houden. Op Paasmaandag wordt er op het marktpleintje in Bredevoort telkens weer een boekenmarkt georganiseerd.

Dit samen met de diverse winkels die je er kan aandoen, loont toch telkens weer de moeite om de trip van 600 km (heen en terug) helemaal naar de buurt van Enschede te maken. De Achterhoek kun je vanuit Belgie enkel bereiken door eerst de tocht via Nederland boven de rivieren te maken, of anderzijds door via een stukje Duitsland te bollen. Ooit ontdekten wij dit boekendorp in 2003 tijdens een passage op onze tocht naar Denemarken. Een eerste stop op het stemmige marktpleintje in het oude cafeetje, waar ze nog koffie schenken in potaarden kopjes, en je bij de koffie steevast een stukje, in plastic verpakte, peperkoek krijgt. Alleen daarvoor al….

De kramen stonden vandaag wat anders opgesteld, wat een eerste snelle doortocht wat bemoeilijkte. De traditionele kramen met een mogelijk aanbod van molenboeken stonden wat verspreid. Al blijft bookshop De Kantlijn nogsteeds de beste lokatie, waar ook deze keer weer twee volle planken aanbod aanwezig was. Niet direct voldoende om een orgasme te krijgen zoals die keer toen er voor een vol rek nogeens 5 wasmanden vol molenboeken gestapeld stonden. Het duurste boek vandaag op de plank, en dat zal vermoedelijk nog wel een tijdje zo blijven was het Groot Vokoomen Molenboek voor de ‘schamele’ prijs van 175 (honderdvijfenzeventig!) euro. Wij hielden het bij een democratischer geprijsd boek over Pieter Boorsma, Een molenvriend 1871-1951 voor elf euro.

Op een kraam (ik krijg iets van al die Nederlanders die maar blijven spreken van DE kraam), vond ik voor twee euro een handig oud boekje over de geschiedenisvan de werktuigen van de hand van prof; ir. F. Westendorp. Beschrijvingen vanaf Heron van Alexandrië zijn eerste boek, over Egyptische, Romeinse, en Middeleeuwse tijden tot uiteraard de historie van de Nederlandse Molens, met enkele knappe tekeningen uit vermoedelijk dat Groote Vokoomen Molenboek.

Intussen was het naar twee uur aan het lopen, en dus tijd om even langs te lopen op een kraam waar je alleen kon kopen per plastiekzak. Zelf te vullen. Enige verreiste hij mag niet scheuren aan de hengsels nog openbarsten of uitpuilen. Tot twee uur betaalde je nog 10n euro voor zo’n zak, na twee uur halveerde dit tot 5 euro, nog later zou dit nog zakken naar 3 euro en zelfs nog lager. Twee uur was het ideale moment, want het aanbod was nog ruim groot, en bovendien waren de boeken min of meer geklasseerd in dozen per onderwerp. Laat ik maar zeggen dat ik voornamelijk een doos geplunderd heb over Vlaanderen en nog wat aangevuld met enkele boeken uit de doos over Engeland. Teveel om op te noemen, maar het gaat al bij al om zo’n 16 boeken, die tot gisteren verkocht werden voor in totaal een slordige 150 euro.

Alleen al de gids voor Gent, uit grootmoeders tijd, en een uiteenzetting van de Vlaamse kwestie daterend van de jaren twintig, naast een uit dezelfde tijd stammend kritisch werkje over onze Leopold en zijn Congo, wat in feite brandend aktueel is, maakten dit zoeken tot een feest.

Een oud boekje met idylische potloodtekeningen uit Oxford en een brievenboekje uit de groote oorlog aan het front in Ieper vervolledigden mijn keuze.

Tij voor nog een laatste koffie in een bruin kaffee waar ze bij ons alleen maar van kunnen dromen. Op de achtergrond een goeie jazz plaat, met een overheerlijke sax. Uiteindelijk ook tijd gevonden om windmolen De Prins van Oranje op de gevoelige plaat vast te leggen.

Terug via Kleve in Duitsland en nog wat nasmeulend paasvuur, richting Eindhoven en thuis. Zelfs het lichte slaatje bij Carestel in Gierle viel al bij al nog mee. Een dag zonder regen, nog wat frisjes, maar een opperbeste vakantiedag.



De Molenberg in het nieuws…

Nieuws Posted on 04 apr, 2010 23:31

Vandaag waren ze weer onderweg. 262 km over Vlaamse wegen. ’t Was op de Molenberg dat het pas echt spectaculair werd….Zo zat als een Zwitser zegt men vaak, maar hier geldt meer…zo snel als een Zwitser….het was overigens een Vlaming die de ‘boonen’ mocht fretten….

Fotoreportage op: Ronde van Vlaanderen 2010



1 april: geen grap!

dagblog Posted on 03 apr, 2010 11:04

Een april, een dag als een andere, waarop we gelukkig van de nodige grappen gespaard bleven. Er kwam een klasje kinderen uit de naburige stad op bezoek in de Kruiskoutermolen, onder deskundige begeleiding van de juf. En het mag gezegd, met Pasen, de paasklokken en de nakende vakantie in het vooruitzicht waren de kinderen vrolijk uitgelaten. De kennismaking met de Kruiskoutermolen, en later nog een bezoek aan een boerderij en een witloofkwekerij, maakten deze dag tot een feest. En….ze vonden zelfs paaseitjes, al waren het deze keer echte, en geen chocolade eitjes. Een van de alerte jongeren zag in de hel, de onderste zolder van de staakmolen, pal naast de staak, bovenop de zetel van de molen warempel een nest, met twee mooi pastelkleurige eieren. Vermoedelijk het product van een stokduif (houtduif).

Wat zal er gebeuren, wanneer de molen naar de wind wordt gekruid? Zal onze duif dit kunnen appreciëren? Het wordt nog een spannende maand april.



Droi daugen lank Carnaval.

Carnaval Posted on 18 feb, 2010 21:52

Droi daugen lank Carnaval.(*)

Foto’s: klik hier.

Het is weeral eens gebeurd zou Erik zeggen. Aalst (Oilsjt) Carnaval heeft de winter uitgeluid. Het feest waarbij o.a. de gilles de boze wintergeesten verjagen en de lente verwelkomen met hun bezems. Traditioneel dansen zij ’s maandags om twee uur gedurende een halfuurtje op de Grote Markt. Nadien mogen burgemeester, Prins, Keizer en andere prominenten vanop het stadhuis ajuinen (verpakte snoepjes) naar het gretige publiek gooien. Een zo’n ‘ajuin’ bevat een briefje met een geluksnummer dat recht geeft op de gouden ajuin. Gewoonlijk een juweeltje speciaal voor de gelegenheid ontworpen. Vandaag was bij de prijsuitreiking ook Jules Boelens, intussen 86, aanwezig. De man die het 49 jaar geleden voor het eerst allemaal invoerde. Nadien loopt de volledige stoet nogmaals door de stad, weliswaar een ander parcours volgend dan dat van de zondag. Hierbij wordt de volgorde niet meer gerespecteerd, waardoor je vaak de grote groepen eerder aan het begin van deze optocht tegenkomt. Minder publiek dan op zondag waardoor je dus de stoet ook wat makkelijker kunt bekijken. Dit jaar zat het weer, afgezien van het feit dat het koud was, behoorlijk mee. De zondagstoet kreeg met sneeuw af te rekenen. Dit deerde ons weinig in onze tijdelijke studio op het Stationsplein, tegenover het station. Voor de twaalfde keer hebben wij, DRA(**) deze stoet live de wereld in gestreamed via het Internet. Via ons tijdelijk live mailadres bereikten ons reacties uit Bulgarije (Norbert), Tsjechië, Curacao, Bangkok, Canada, Bendorm (Micheleken en Johny) ja zelfs Brazillië. Uiteraard lieten ook Brussel, Mechelen, de kust en zelfs Deiremonne zich niet onbetuigd. Tal van dankbetuigingen van uitgeweken Aalstenaars, of Aalstenaars ergens in opdracht aan het werk, vielen ons ten deel. Onthou alvast voor volgend jaar dat ook de prinsenverkiezing tegenwoordig wordt gestreamed. De gehele wereld kan zelfs meestemmen dankzij het sms-vote systeem.

De zondagstoet telde twee hoofdthema’s. De appel van Fabiola en de grote verdwijningstruuk van Ilse(***). Traditioneel werd de draak gestoken met nationale en lokale politiek. Over draken gesproken het werden de Lodderoeigen, die hun veertigste jubilee vierden, die het drakenthema bespeelden en met dertien puntjes meer dan Lotjonslos met de eerste plaats gingen lopen. Lotjonslos, de langst meelopende groep in de stoet, tekent ook elk jaar voor kwaliteit, en dat was dit jaar niet anders met hun vertoning van den Aalstersen tram die ze opnieuw lieten uitrijden tussen de Poitepit en Zastroutpoort. Possensje moest het stellen met een derde verdiende plaats. Bij de grote groepen waren het verder vooral de Loge en Eirg die verbaasden. De loge die traditioneel aast op een laatste plaats, eindigde nu zevende op 12, net voor Eirg, die dus fel werden teruggeslagen. De Loge heeft gewoonlijk een ludiek onderwerp, maar steekt bijzonder weinig tijd in voorbereiding. Zij bouwen geen zes maand aan hun wagens zoals de anderen, maar huren wat jacuzzi’s of vleugelpiano’s in zoals nu. Onderwerp: klassiek concert voor Piano en fluit. Wij laten uw verbeelding bij dit laatste instrument zelf aan het werk. Bij de middelgrote groepen gingen de prijzen naar Tisj op drie, de Steinzoel’n op twee en verdiend naar De Loizemaanen op een. De kleine groepen scoorden met respectievelijk, ’t Es na of noeit, Beschomt en de Zwiejtzoel’n als de beste.

Gisteren dinsdag liepen tussen drie en vijf uur een duizendtal voiljeannetten langs het parcours, al moet gezegd dat al wie zich in wat oude vrouwenkleren hult, gekocht inTeleshop (****), nog niet direct het predicaat voil jeannet draagt. Een echte voiljeannet, zoals Cyriel Troch, de oudste van de bende, herken je doorgaans aan de lampekap die ze op het hoofd dragen, de oude kinderkoets die ze bij hebben, en zeker ook aan de oude vogelmuit met daarin nen drogen haring. Velen lopen deze optocht mee in hun carnavalsplunje, en hier en daar lopen er zelfs wat travestieplunjes tussen. Het is ook niet meer zo dat dit enkel een mannenbedoening is. Ook hier heeft de emancipatie haar werk gedaan. Deze optocht bekijken vraagt soms ook wat tolerantie. Een voiljeannet durft al eens zijn gedacht zeggen, en zijn medemens verwijten. Gelukkig kan en mag dat nogsteeds in een vrije democratische stad als Aalst. Wanneer de burgemeester de nationale pers haalt, met haar grote verdwijntruk, dan weet je dat daar vast en zeker de draak mee wordt gestoken. Er loopt in Aalst af en toe al eens iets verkeerd, en de echte Carnavalist zal niet wachten om daar de spot mee te drijven. Ook Madame Non kan hiervan meespreken. Wat zou de Amerikaanse ambassadeur op de tribune daar allemaal van gevonden hebben? Of JJ De Gucht, die reeds op zaterdg, tijdens de raadszitting, op flessen werd getrokken?

(*) Drie dagen lang Carnaval.

(**)Digitale Regio Aalst

(***)burgemeester Ilse ontliep de confrontatie met boze brandweermannen, door zich in een politieuniform te vermommen.

(****)Kringloopwinkel gespecialiseerd in oude kleren.



« VorigeVolgende »